Orthopedagogiek - Les 8 (Autisme deel 1)

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Terugblik vorige les
- Instructie Autisme
- Zelfstandig werken


1 / 34
next
Slide 1: Slide
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Terugblik vorige les
- Instructie Autisme
- Zelfstandig werken


Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen ADHD en ADD?

Slide 2 - Open question

Wat kunnen oorzaken zijn van het hebben van ADHD?
A
Geslacht & leeftijd, vroeg geboorte & laag geboortegewicht.
B
Drugsgebruik van vader en moeder in zwangerschap.
C
De familie waar je in opgroeit.
D
Het is niet aangeboren.

Slide 3 - Quiz

Wat kunnen kwaliteiten zijn van iemand met ADD?
A
Gefocust en alert
B
Creatief en humor
C
Eindeloze energie
D
Sympathiek

Slide 4 - Quiz

Autisme

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les....

- Weet je wat autisme is en wat autisme juist niet is
- Weet je hoe een diagnose wordt gesteld
- Ken je de kenmerken van autisme

Slide 6 - Slide

Wat weet je over autisme?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Autisme (ASS)
Kun je autisme aan de buitenkant zien?

Autisme is afgeleid van 'autos' dat 'zelf' betekent. Dat maakt dat het autismespectrumstoornis (ASS) in de kern gaat om; zeer sterk in zichzelf gekeerd zijn. 

Autisme is een aangeboren stoornis in de informatieverwerking in de hersenen, met als gevolg beperkingen in;
  • De sociale contacten
  • Communicatie
  • Beperkte en herhaalde (stereotiepe) gedragspatronen en star gedrag 

Slide 9 - Slide

Autisme (ASS)

Vroeger werd onderscheid gemaakt binnen Autisme
- Asperger
- Klassiek autisme
- PDD-NOS
- Stoornis van Rett
- McDD

Nieuwe DSM-5: alle kenmerken vallen onder ASS
'Oude' kenmerken wel kennen voor toets. Termen worden in praktijk nog wel gebruikt. 
Van alle mensen met ASS is +/- 20% 'normaal' begaafd en heeft +/- 80% een verstandelijke beperking.

Slide 10 - Slide

Kenmerken autisme
3 gebieden
1. Beperking in de sociale interactie 
Inlevingsvermogen minder ontwikkeld 

2. Beperking in de communicatie
Afwijkende non-verbale communicatie - expressieve en receptieve communicatie
Onze communicatie -> te abstract! waarom?
Spraakafwijkingen - monotoon

3. Beperking in verbeeldingsvermogen
Gebrek aan fantasie -> wereld onveilig -> structuur extra belangrijk
Niet vooruit kunnen denken




Slide 11 - Slide

samenhang en context
centrale coherentie (samenhangend beeld)
contextblindheid (geleerd in situatie 1 -> toepassen situatie 2)

Slide 12 - Slide

1

Slide 13 - Video

01:25
Kun je executieve functies trainen?
A
Nee, dat kan niet
B
Ja, dat kan wel
C
Dat kan met 1 soort
D
Dat kan met een aantal soorten

Slide 14 - Quiz

Wat is autisme niet?
Autisme is GEEN defect. Het is een stoornis. Juiste begeleiding kan nog wel verbetering geven.

- autisme wordt niet veroorzaakt door opvoeding
- autisme is niet voorbijgaand (niet te genezen)
- autisme ontstaat niet door vaccinatie

Slide 15 - Slide

Sterke kanten
Iemand met autisme... 
  • Is eerlijk
  • Heeft veel kennis van bepaalde zaken
  • Begrijpt een schematische weergave goed
  • Kan onverstoorbaar doorwerken
  • Gebruikt speelgoed op een eigen manier
  • Heeft een uitstekend visueel geheugen
  • Merkt veranderingen snel op
  • Is beleefd tegen anderen
  • Heeft oog voor details
  • Heeft een eigen gevoel voor humor
  • Is goed in planmatig te werk gaan

Slide 16 - Slide

Verschijnselen van ASS

ASS is een ernstige en gecompliceerde stoornis.

De cliënt verwerkt wat hij ziet, hoort en ruikt op een andere manier.

