Les 1 negatieve getallen

1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Aan het eind van de les:

  • Ik weet wat positieve en negatieve getallen zijn. 
  • Ik weet dat het getal 0 niet positief en niet negatief is.
  • Ik kan positieve en negatieve getallen verklaren in praktijksituaties.
  • Ik weet wanneer een getal groter of kleiner dan een ander getal is.
  • Ik kan negatieve getallen plaatsen op een getallenlijn.
  • Ik weet wat tegengestelde getallen zijn. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide












aantal
240









aantal







Slide 5 - Slide












aantal
240









aantal







Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Groter, kleiner of gelijk (blz. 125)

Slide 9 - Slide

Groter, kleiner of gelijk 
<   is kleiner dan
>   is groter dan
=   is gelijk aan
5      <      10
7      >      4
5      =     2 + 3

Slide 10 - Slide

gelijk aan
groter dan
Kleiner dan
ongelijk aan
=
>
<

Slide 11 - Drag question

Vul < , > of = in
6........ 9
A
<
B
>
C
=

Slide 12 - Quiz

Vul < , > of = in
45........ 54
A
<
B
>
C
=

Slide 13 - Quiz

Vul < , > of = in
0,3 ......... 0,03
A
<
B
>
C
=

Slide 14 - Quiz

Vul < , > of = in
0,3 ......... 0,1
A
<
B
>
C
=

Slide 15 - Quiz

Vul < , > of = in
0,05 ......... 0,5
A
<
B
>
C
=

Slide 16 - Quiz

Vul < , > of = in
0,2 ......... 0,26
A
<
B
>
C
=

Slide 17 - Quiz

Vul < , > of = in
0,3 ......... 0,29
A
<
B
>
C
=

Slide 18 - Quiz

Vul < , > of = in
0,3 ......... 0,29
A
<
B
>
C
=

Slide 19 - Quiz

Vul < , > of = in
3,49 ......... 3,5
A
<
B
>
C
=

Slide 20 - Quiz

Vul < , > of = in
12 + 18 ....31
A
<
B
>
C
=

Slide 21 - Quiz

Vul < , > of = in
26 - 13 ....21
A
<
B
>
C
=

Slide 22 - Quiz

Vul < , > of = in
57 - 57 ....0
A
<
B
>
C
=

Slide 23 - Quiz

Vul < , > of = in
36 - 31 ....0
A
<
B
>
C
=

Slide 24 - Quiz

Vul < , > of = in
7 x 4 ....60 : 2
A
<
B
>
C
=

Slide 25 - Quiz

Vul < , > of = in
100 : 10 ... 90 : 9
A
<
B
>
C
=

Slide 26 - Quiz

Het teken > hoort bij is groter dan, maar ook bij bijvoorbeeld is hoger dan. Het
teken < hoort bij is kleiner dan, maar ook bij bijvoorbeeld is lager dan. Zet de woorden op de juiste plaats in de tabel.
>
<
is goedkoper dan
is minder dan
is dichter bij dan
is jonger dan
is korter dan
is lichter dan
is ouder dan
is zwaarder dan
is langer dan
is meer dan
is verder weg dan
is duurder dan

Slide 27 - Drag question

Aan het eind van de les:

  • Ik weet wat positieve en negatieve getallen zijn. 
  • Ik weet dat het getal 0 niet positief en niet negatief is.
  • Ik kan positieve en negatieve getallen verklaren in praktijksituaties.
  • Ik weet wanneer een getal groter of kleiner dan een ander getal is.
  • Ik kan negatieve getallen plaatsen op een getallenlijn.
  • Ik weet wat tegengestelde getallen zijn. 

Slide 28 - Slide