13 dec A3C - future

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

WELCOME

Today's lesson

• Welcome
• Presentations
• Grammar
• The end

Silent reading

10 min

Lesson objective

At the end of the lesson...

• I know the 4 different ways to express the future tense
• I know when to use which tense
• I know how to form those tenses

Toets in toetsweek

• Past perfect p. 89
• past simple vs present perfect vs past perfect p. 89
• future p. 134/135
• irregular verbs (stond niet in de mail)
• all vocabulary unit 2 

The future p. 134

4 manieren:

1. I take the bus at 8.00
2. I am taking the bus
3. I am going to take the bus
4. I will take the bus

1. Present simple

• als iets volgens schema gaat gebeuren (erg zeker) 

The plane lands at 8.55 am

The movie starts at 9

2. Present continuous

Gebruik bij dingen die gepland zijn (vrijwel zeker gaan gebeuren)

am/is/are + ww + -ing

He is visiting his grandparents tomorrow

3. To be going to + hele ww

1. als het plan er al was vóór het gesprek
2. bij voorspelling gebaseerd op aanwijzing

We are going to visit the Big Ben

Look at those clouds! It is going to rain 

4. Will/shall + hele ww

1. Bij plan dat tijdens gesprek ontstaat
2. Bij spontaan aanbod, belofte, verzoek, voorstel
3. Bij voorspelling gebaseerd op een mening of bij onzekerheid over de toekomst ('I think'/ 'probably')
4. Bij feiten of algemene waarheden (gebeurt vaak, kun je verwachten)

Will/shall + hele ww

1. I'll get you some more tea (plan onstaat tijdens gesprek)
2. Shall I help you with the dishes? (spontaan aanbod)
3. I don't think he will be angry (gebaseerd op mening) 
4. A scared cat will run away (algemene waarheden)

Will not -> won't 

Heel zeker

Niet zeker

U3L2

Do ex 8+9 on p. 103

Done? Study vocabulary U2