Het lukt vaak niet om informatie samen te voegen. Dat leidt veelal tot de volgende beperkingen/ verschijnselen;
  • Allerlei beperkingen waarmee extreme en onlogische angsten leiden tot vreemd gedrag. 
  • Moeite hebben met veranderingen
  • Over zichzelf praten in de derde persoon ('Henk moet ...'  ipv 'Ik moet...'.)
  • Vreemde obsessies
  • Een ander niet aankijken
  • Erg egocentrisch
  • Moeite hebben met veranderingen
  • Stereotiep gedrag


Slide 17 - Slide

Verschijnselen van ASS
Meestal geldt: hoe ernstiger de autismespectrumstoornis, hoe meer verschijnselen er zijn en hoe ernstiger die zijn. 

Maar onderschat lichtere vormen niet, deze kunnen ook voor veel problemen zorgen. 

Slide 18 - Slide

1

Slide 19 - Video

00:00
Oefening: Prikkelverwerking
Wat is er concreet zichtbaar?
Wat zou er onzichtbaar aan de hand kunnen zijn?

We gaan de context bekijken:


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Communicatie 
Communicatie is gebrekkig omdat men onvoldoende aanvoelt.
  • Wat er in de ander omgaat
  • Moeite met concentreren
  • Moeite met begrijpen van taal
  • Taalontwikkeling kan goed zijn maar communicatie is lastig
  • Gebrek aan voorstellingsvermogen
  • Taaleigenaardigheden (echolalie of zelfgemaakte woorden)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Beperkte interesses en activiteiten 
  • Om zich staande te houden in een voor hen onveilige wereld:
  • Kenmerkende bewegingen (wiegen, fladderen, tollen)
  • Pre-occupatie voor één activiteit of onderwerp Soms neiging tot verzamelen (spullen zonder emotionele waarde)
  • Gewoontevorming, weerstand tegen verandering




Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Koppel de theorie aan het fragment van A-typical.

Wat zie je aan theorie terug? Neem hier de volgende aspecten in mee:

Beperking in inbeeldingsvermogen, beperking in de communicatie, contextblindheid en specifieke interesses

Slide 28 - Open question

Belevingscircuit 
Wat gebeurt er in je hoofd als je allerlei prikkels tegelijk te verwerken krijgt?

Hoe is het als je zó vol zit dat je niet meer goed na kan denken, maar tóch iets af moet ronden?

Hoe krijg je iets voor elkaar als je het overzicht mist? 
Wat ervaar je als het niet lukt? 

Slide 29 - Slide

Oefeningen

Oefening 1: Doolhof in het donker
Geen context
Wat moet je doen? Waar moet je heen? 
Wat als er geen duidelijk antwoord is?


Oefening 2: Spiegelbeeld
Route met pen 
Hoe is het om verwarring te ervaren? 
Wat als iets niet goed lukt?

Oefening 3: Plaatjes 
Hoe krijg je het voor elkaar zonder duidelijke context? (WAT/HOE)
Geen overzicht? 
Executieve functies: plannen, organiseren

Slide 30 - Slide

TIPS
- Voorspelbaarheid. Zeg wat je doet, doe wat je zegt!
- Zaken ordenen: werk, vrije tijd, huishouden, huiswerk
- Structuur bieden (hoe doe je dat?)
- Geduldig 
- NIET doen: overnemen van taken en beslissingen. 
- Spreek duidelijk. Gebruik niet teveel emotie
- Zorgvuldigheid in contact. Aanpassing (de ander kan dit moeilijk!)
- Check of je elkaar snapt (ontspanning kan voor jou iets anders betekenen)

Slide 31 - Slide

Klassiek autisme
PDD-NOS
Asperger
weinig wederkerigheid
milde vorm van ASS
neiging tot 'ouwelijk' praten

Slide 32 - Drag question

Aan de slag!
Check? Is H17 afgerond in de online leeromgeving? 

Bekijk individueel de kijkopdracht Romijn (zie film op de volgende dia)
Kijk de film van Romijn en schrijf op wat je herkent uit de theorie. 

Inleveren voor de volgende les in teams. 

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video