This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
De urineleider vormt de verbinding van blaas naar buitenwereld.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
De nieren filteren per dag ongeveer ....?.... liter bloed
A
180
B
60
C
2000
D
1440
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Onder uitscheiding wordt verstaan; het uit het bloed verwijderen van eindproducten van de stofwisseling en andere overbodige stoffen, zodat ze het lichaam kunnen verlaten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Ureum
creatinine
Nefron
Glomeruless
Welke afvalstof in het bloed komt van voeding af
Welke afvalstof in het bloed komt van de spieren af?
Hoe wordt het zuiveringsstation van de nieren ook wel eens genoemd
Hoe worden de kluwen van kleine bloedvaten genoemd die als functie hebben afvalstoffen afgegeven
Slide 21 - Drag question
Voorurine wordt gevormd in de .........1...........
Wordt er bij de vorming van voorurine zuurstof verbruikt? 2
A
1 =nierkapseltjes
2 = ja
B
1 = nierkapseltjes
2 = nee
C
1 = nierkanaaltjes
2 = ja
D
1 = nierkanaaltjes
2 = nee
Slide 22 - Quiz
Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten in het lichaam zijn gekomen. Door welke vier delen zijn deze bacteriën achtereenvolgens gegaan?
Urineleider
Urinebuis
Urineblaas
Nierbekken
Slide 23 - Drag question
De nieren hebben ook een taak in de; bloeddrukregeling,
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quiz
De vloeistof die uit het bloed in het kapsel van Bowman komt is;
A
geconcentreerde urine
B
bevat geen glucose
C
bloedplasma zonder plasma-eiwitten
D
bestaat vooral uit voor het lichaam onbruikbare stoffen
Slide 25 - Quiz
Erytropoëtine is een hormoon dat de nieren uitscheiden bij hypoxie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Het antidiuretisch hormoon (ADH) bevordert de resorptie van water in de nieren. Indien er meer ADH hormoon aanwezig is dan normaal, dan zal er
A
meer voorurine en meer urine dan normaal gevormd worden
B
evenveel voorurine en meer urine dan normaal gevormd worden
C
minder voorurine en minder urine dan normaal gevormd worden
D
C. evenveel voorurine en minder urine dan normaal gevormd worden
Slide 27 - Quiz
Het RAAS-systeem speelt een rol bij het herstellen van het bloedvolume en de bloeddruk