vv of bwb

voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Slide

Afgelopen zomer waren in heel Nederland boerenprotesten.
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
B  BWB

Slide 2 - Slide

Afgelopen zomer waren in heel Nederland boerenprotesten.
Het onderstreepte gedeelte is:
A  VV
B  BWB

Slide 3 - Slide

Mijn moeder kan goed overweg met mijn vriend.
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
B  BWB

Slide 4 - Slide

Mijn moeder kan goed overweg met mijn vriend.
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
B  BWB

Slide 5 - Slide

Ben je boos over die opmerking?
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
B  BWB

Slide 6 - Slide

Ben je boos over die opmerking?
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
B  BWB

Slide 7 - Slide

Op 4 mei staan we stil bij alle oorlogsslachtoffers.
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
B  BWB

Slide 8 - Slide

Op 4 mei staan we stil bij alle oorlogsslachtoffers.
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
BWB

Slide 9 - Slide

Op 4 mei staan we stil bij alle oorlogsslachtoffers.
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
B  BWB

Slide 10 - Slide

Op 4 mei staan we stil bij alle oorlogsslachtoffers.
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
B  BWB

Slide 11 - Slide

We hadden veel plezier in het pretpark.
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
B  BWB

Slide 12 - Slide

We hadden veel plezier in het pretpark.
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
BWB

Slide 13 - Slide

Hij staat stil bij het stoplicht
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
B  BWB

Slide 14 - Slide

Hij staat stil bij het stoplicht
Het onderstreepte gedeelte is:

A  VV
BWB

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide