This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
- Ik ken het stappenplan grammatica zinsdelen
- Ik kan het stappenplan grammatica zinsdelen toepassen
Nadruk ligt vandaag op:
- Ik weet wat het naamwoordelijk gezegde is
- Ik weet wat de bijwoordelijke bepaling is
In zinnen met een naamwoordelijk gezegde zit nooit een lijdend voorwerp!
Zit er een zww in de zin? Dan check je of er een lv is
Zit er een kww in de zin? Dan check je of er een nw deel is.
Een samengestelde zin kan een voegwoord hebben. (soms is er geen vw)
Wij kennen die voegwoorden uit de leestheorie als....
- onderschikkende voegwoorden:
deze verbinden een hoofdzin en bijzin.
aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, ofschoon, omdat, zodat, opdat, terwijl, toen, zodra etc
Samengestelde zinnen bestaan uit hoofdzinnen en/of bijzinnen.
Hij gaat morgen naar de dierentuin, want dan is de entree gratis.
Hij gaat morgen naar de dierentuin, omdat de entree gratis is.
Omdat de entree gratis is, gaat hij morgen naar de dierentuin.
Kenmerken hoofdzin:
- O en PV staan naast elkaar.
- PV staat op plek 1 of 2 in de zin.
- Elke samengestelde zin heeft een HZ.
- Een samengestelde zin kan 2 HZ hebben.
Kenmerken bijzin:
- O en PV staan niet naast elkaar/ je kunt het woordje 'niet'ertussen zetten.
- PV staat op de laatste of een na laatste plek in de zin.
- Niet elke samengestelde zin heeft een BZ.
- BZ kan vooraan of achteraan staan.
Er zijn dus een paar combinaties mogelijk:
1. hoofdzin + hoofdzin
Hij zwaait opa en oma uit, want die gaan een grote reis maken.
2. hoofdzin + bijzin
Hij hoopt dat hij opa en oma kan uitzwaaien.
3. bijzin + hoofdzin
Omdat opa en oma op reis gaan, zwaait hij ze uit.
Zo herken je hoofd- en bijzinnen:
1. Verander de zin van tijd; dan vind je alle PV's.
2. Zoek van de zinnen alle PV's en O's.
3. Probeer of je tussen de PV en O een woord kunt invoegen.
- Dat lukt niet: hoofdzin.
- Dat lukt wel: bijzin.