Hoofdstuk 1: Theater, wat en waarom?

Hoofdstuk 1
Theater, wat en waarom?
1 / 67
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolvmbo lwoo, g, t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 67 slides, with interactive quizzes, text slides and 19 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1
Theater, wat en waarom?

Slide 1 - Slide

1.1 Wat is theater?
Theater is een kunstvorm, waarbij één of meer personen acteren voor publiek

Slide 2 - Slide

1.2 Waarom theater?
Er zijn 4 functies van theater in de maatschappij:

  1. INFORMEREN/LEREN: bijv. educatief kindertheater over dieren
  2. AMUSEREN: bijv. vertellen van een mop voor de klas
  3. OVERTUIGEN (mening): bijv. maatschappij- kritisch cabaret
  4. OVERHALEN (doen): bijv. een reclame

Slide 3 - Slide

Jullie zien zo fragmenten, waarbij de vraag is wat de functie is.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
Informeren/leren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
Informeren/leren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
Informeren/leren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
Informeren/leren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
Informeren/leren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Welke functie heeft deze voorstelling?
A
Informeren/leren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 16 - Quiz

4 functies van theater
  1. Informeren/leren
  2. Amuseren
  3. Overtuigen
  4. Overhalen 

Slide 17 - Slide

1.3 Waar is theater?
In de schouwburg
Op televisie
Op internet
Op locatie 
(Openluchttheater)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wat is locatietheater?
  • Bij locatietheater wordt een theatervoorstelling op een andere plaats gespeeld dan in een theatergebouw
  • Vaak wordt de voorstelling speciaal voor deze locatie gemaakt
  • Er wordt gebruik gemaakt van de bijzondere sfeer of omgeving van de locatie
  • De locatie vormt de inspiratiebron voor de voorstelling

Slide 20 - Slide

1.4 Theatervormen
Een regisseur kan verschillende theatervormen gebruiken in zijn voorstelling.

Het is allemaal theater, toneel is overduidelijk aanwezig, maar het ACCENT ligt ergens anders. 

Muziektheater, Bewegingstheater, Danstheater, Teksttoneel

Slide 21 - Slide

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Theatervorm:
(Panto)Mime
  • Geen tekst. 
  • Acteurs gebruiken alleen lichaamstaal, gebaren en mimiek om een verhaal uit te beelden.
  • Vertelpantomime: een verhaal
    wordt verteld en daarnaast
    uitgebeeld.

Slide 24 - Slide

Theatervorm:
Slapstick

  • Fysieke komedie waarin lichamelijke acties de hoofdrol spelen.
  • Kenmerken: veel gooi- en smijtwerk, ongelukken, gevechten en achtervolgingen.
  • Charlie Chaplin, Tom & Jerry, Home Alone, Mr. Bean

Slide 25 - Slide

Nog 2 filmpjes van 
fysiek theater...

Wat herken je?
(Panto)mime, Vertelpantomime, Slapstick

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Theatervorm:
Tragedie (klaagspel/treurspel)

  • In een tragedie is de hoofdpersoon de held.
    Helaas gaat hij/zij altijd ten onder aan zijn/haar eigen tekortkomingen. 
  • Je zou ook kunnen zeggen dat hij/zij in de eigen valkuil trapt.
  • Een tragedie eindigt altijd slecht.
  • Bijv. Romeo & Julia.

Slide 31 - Slide

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Theatervorm:
Komedie (blijspel)

  • In een komedie worden slechte menselijke eigenschappen zo overdreven dat dit komische taferelen oplevert.
  • Dit wordt ook nog vaak gebruikt in tekenfilms.
  • Humoristisch, grappig.

Slide 34 - Slide

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Theatervorm:
Musical

  • Een show/revue waarin zang, muziek, tekst en dans een grote rol spelen.
  • Vaak spectaculair, met de functie: amuseren.

Slide 37 - Slide

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Theatervorm:
Poppenspel

  • Poppen hebben een rol in de voorstelling
  • Handpoppen, marionetten, stokpoppen, enz.

Slide 40 - Slide

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Theatervorm:
Performance

  • Kunstvorm die elementen van theater, muziek en beeldende kunst combineert.
  • Een publiek optreden van een kunstenaar, vaak een speciale act.
  • Vaak kort.

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Deze belangrijkste theatervormen (her)ken je nu:


(Vertel-) (Panto)mime
Slapstick
Tragedie
Komedie
Musical
Poppenspel
Performance

Slide 45 - Slide

Overige theatervormen
Op de volgende dia moet je de juiste theatervorm en de bijpassende afbeelding naar elkaar toeschuiven. 

Succes!

Slide 46 - Slide

Schimmenspel
Maskerspel
Hoorspel
Soap
Cabaret

Slide 47 - Drag question

Slide 48 - Video

Welke theatervorm(en) herkende je in 'Woef Side Story'?
A
Schimmenspel
B
Musical
C
Mime
D
Poppenspel

Slide 49 - Quiz

Theatervorm:
Absurdisme

  • Iets wat absurd is, kan eigenlijk niet. 
  • Heeft geen logische verhaallijn, niet kloppende gebeurtenissen en vreemde personages. 
  • Vaak bedoeld om te laten zien dat het
    leven zinloos is.
  • Alice in Wonderland

Slide 50 - Slide

Wat is er absurdistisch aan het volgende fragment?

Dit meisje heeft een fantasievriendje, Otto. Ze speelt verstoppertje met hem in een café. 

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Video

1.5 Theater en andere kunstvormen

Theater is een kunstvorm. Er zijn meer kunstvormen náást theater, vaak zie je ook andere kunstvormen terug in een voorstelling. 
Welke kunstvorm zie je bijv. in het volgende fragment?

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Video

Welke andere kunstvorm dan theater zag je?
A
Beeldende kunst
B
Literatuur
C
Dans
D
Film

Slide 55 - Quiz

5 andere kunstvormen
  • Dans
  • Literatuur (of bijv. poëzie)
  • Muziek
  • Film
  • Beeldende kunst: architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, audiovisuele kunst (videoclips), toegepaste kunst (bijv. mode), enz.

Slide 56 - Slide

DANS

Slide 57 - Slide

LITERATUUR

Slide 58 - Slide

MUZIEK

Slide 59 - Slide

FILM

Slide 60 - Slide

BEELDENDE KUNST

Slide 61 - Slide

Oefen de examenvraag

Slide 62 - Slide

Bekijk 5:20-5:40

Slide 63 - Slide

Slide 64 - Link

Welke andere kunstdiscipline is dit?
A
Muziek
B
Film
C
Literatuur
D
Beeldende kunst

Slide 65 - Quiz

Je moet van een andere kunstvorm ook de functie kunnen benoemen.
Wat zijn ook alweer de 4 functies?

Slide 66 - Open question

EINDE
Dit was het einde van hoofstuk 1. 
LET OP dat je de begrippenlijst ook leert kennen!

Slide 67 - Slide