Relaties & zelfbeeld: ouders en docenten - OB

Relaties & zelfbeeld
ouders en docenten 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Relaties & zelfbeeld
ouders en docenten 

Slide 1 - Slide

Relaties & Zelfbeeld - In deze les reflecteer je met leerlingen op de rollen die ouders en docenten spelen in relatie tot jongeren. Je bespreekt welke frustraties dit kan oproepen.
In menselijke interactie hebben we een rolopvatting en volwassenen (en jongeren) gedragen zich daar bewust en onbewust naar. We “spelen dus een rol”, zonder dat dit per se onecht is. Leerlingen reflecteren op agressie door ouders bij sport en bedenken een positieve manier om dat gedrag te laten verminderen. In de reflectie-opdracht onderzoeken leerlingen hun eigenschappen en hoe die een plaats krijgen in concreet gedrag.

  1. Eddie wilde een betere vader zijn voor zijn zoon dan zijn vader voor hém was. Waarom wilde hij dat? 
  2. Eddie deed en hield Jamie op voetbal, terwijl Jamie daar niet goed in was. Waarom deed Eddie dat? 
  3. Wat denk je dat dat met Jamie heeft gedaan? 
  4. Waarom kreeg Jamie een computer met alles erop en eraan van zijn ouders? Welk gevoel van verantwoordelijkheid speelde bij hen mee op het moment dat ze hem de computer gaven? 
  5. Welk gevoel van verantwoordelijkheid speelt er nu bij hen?

Slide 2 - Slide

Klik op het kopje en bekijk het adolescence fragment die gaat over Jamie's ouders die met elkaar praten over waar het misschien is fout gegaan, en wat hun bijdrage kan zijn geweest.

Jamie zit al meer dan een jaar in de gevangenis. De rest van het gezin probeert het leven weer op te pakken, maar dat lukt niet goed. Verdriet, woede en schuldgevoel wisselen elkaar af. De vader en moeder van Jamie vragen zich af of ze wel goede ouders zijn geweest.

Kijk-en reflectievragen bij het fragment:
1. Eddie wilde een betere vader zijn voor zijn zoon dan zijn vader voor hém was. Waarom wilde hij dat? Antwoord: Zijn vader sloeg hem. Dat wilde hij zijn kind nooit aandoen.

2. Eddie deed en hield Jamie op voetbal, terwijl Jamie daar niet goed in was. Waarom deed Eddie dat? Antwoord: Hij wilde dat Jamie sterker zou worden.

3. Wat denk je dat dat met Jamie gedaan heeft? Antwoord: Jamie werd uitgelachen door de andere ouders. Eddie steunde hem niet, maar keek de andere kant op. Dat zal hem onzeker/verdrietig hebben gemaakt, dat zelfs zijn vader hem niet steunde.

4. Waarom kreeg Jamie een computer met alles erop en eraan van zijn ouders? Welk gevoel van verantwoordelijkheid speelde bij hen mee op het moment dat ze hem de computer gaven? Antwoord: Ze wilden hem geven waar hij blij van werd. Ze dachten dat de computer dat zou zijn.

5. Welk gevoel van verantwoordelijkheid speelt nu bij hen? Antwoord: Ze waren zelf onvoldoende aanwezig om zijn computergebruik in de gaten te houden. Ze realiseren zich pas nu met wat voor content Jamie in aanraking is geweest.
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je:

- reflecteren op welke manier “het spelen van een rol” invloed heeft op het contact tussen volwassenen en jongeren.

Dit betekent dat je:

- kunt uitleggen hoe de situatie bepaalt welke rol je speelt

- een methode kunt bedenken hoe je ongewenst gedrag positief kunt beïnvloeden.





Slide 3 - Slide

Leerdoel:
Na deze les kun je reflecteren op welke manier “het spelen van een rol” invloed heeft op het contact tussen volwassenen en jongeren.
Succescriteria:
Je kunt uitleggen hoe de situatie bepaalt welke rol je speelt;
Je kunt een methode bedenken hoe je ongewenst gedrag positief kunt beïnvloeden.
 (peers) spelen in de totstandkoming van je zelfbeeld
Je kunt verklaren hoe je makkelijk(er) bevestiging ziet in dingen die je al ziet of gelooft

Jongeren en volwassenen kunnen geen vrienden zijn.
Volgens de Spaanse filosoof Savater moeten ouders, leraren en andere volwassenen niet de vriend van jongeren willen zijn. Jong zijn, dat is iets voor jongeren. 

Het hoogst haalbare is dat je redelijk goed overweg kunt met elkaar. Dat houdt ook in dat je als jongere zin kan hebben om een volwassene de nek om te draaien.


Slide 4 - Slide

Vraag door:
- Wat is het voordeel als een ouder of docent niet een vriend van je is?
- Wat is het nadeel als een ouder of docent niet een vriend van je is?
- Hoe vind je het als een ouder of docent zich gedraagt alsof hij/zij net zo oud is als jij?
Boos, echt heel boos
Kun je je een moment herinneren dat je echt heel boos was op een ouder, docent of andere volwassene? 

In welke situatie was dat?

Waarom maakte het gedrag van diegene je zo boos?


Slide 5 - Slide

Laat ruimte voor het gevoel van de leerling. Probeer helder te krijgen wat de leerling boos maakte.
Vraag door of de leerling weet welke beweegreden de volwassene had in die situatie, bijvoorbeeld met:
- Welke reden denk je dat de ouder of docent gehad heeft om zo te reageren tegen jou?
- Wat zou jij gedaan hebben als de rollen waren omgedraaid en jij de volwassene was?

