Aisopos 5-deel 2

Aisopos 5 - deel 2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Aisopos 5 - deel 2

Slide 1 - Slide

Vertalen
In jullie magister vinden jullie de ontleding van Aisopos 5.
Maar hoe gaat je dat helpen bij vertalen? 
Vind je vertalen lastig, gebruik dan deze vertaalhulp naast de ontleding.
Lees eerst de inleiding en de titel en vergeet ook de aantekeningen niet.

Slide 2 - Slide

Zin 6 Τῷ λόγῳ τούτῳ  t/m δύνανται.
  1. Bekijk de aantekeningen bij deze zin en noteer/markeer deze in de tekst.
  2. Er zijn twee pv's. Deel de zin in 2-en door het betrekkelijk voornaamwoord te markeren.
  3. Vertaal eerst de pv χρήσαιτο in de juiste vorm. (aan te vullen ond + pv) Let op ἄν 
  4. Vertaal daarna ond τις + pv
  5. Vertaal daarna ond + pv + aanvulling Τῷ λόγῳ τούτῳ 
  6. Vertaal daarna ond + pv + aanv + BwB πρὸς ἐκείνους τῶν ἀνθρώπων

Slide 3 - Slide

Zin 6 Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται.
  1. De bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord, οἳ. 

Slide 4 - Slide

Zin 6 Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται.
  1. De bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord, οἳ. οἳ is ook het onderwerp bij δύνανται

Slide 5 - Slide

Wat is het antcedent van οἳ?
A
Τῷ λόγῳ τούτῳ
B
τις
C
ἐκείνους
D
τῶν ἀνθρώπων

Slide 6 - Quiz

Zin 6 Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται.
  1. De bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord, οἳ. οἳ is ook het onderwerp bij δύνανται.
  2. Vertaal 

Slide 7 - Slide

Zin 6 Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται.
  1. De bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord, οἳ. οἳ is ook het onderwerp bij δύνανται.
  2. Vertaal οἳ δύνανται.
  3. Bij δύνανται komt de inf ἐπιτελεῖν als aanvulling. Vertaal ond + ἐπιτελεῖν + pv (in het Nederlands staat de pv in de bijzin achteraan)
  4. Bij ἐπιτελεῖν komt het LV τὰ κοινὰ τοῖς ἀνθρώποις. Vertaal ond + LV + inf+ pv 
  5. Vertaal ond  + οὐδὲ  + LV + inf + pv

Slide 8 - Slide

Zin 6 Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται.
  1. Nu gaan we naar het ptc ἀλαζονεύοντες. Vertaal deze met het juiste voegwoord, in de juiste tijd en met het juiste onderwerp (=woord waarmee het congrueert).
  2. Vertaal nu het παραδόξως bij het ptc: voegwoord ond παραδόξως ptc 
  3. Maak nu een lopende zin van Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται. en probeer zoveel mogelijk de verschillende delen van links naar rechts achter elkaar te zetten.

Slide 9 - Slide

Zin 4 προσῆλθε t/m πρὸς αὐτόν·  
  1. Dan gaan we naar het ptc μαθὼν . Vertaal deze met het juiste voegwoord, in de juiste tijd en met het juiste onderwerp (=woord waarmee het congrueert)
  2. ertaal nu het LV bij het ptc: voegwoord ond ptc τὰ συμβεβηκότα 
  3. Maak nu een lopende zin van προσῆλθε t/m πρὸς αὐτόν· en probeer zoveel mogelijk de verschillende delen van links naar rechts achter elkaar te zetten.

Slide 10 - Slide

Zin 5 Ω οὗτος,  t/m ὁρᾷς
  1. Bekijk de aantekeningen bij deze zin en noteer/markeer deze in de tekst.
  2. Vertaal eerst de pv ὁρᾷς in de juiste vorm, vertaal daarna met het ond Ω οὗτος, σὺ (he jij daar, jij....)
  3. Vertaal dan ond + pv + lv τὰ ἐπὶ τῆς γῆς
  4. Vertaal dan οὐχ  bij de pv

Slide 11 - Slide

Zin 5 Ω οὗτος, t/m ὁρᾷς
  1. Dan gaan we naar het ptc πειρώμενος. Vertaal deze met het juiste voegwoord, in de juiste tijd en met het juiste onderwerp (=woord waarmee het congrueert)
  2. Bij πειρώμενος komt een inf: voegwoord ond ptc βλέπειν 
  3. Bij βλέπειν komt een lv: τὰ ἐν οὐρανῷ
  4. Vertaal voegwoord ond ptc lv inf
  5. Maak nu een lopende zin van οὗτος, t/m ὁρᾷς

Slide 12 - Slide