KMMZ Les 5 en 6. Financiering

Financiering binnen de zorg
1 / 27
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Financiering binnen de zorg

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

  • Je legt uit hoe de zorg in Nederland wordt bekostigd.
  • Je legt uit voor welk gedeelte van de welke zorg de gemeente, zorgverzekering en overheid verantwoordelijk zijn.
  • Je legt uit wat de vier stelselwetten inhouden.
  • Je benoemt hoe verschillende vormen van zorg aangevraagd kunnen worden.
  • Je legt uit hoe je zorgvragers kunt voorlichten over de financiële regelingen. 






Slide 2 - Slide


Schrijf op waar je aan denkt bij het onderwerp ‘financiering van de zorg’.

Slide 3 - Mind map

Alle zorg moet uit het basispakket gefinancierd worden
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Slide 5 - Video

Stelselwetten
1. WLZ
2. WMO
3. ZVW
4. Jeugdwet

Slide 6 - Slide

Opdracht
timer
16:00

Slide 7 - Slide

✅ Groep 1 – Wet langdurige zorg (WLZ)
1. Wat regelt deze wet precies?
De WLZ regelt zorg voor mensen die permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben.
2. Voor welke doelgroep is deze wet bedoeld?
Mensen met een ernstige, langdurige zorgbehoefte, zoals ouderen met dementie of mensen met een ernstige verstandelijke beperking.
3. Welke vormen van zorg vallen onder deze wet?
Verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling, hulpmiddelen, vervoer, logeeropvang.
4. Wat betekent deze wet voor jou als verzorgende IG?
Je werkt vaak met cliënten die een WLZ-indicatie hebben. Je biedt intensieve zorg, observeert veranderingen en werkt samen met andere zorgprofessionals.
5. Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet?
Zorgkantoren voeren de WLZ uit. Het CIZ bepaalt of iemand recht heeft op WLZ-zorg.
6. Wat zijn actuele ontwikkelingen of knelpunten binnen deze wet?
Er is verwarring over wanneer iemand een WLZ-indicatie nodig heeft. De overgang van WMO/ZVW naar WLZ is soms lastig voor cliënten.

Slide 8 - Slide

✅ Groep 2 – Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
1. Wat regelt deze wet precies?
De WMO regelt ondersteuning thuis voor mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn.
2. Voor welke doelgroep is deze wet bedoeld?
Mensen met een beperking, psychische problemen, ouderen, mantelzorgers, dak- en thuislozen.
3. Welke vormen van zorg vallen onder deze wet?
Begeleiding, dagbesteding, huishoudelijke hulp, mantelzorgondersteuning, beschermd wonen.
4. Wat betekent deze wet voor jou als verzorgende IG?
Je biedt ondersteuning aan cliënten thuis, werkt samen met wijkteams en signaleert hulpvragen.
5. Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet?
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de WMO.
6. Wat zijn actuele ontwikkelingen of knelpunten binnen deze wet?
Gemeenten verschillen in uitvoering. Er zijn zorgen over de betaalbaarheid en toegankelijkheid van voorzieningen.

Slide 9 - Slide

✅ Groep 3 – Zorgverzekeringswet (ZVW)
1. Wat regelt deze wet precies?
De ZVW regelt de verplichte basisverzekering voor medische zorg zoals huisarts, ziekenhuis en wijkverpleging.
2. Voor welke doelgroep is deze wet bedoeld?
Iedereen die in Nederland woont of werkt is verplicht verzekerd via de ZVW.
3. Welke vormen van zorg vallen onder deze wet?
Huisartsenzorg, ziekenhuiszorg, medicijnen, wijkverpleging, kraamzorg.
4. Wat betekent deze wet voor jou als verzorgende IG?
Je levert zorg die vergoed wordt via de ZVW, zoals wijkverpleging en verpleegtechnische handelingen.
5. Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet?
Zorgverzekeraars voeren de ZVW uit. De overheid stelt de inhoud van het basispakket vast.
6. Wat zijn actuele ontwikkelingen of knelpunten binnen deze wet?
Er is druk op wijkverpleging, personeelstekorten en zorgen over passende zorg en bureaucratie.