Je speelt altijd een rol
Dat betekent echter niet dat je niet “echt” bent. Het betekent dat je je gedrag aanpast aan de omgeving en mensen met wie je bent.

Je gedraagt je anders tussen vrienden, dan tegen de baas van je bijbaantje. Tegen je ouders gedraag je je wellicht anders dan tegen je grootouders. 

Cabaretier Raoul Heertje heeft over dit onderwerp een boek geschreven en vertelt erover in een talkshow.


Slide 6 - Slide

Slide 5 & 6 gaan over het spelen van een rol. Dat hoeft niet per se slecht of onecht te zijn. In verschillende contexten gedraag je je anders
Neem twee situaties in gedachten waarin jij je verschillend gedraagt. 

Leg uit welk gedrag je in beide omgevingen laat zien. 

Wat zou er gebeuren als je het gedrag van de ene omgeving gaat laten zien in de andere? Hoe zouden anderen reageren?


Slide 7 - Slide

Klik op het kopje Mediafragment en bekijk het fragment van Pauw & Witteman waarin het spreken van rollen besproken wordt. 
Kern van het antwoord:
Er zijn uitgesproken en onuitgesproken verwachtingen hoe je je in bepaalde contexten gedraagt. Als die verwachtingen niet uitkomen, kunnen mensen verbaasd of boos worden.

Welk gedrag verwacht jij van een docent?

Slide 8 - Mind map

Vraag door:
- Waarom vind je dit gedrag belangrijk van een docent?
- Wat gebeurt er als een docent dit gedrag niet laat zien?
- Wat is echt noodzakelijk en wat prettig, maar niet noodzakelijk gedrag?

Kijkvragen:
1. Wat wil de docent in het begin van het fragment duidelijk maken aan de leerling? Hoe doet hij dat?
2. In de loop van het fragment wil hij nog steeds hetzelfde, maar hij maakt dat op een andere manier duidelijk. Welke manier is dat?


Slide 9 - Slide

Klik op het kopje mediafragment en bekijk het fragment.

Kern van het antwoord:
1. Hoefnagels gaat complimenten geven en probeert Abigail te laten inzien wat ze allemaal wel goed kan. Abigail heeft steeds een tegenargument en praat zichzelf zo de put in. Ze heeft en houdt een negatief zelfbeeld.
2. Hoefnagels gebruikt de omgekeerde psychologie. Hij zegt dat het allemaal niet goed gaat en begint een bank te zoeken waar Abigail lekker op kan liggen, omdat toch niets lukt.. Abigail gebruikt daarop nu weer tegenargumenten, maar die zijn juist positief naar haar eigen kunnen .Daardoor wordt haar zelfbeeld positiever.



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Agressie op het veld
Heb jij weleens te maken gehad met agressie van (je) ouders op het sportveld? 

Wat gebeurde er precies?

Hoe voelde jij je op dat moment? 

Wat deed je toen?





Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Agressie op het veld
Uit onderzoek van het tv programma Eénvandaag blijkt dat ouders vaak agressie vertonen op het sportveld.

Het kan gaan om onder andere:
- schelden
- bemoeien
- ophitsen

Hoe zou jij ermee omgaan als jouw ouders één van deze dingen doen tijdens de wedstrijd?




Slide 12 - Slide

Het is een bewuste keuze om deze vraag eerst “hypothetisch” aan leerlingen voor te leggen, dus met “hoe zou je…?”
Vraag door:
Als de klassensituatie veilig is, kun je ingaan op de eigen ervaringen van leerlingen:
- Heb je weleens agressie van andere/ je eigen ouders meegemaakt?
- Wat gebeurde er precies? Hoe voelde je je daarover?

Ouders buiten spel
Je bent lid van een voetbalteam. 
Bedenk met elkaar een plan waardoor je agressie van ouders op het veld kunt laten verminderen.
In het plan moeten de volgende elementen zitten:

- ouders, scheidsrechter en spelers
- positieve of grappige benadering 






Slide 13 - Slide

Als de opdracht moeilijk op gang komt, kun je met leerlingen een filmfragment kijken, bijvoorbeeld via youtube (https://www.youtube.com/watch?v=v5RIb8PaKk4). (filmpje in het Engels)

- Wat deden de spelers en de andere volwassenen (niet) tijdens de aanval?
- Het is duidelijk dat dit grensoverschrijdend is. Is schreeuwen, schelden en bemoeien ook grensoverschrijdend? Waarom wel/niet? Wat doet het bemoeien van ouder(s) met het speelplezier van de spelers en de scheidsrechter?
- Wat deed de aanval van de ouder met de scheidsrechter?

Reflectie-opdracht
Teken een spotprent van jezelf. Verwerk daarin de input van je ouders op de onderstaande vragen:

- Wat vinden ze belangrijke kenmerken van jou?
- Welke dingen (sport, hobby) heb je aanleg voor?
- Welke kenmerken of eigenschappen stimuleren ze?
- Hoe doen ze dat?
- Waarom denken ze dat dat werkt?

Slide 14 - Slide

Stimuleer de open uitwisseling tussen leerlingen.
Vraag door:
- Welke eigenschappen herken je van elkaar?
- Welke eigenschappen zijn moeilijk visueel te maken?
Vervolgvraag:
- Zijn er ook spotprenten die je niet vindt kunnen? Zo ja, wat maakt dat de ene spotprent grappig is en de andere niet kan?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

More lessons like this