verkeer voorrang les 3b

Terugblik
Wat hebben wij tijdens de vorige les geleerd?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
VerkeerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Terugblik
Wat hebben wij tijdens de vorige les geleerd?

Slide 1 - Slide

Wat hebben we geleerd?
Wat voorrangsborden zijn.
Wie voorrang heeft en waarom.
Wat voorrangsvoertuigen zijn.
Wat een voorrangsweg is.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
Doel: Aan het eind van de les kunnen jullie:
bij verschillende situaties aangeven wie voorrang heeft.
Kennen jullie de betekenis van de verschillende voorrangsborden. 
Weten jullie welke verkeerslichten er zijn.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Voorrangsweg. Als je rijdt (fietst), moet je voorrang krijgen van iedereen die uit de zijweg komt rijden.
Einde voorrangsweg.
Als je rijdt (fietst), moet je voorrang krijgen van iedereen die van links en rechts komt rijden.
Je moet voorrang geven aan iedereen die van links of rechts komt rijden. Bij dit bord staan altijd haaientanden op het wegdek.
Stopbord. Als je rijdt (fietst), moet je stoppen voor de stopstreep. Ook als er niets aan komt rijden. Geef voorrang aan iedereen die van links of rechts komt rijden. 

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Wie mag er nu voorgaan?
A
Finn
B
Esmee

Slide 8 - Quiz

Waarom mag de persoon op de afbeelding voorgaan?

Slide 9 - Open question

Hoe wordt de voorrang op dit kruispunt nu geregeld?
A
Met verkeerslichten en borden
B
Met voorrangsborden
C
Met verkeerslichten, haaientanden en borden
D
met haaientanden en borden

Slide 10 - Quiz

Waar
Niet waar
Als verkeerslichten werken, gelden de verkeersborden niet
De voorrangsborden en haaientanden gelden ook als de verkeerslichten werken.
De voorrangsborden gelden op dit kruispunt als het verkeerslicht voor jou oranje wordt. 
Als alle verkeerslichten oranje knipperen of niet branden, gelden de voorrangsborden. 

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Wie doet het goed?
A
Daniël
B
Simone
C
Fatima

Slide 13 - Quiz

Waarom doet hij/ zij het goed?

Slide 14 - Open question

Vroeger waren niet alle spoorwegovergangen goed beveiligd. Hier zie je zo'n overgang. Hoe wist je dat er een trein aankwam?
Waar
Niet waar
De bomen gingen dicht
Er klonk een geluidssignaal
Er knipperden rode lichten

Slide 15 - Drag question

Bijna alle spoorwegovergangen zonder bomen zijn inmiddels omgebouwd en daar zijn nu spoorbomen gekomen. Waarom zou dit zijn gedaan denk je?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Wat doet een verkeersregelaar?
A
Bord omhoog houden
B
Die zegt dat je moet stoppen
C
die vertelt welke kant je op moet rijden die vertelt wie er wel/ niet mag doorrijden geeft een stopteken
D
Die staat er voor de lol

Slide 18 - Quiz

Wat doet een verkeersregelaar?

Slide 19 - Open question

Waarom mogen de mensen van de afbeelding nu wel op straat lopen en krijgen zij voorrang?
A
Omdat er een evenement is
B
Omdat zij voorrang hebben
C
Omdat zij in de meerderheid zijn
D
Omdat voetgangers altijd voorrang hebben.

Slide 20 - Quiz

Waarom mogen de mensen nu wel op straat lopen en krijgen zij voorrang?

Slide 21 - Open question

Verkeersregelaar
Verkeersbrigadier
Bij scholen
Bij speciale gebeurtenissen
Staan er af en toe
Staan er elke dag
Vanaf 18 jaar
Vanaf ongeveer 11 jaar
Zorgen dat kinderen veilig oversteken
Zorgen dat het verkeer goed doorstroomt

Slide 22 - Drag question

Wat betekent dit bord?

Slide 23 - Open question

Wat betekent dit bord?

Slide 24 - Open question

Wat betekent dit bord?

Slide 25 - Open question

Wat betekent dit bord?

Slide 26 - Open question

Wat betekent dit bord?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

Wat hebben jullie tijdens deze les geleerd? noem minimaal 2 voorbeelden.

Slide 29 - Open question