Doelgroepen les 1

Doelgroepen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DoelgroepenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doelgroepen

Slide 1 - Slide

Programma
indeling mensen met een verstandelijke beperking
Autisme Spectrum Stoornis en verwante contactstoornissen
WSI



Slide 2 - Slide

Licht verstandelijk beperkt
  • IQ tussen 50 en 85
  • Onzichtbaar- overvragen--> negatief zelfbeeld.
  • (abstract) denken
  • het oplossen van problemen
  • leren het begrijpen van taal
  • verschillende sociale en praktische vaardigheden

Slide 3 - Slide

Matig verstandelijk beperkt
  • IQ tussen 35 en 50
  • Leren door te ervaren
  • persoonlijke verzorging en huishoudelijke taken met ondersteuning.

Slide 4 - Slide

Ernstige verstandelijke beperking
IQ tussen 20 en 35
Weinig begrip voor geschreven taal, tijd, geld etc.
Uitgebreide ondersteuning nodig.
Gesproken taal is beperkt tot hier en nu.
Initiatief vanuit de begeleider.
Gebarentaal.
Contact met familie en bekenden.


Slide 5 - Slide

Zeer ernstige verstandelijke beperking
IQ onder de 20.
Ervaren wereld via hun lichaam.
Voorwerpen doelgericht gebruiken --> ervaring.
Non-verbale communicatie.
Contact met familie en bekenden.

Slide 6 - Slide

Wat is jouw ervaring met autisme?

Slide 7 - Open question

Autisme

Slide 8 - Slide

Autisme spectrum stoornis
  • Afgekort ASS is volgens de DSM 5 de verzamelnaam. DSM criteria voor autisme:
  • problemen op het gebied van sociale communicatie en sociale interactie
  • beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten
  • over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels
  • Niet alleen een verstandelijke beperking maar ook normale tot hoge intelligentie.


Slide 9 - Slide

Welke vormen van autisme ,die nu onder ASS vallen, ken je?

Slide 10 - Open question

Autistische stoornis/Klassiek autisme

  • Klassiek autisme
  • DSM 4
  • Beperkte interesse gebieden, herhalingsgedrag en problemen op het gebied van sociale communicatie en interactie
  • Altijd sprake van een taalachterstand in de kindertijd.
  • Mogelijk een verstandelijke beperking. Kan ook normale tot hoge intelligentie hebben.



Slide 11 - Slide

Syndroom van Asperger
  • Vernoemd naar Hans Asperger--> kinderarts/ belangrijk onderzoek naar autisme
  • DSM 4
  • Beperkte interesse gebieden, herhalingsgedrag en problemen op het gebied van sociale communicatie en interactie
  • Geen sprake van een taalachterstand in de kindertijd.  Vaak formelere gesprekken  Pesten
  • Willen wel sociaal contact.  mogelijk alleen wonen.
  • Normale tot hoge intelligentie.


Slide 12 - Slide

PDD- NOS
  • Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified (pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet anderszins omschreven)
  • DSM 4
  • Problemen op het gebied van sociale communicatie en interactie
  • ass? --> sociale communicatiestoornis



Slide 13 - Slide

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van de overkoepelende term ASS.

Slide 14 - Open question

Cliënt begeleiden met autisme.

Slide 15 - Mind map

Begeleiden autisme
  • Vaste routines
  • Begrijpelijk communiceren : Picto- foto-voorwerpen
  • Sluit aan bij het niveau van de cliënt
  • emoties
  • Intensieve begeleiding tijdens activiteiten
  • Geef me de 5 (wie, wat, waar, wanneer, hoe)
  • Empowerment
  • Motiverende gespreksvoering



Slide 16 - Slide

emoties
Empathie tonen
Gedrag benoemen
Is de cliënt zich bewust van zijn emotie/gedrag?
Ruimte geven maar grenzen bewaken.

Slide 17 - Slide