Grammatica herhaling blok 2 (3TL)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Lesdoelen Grammatica blok 2

• Je kunt een zin in zinsdelen verdelen
• Je kunt in een zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), Onderwerp (ond), 

       lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp (mv) en de bijwoordelijke   

       bepaling (bwb) en de bijvoeglijke bepaling (bvb) benoemen.

• Je weet het verschil tussen de bwb en bvb
• Je kunt de woordsoorten: ww, lw, znw, bnw, vz en het pers. vnw   

       benoemen

• Je weet wanneer een woord een bezittelijk vnw. (bezit. vnw), wederkerend of wederkerig 

        vnw. is.

• Je weet wanneer een zin in de bedrijvende vorm of lijdende vorm staat.
  

"Gisteren heeft mijn vader per ongeluk een paar bestanden van zijn computer gewist."
Benoem het zinsdeel: Gisteren.

"Gisteren heeft mijn vader per ongeluk een paar bestanden van zijn computer gewist."
Benoem het zinsdeel: "een paar bestanden van zijn computer."

"Gisteren heeft mijn vader per ongeluk een paar bestanden van zijn computer gewist."
Hoe heet het deel: "van zijn computer."

"Die beroemde rapper brengt deze week eindelijk zijn nieuwe album uit."
Benoem het zinsdeel: zijn nieuwe album.

"Tijdens de toetsweek hebben we geen gewone lessen."
Benoem het zinsdeel: geen gewone lessen

1. lv
2. ond
3. wwg
4. bwb

"De docent Engels geeft ons meestal veel huiswerk op"

Wat zijn in deze zin de bijvoeglijke bepalingen? En waarbij horen ze?

"De docent Engels geeft ons meestal veel huiswerk op"

Wat is "ons" in deze zin?

1. Ond
2. Lv
3. Mv
4. Bwb

Wat is het verschil tussen
een bwb en een bvb?

"In een mooi natuurgebied in Limburg heeft de koning een bezoekerscentrum geopend."

Wat is "in Limburg"

1. Bwb
2. Bvb
3. Lv
4. Mv

Voeg in de onderstaande zin een bwb en een bvb toe.

"De koning heeft het museum geopend."

Haal uit de onderstaande zin de bezittelijke voornaamwoorden (bezit. vnw).

"Mijn jas hangt aan de kapstok, waar hangt de jouwe?

Schrijf een persoonlijk vnw en
een werkwoord met
een wederkerend
voornaamwoord op

Wat is in de onderstaande zin het wederkerig vnw?

"Mijn broer en ik begrijpen elkaar met weinig woorden, hij verheugt zich op ons grapje."

1. Mijn
2. elkaar
3. zich
4. ons

Staat de zin in de bedrijvende vorm of de lijdende vorm?

"De vis wordt uit het water gehaald.

1. Bedrijvende vorm
2. Lijdende vorm

Staat de zin in de bedrijvende vorm of de lijdende vorm?

"De baby krijgt vandaag zijn eerste fruithapje.

1. Bedrijvende vorm
2. Lijdende vorm

Maak een foto van je werk

Huiswerk

Onderdeel Grammatica blok 2. 

Herhaling theorie Verschil bwb en bvb en woordsoortbenoeming bezittelijk vnw, wederkerend vnw, wederkerig vnw., bedrijvende en lijdende vorm blz. 78 t/m 85. 

Maak alle bijspijkeropdrachten in de online omgeving §2.5, §2.7 en §2.8