Grammatica les - Preposiciones de lugar + Dar direcciones

¡Bienvenidos a la clase de español!
LES 3-P2:
DAR DIRECCIONES
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a la clase de español!
LES 3-P2:
DAR DIRECCIONES

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Plan de hoy 
  • Los objetivos de la clase.

  • Preposiciones de lugar (voorzetsels van plaats)
  • Dar direcciones (De weg wijzen)
  • Verbos ESTAR & HAY

  • Actividades 
  • Evaluación

Slide 3 - Slide

Objetivos
OBJETIVOS DE LA CLASE
Aan het eind van deze les:
Hoe goed kan/ begrijp/ heb ik dit?
Wat ik nog kan doen is ...
1) Begrijp ik de grammaticale concepten van voorzetsels van plaats en de weg wijzen. 

2) Kan ik de grammaticale werkwoorden ESTAR & HAY correct toepassen in mondeling communicatie. 

3) Heb ik luistervaardigheid geoefend door instructies te volgen tijdens de simulatie van de stad.  

Slide 4 - Slide

Wat hebben we in voorgaande lessen geleerd?

Slide 5 - Mind map

Wat heeft de bestudeerde woordenschat te maken met het geven van aanwijzingen?

Slide 6 - Slide

Ken je voorzetsels van plaats of hoe je aanwijzingen kan geven in het Spaans?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Je gaat een video van de voorzetsels van plaats in het Spaans bekijken.

Slide 9 - Slide

Je gaat een video van de voorzetsels van plaats in het Spaans bekijken.

Boven (op)
Onder
Links (van)
Rechts (van)
Voor
Achter
Tussen
Naast

Slide 10 - Slide

¿Dónde está la pelota?
A
La pelota está detrás del gato.
B
La pelota está entre el gato y el perro.
C
La pelota está encima del gato y del perro.
D
La pelota esta debajo del gato y del perro.

Slide 11 - Quiz

Elige la opción correcta
A
La pelota está detrás del gato.
B
La pelota está al lado del gato.
C
La pelota está debajo del gato.
D
El gato está encima de la pelota.

Slide 12 - Quiz

Dar direcciones (De weg wijzen)

Slide 13 - Slide

STADS  SIMULATIE
ACTIVIDAD 1. A 
Je klasgenoot staat voor de deur van de klas en jij wijst hem de weg naar het ziekenhuis. De rest van de klas volgt om te zien of de instructies correct worden gevolgd.
Max 1 leerling 
timer
2:00

Slide 14 - Slide

STADS  SIMULATIE
ACTIVIDAD 2. A
Analyseer welke andere instructies en voorzetsels van plaats mogelijk zijn voor je klasgenoot om een ​​andere route naar het ziekenhuis te nemen.
Max 2 leerlingen 
timer
4:00

Slide 15 - Slide

STADS  SIMULATIE
ACTIVIDAD 1. A 
Je klasgenoot staat voor het ziekenhuis en jij wijst hem de weg naar het hotel. De rest van de klas volgt om te zien of de instructies correct worden gevolgd.
Max 1 leerling 
timer
2:00

Slide 16 - Slide

STADS  SIMULATIE
ACTIVIDAD 2. A
Analyseer welke andere instructies en voorzetsels van plaats mogelijk zijn voor je klasgenoot om een ​​andere route naar het hotel te nemen.
Max 1 leerlingen 
timer
2:00

Slide 17 - Slide

De weg wijzen

En esta calle hay una farmacia.

El colegio está a la derecha.

Slide 18 - Slide

STADS  SIMULATIE
ACTIVIDAD 1. B
Met de werkwoorden ESTAR en HAY benoem je wat er in de stad te vinden is (bijvoorbeeld twee bibliotheken, drie musea, etc.)
Max 3 leerlingen 
timer
6:00

Slide 19 - Slide

In groepjes van 4 
ACTIVIDAD 2. B
Jullie gaan uitleggen wanneer je ESTAR moet gebruiken en wanneer je HAY moet gebruiken om locaties in een stad te benoemen.
timer
5:00

Slide 20 - Slide

ESTAR 
HAY
-
-
-
-
-
-
Max 2 groepjes 

Slide 21 - Slide

ESTAR
HAY
  • Beschrijft de locatie en de stand van zaken.

  • Wordt gebruikt om specifieke adressen en locaties in een stad te beschrijven.
ESTAR
HAY
  • Geeft aan het bestaan ​​of aanwezigheid van iets, zonder zich te richten op de exacte locatie.

  • Geeft algemene beschrijvingen van de stad, zoals het benoemen van het bestaan van parken, winkels, gebouwen ..

Slide 22 - Slide

Hay una iglesia en Madrid.
La iglesia está en la plaza.
(Er is een kerk in Madrid)
( De kerk bevindt zich in het plein)

Slide 23 - Slide

Objetivos
EVALUACIÓN
1) Begrijp ik de grammaticale concepten van voorzetsels van plaats en de weg wijzen. 

2) Kan ik de grammaticale werkwoorden ESTAR & HAY correct toepassen in mondeling communicatie. 

3) Heb ik luistervaardigheid geoefend door instructies te volgen tijdens de simulatie van de stad.  

Aan het eind van deze les:
Hoe goed kan/ begrijp/ heb ik dit?
Wat ik nog kan doen is ...

Slide 24 - Slide

Schrijf een route met minimale twee voorzetsels van plaats.

Slide 25 - Open question

Vertel aan je klasgenoot een met ESTAR en een zin met HAY over de beschrijving van een plaats in een stad.

Slide 26 - Open question

Heb je luistervaardigheid geoefend door instructies te volgen tijdens de simulatie van de stad?
Wat kan je nog doen?

Slide 27 - Open question

DEBERES
Páginas 8 & 9: Ejercicios 11 t/m 15. 
(ESTAR & HAY vervoegen en juiste vorm kiezen)

                                                 +
Eindopdracht: PASO 2 

Slide 28 - Slide

¡Ya está!
 ¡Muy bien hecho!

¡Heel veel succes met de opdrachten!

Slide 29 - Slide