Slide 10 - Slide

✅ Groep 4 – Jeugdwet
1. Wat regelt deze wet precies?
De Jeugdwet regelt jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering voor jongeren tot 18 jaar (soms tot 23).
2. Voor welke doelgroep is deze wet bedoeld?
Kinderen en jongeren met opgroei- of opvoedproblemen, psychische problemen of gedragsstoornissen.
3. Welke vormen van zorg vallen onder deze wet?
Opvoedondersteuning, behandeling, jeugdbescherming, jeugdreclassering, GGZ voor jeugd.
4. Wat betekent deze wet voor jou als verzorgende IG?
Je kunt werken met jongeren in de jeugdzorg, signaleert problemen en werkt samen met wijkteams en jeugdhulpverleners.
5. Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet?
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het organiseren en financieren van jeugdhulp.
6. Wat zijn actuele ontwikkelingen of knelpunten binnen deze wet?
Gemeenten hebben moeite met het organiseren van voldoende en passende jeugdhulp. Er zijn zorgen over wachttijden en kwaliteit.

Slide 11 - Slide

Oudere zorgvragers blijven vaak het liefst zo lang mogelijk in hun eigen huis wonen. Als ze hiervoor de woning moeten aanpassen, kunnen ze een vergoeding krijgen vanuit de:
A
wmo
B
wlz
C
zvw

Slide 12 - Quiz

de wet langdurige zorg heeft als belangrijk kenmerk?
A
ondersteuning bij het meedoen in de maatschappij
B
beschermd wonen voor mensen met een psychische aandoening
C
gemeenten kunnen deskundige organisaties en hulpverleners inschakelen
D
intensieve 24 uurszorg, ondersteuning of toezicht voor kwetsbare ouderen en mensen met een beperking

Slide 13 - Quiz

Onder welke wet valt de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking?
A
Zorgverzekeringswet (Zvw): medische zorg en persoonlijke verzorging en verpleging
B
Wet langdurige zorg (Wlz): blijvend langdurige en intensieve zorg
C
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): ondersteuning, begeleiding, dagbesteding en beschermd wonen
D
Jeugdwet: kinderen en jongeren onder de 18 jaar met een verstandelijke beperking

Slide 14 - Quiz

Mevrouw Janssen heeft huishoudelijke zorg nodig waar kan zij deze aanvragen?
A
wmo
B
wlz
C
jeugdwet
D
zvw

Slide 15 - Quiz

Pauze
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Zorgkosten omlaag..

Slide 18 - Mind map

  • De laatste jaren doen de medewerkers van verzorgings- en verpleeghuizen steeds minder een beroep op de familie van de zorgvragers.
  • De laatste jaren stimuleert de overheid steeds meer de inzet van mantelzorg en vrijwillige zorg.
  • Sluiten van afdelingen in ziekenhuizen (Treant bijvoorbeeld)
  • Zorgverzekering wordt duurder



Slide 19 - Slide

Zo lang mogelijk thuis!
Eens!
Oneens!

Slide 20 - Poll

Opdracht 4:


Een 76-jarige vrouw met reuma woont alleen en kan zich niet meer redden met de huishoudelijke taken. Zij komt in aanmerking voor huishoudelijke hulp via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
 Naast de Wmo zijn er nog drie andere stelselwetten.

Geef bij de volgende situaties aan welke stelselwet van toepassing is.

  • Een man van 78 jaar met een halfzijdige verlamming. Hij heeft weinig kans op herstel. De zorgvrager heeft 24 uurszorg en toezicht nodig.
  • Een 34-jarige vrouw met een acute blindedarmontsteking. Ze heeft een operatie en een antibioticakuur nodig.
  • Een 12-jarige jongen met een verstandelijke beperking. Hij heeft veel begeleiding nodig. Hij kan niet meer thuis wonen. 




Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

1. Hoe kun je als verzorgende IG zorgen voor een veilige en vertrouwde sfeer?
2. Wat zou je kunnen doen als je merkt dat een cliënt zich niet begrepen voelt?

Slide 23 - Mind map

Slide 24 - Video

Het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) bepaalt het zorgprofiel van een zorgvrager. Wat is het zorgprofiel?
A
hierin staat welk zorg de iemand nodig heeft en kan zelf kiezen wie de zorg geeft
B
hierin staat welke aandoeningen iemand heeft en welke behandeling hij daarvoor krijgt. dat kan thuis of in een instelling
C
hierin staat welke verzekering iemand heeft en welke zorg hij vergoed krijgt

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Opdracht 5:
Als verzorgende heb je een belangrijke rol rondom de indicatiestelling, hoewel je de indicatie (in de meeste gevallen) niet zelf stelt.

  • Wat is jouw rol als verzorgende rondom een bestaande indicatie voor zorgvragers?
  • Mevrouw De Goede krijgt drie keer per week persoonlijke verzorging thuis. Je ziet haar de laatste weken verslechteren. Ze kan zichzelf amper meer wassen. Wat doe je in deze situatie? 


Slide 27 - Slide