les 3

Inhaalprogramma Hfst 2 - les 3

1 Nakijken Gram. H2 
2 Uitleg vragend, aanwijzend, 
betrekkelijk en onbepaald vnw.
3 Maken opdr. 9, 11 en 12 (Gram. H2)

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Inhaalprogramma Hfst 2 - les 3

1 Nakijken Gram. H2 
2 Uitleg vragend, aanwijzend, 
betrekkelijk en onbepaald vnw.
3 Maken opdr. 9, 11 en 12 (Gram. H2)

Slide 1 - Slide

Nakijken grammatica H2 opdr 1
1. Volgens een artikel in een roddelblad | lagen | de telefoonnummers van politici | vanwege een verloren telefoon | bijna | op straat.
 bwb: Volgens een artikel in een roddelblad
 wwg: lagen
 ond: de telefoonnummers van politici
 bwb: vanwege een verloren telefoon
 bwb: bijna
 bwb: op straat
 bvb: in een roddelblad bij artikel
 van politici bij telefoonnummers
 verloren bij telefoon

Slide 2 - Slide

Nakijken grammatica H2 opdr 1
2 Een Britse televisiezender | heeft | na een incident | de juryleden van een talentenjacht | plotseling | ontslagen.

 ond: Een Britse televisiezender
 wwg: heeft ontslagen
 lv: de juryleden van een talentenjacht
 bwb: na een incident
 bwb: plotseling
 bvb: Britse bij televisiezender
 van een talentenjacht bij juryleden

Slide 3 - Slide

Nakijken grammatica H2 opdr 1
3 Voor de auditie | deelde | de regisseur | de aanwezigen | de voorwaarden voor deelname | mee.

 bwb: Voor de auditie
 wwg: deelde mee
 ond: de regisseur
 mv: de aanwezigen
 lv: de voorwaarden voor deelname
 bvb: voor deelname bij voorwaarden

Slide 4 - Slide

Nakijken grammatica H2 opdr 1
4 Vanmorgen | hebben | de spelers van een toneelgezelschap | leerlingen uit klas 2B | op het schoolplein | met een levensechte voorstelling | overvallen.
 bwb: Vanmorgen
 wwg: hebben overvallen
 ond: de spelers van een toneelgezelschap
 lv: leerlingen uit klas 2B
 bwb: op het schoolplein
 bwb: met een levensechte voorstelling
 bvb: van een toneelgezelschap bij spelers
 uit klas 2B bij leerlingen
 levensechte bij voorstelling

Slide 5 - Slide

Nakijken grammatica H2 opdr 1
5 Heeft | meneer De Zwart | jou | gisteren | een uitnodiging voor de toneelrepetitie | gestuurd?
 wwg: heeft gestuurd

 ond: meneer De Zwart
 mv: jou
 bwb: gisteren
 lv: een uitnodiging voor de toneelrepetitie
 bvb: De Zwart bij meneer
 voor de toneelrepetitie bij uitnodiging

Slide 6 - Slide

Nakijken grammatica H2 opdr 1
6 Tijdens de repetitie Nederlands | ging | het alarm voor de brandoefening | af.

 bwb: Tijdens de repetitie Nederlands
 wwg: ging af
 ond: het alarm voor de brandoefening
 bvb: Nederlands bij repetitie
 voor de brandoefening bij alarm

Slide 7 - Slide

Nakijken grammatica H2 opdr 2
1 over die musical = bvb
 Dit deel geeft aan waarover de opmerkingen gingen.
2 over die musical = bwb
 Het zinsdeel geeft antwoord op de vraag: Waarover ga jij …?
 voor het jongerentijdschrift = bvb
 Het deel geeft aan over welke tekst het gaat.
3 Op de Donald Duck = bwb
 Het zinsdeel geeft antwoord op de vraag: Waarop was ik …?
4 op de Donald Duck = bvb
 Het deel geeft aan om welk abonnement het gaat.

Slide 8 - Slide

Nakijken grammatica H2 opdr 4
1-2 a Eigen antwoord, bijvoorbeeld: De leidinggevende van de supermarkt, de heer Molenbroek, heeft vrijdag mijn zus ontslagen.
 b Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Mijn opa heeft gesmuld van de dagschotel, kippenpoten met appelmoes en friet.
 c Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Het artikel over vakantiespreiding staat in een van de bekendste Nederlandse kranten, de Telegraaf.
3-5 Eigen werk.


Slide 9 - Slide

Nakijken grammatica H2 opdr 6
1 surfplank, hand, buurman, hand, lucht, surfers, recordbrekers, Californië, supersurfplank, seconden, golven, wereldrecord, mensen, surfboard, mensen.
2 a Ja.
 b In zin 3 staan een persoonsvorm (hebben) en een voltooid deelwoord (getrotseerd). De persoonsvorm hebben is het hulpwerkwoord.
3 Persoonlijk vnw: ze, ze, ze
 Bezittelijk vnw: hun
4 op, Met, in, in, op, met, op, met
5 a Nee.
 b In is een deel van het scheidbare werkwoord inchecken.



Slide 10 - Slide




Woordsoorten

Slide 11 - Slide

Woordsoorten

nieuw:
vragend vnw
aanwijzend vnw
betrekkelijk vnw
onbepaald vnw
Je kent al:

ZNW
BIJV NW
LW
VZ
PERS VNW
BEZ VNW
WEDERKEREND VNW
WEDERKERIG VNW

Slide 12 - Slide

Benoem de pers., bez., wederk. en wederkerig voornaamwoorden:
Waarom verdenk je Tristan van het ontvreemden van je Ipad?

Slide 13 - Open question

Benoem de pers., bez., wederk. en wederkerig voornaamwoorden:
Ik vergiste me in de datum van mijn leesautobiografie.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Benoem de vr. vnw., aanw. vnw., betr. vnw. en onbep. vnw.
1 Welke docenten zou jij wel de nek om willen draaien?

Slide 19 - Open question

Benoem de vr. vnw., aanw. vnw., betr. vnw. en onbep. vnw.
2 Waarom heb jij voor die sport gekozen?

Slide 20 - Open question

Benoem de vr. vnw., aanw. vnw., betr. vnw. en onbep. vnw.
3 Het meisje dat ik zo leuk vind, schenkt geen aandacht aan mij.

Slide 21 - Open question

Benoem de vr. vnw., aanw. vnw., betr. vnw. en onbep. vnw.
4 Niemand zei dat het eenvoudig zou zijn.

Slide 22 - Open question

Huiswerk



Gram. H2: 9, 11 en 12

Slide 23 - Slide