Relaties & zelfbeeld: ouders en docenten - BB

Relaties & zelfbeeld
ouders en docenten 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Relaties & zelfbeeld
ouders en docenten 

Slide 1 - Slide

Relaties & Zelfbeeld - In deze les reflecteer je met leerlingen op de rollen die ouders en docenten spelen in relatie tot jongeren. Je bespreekt welke frustraties dit kan oproepen.
In menselijke interactie hebben we een rolopvatting en volwassenen (en jongeren) gedragen zich daar bewust en onbewust naar. We “spelen dus een rol”, zonder dat dit per se onecht is. Leerlingen reflecteren op agressie door ouders bij sport en bedenken een positieve manier om dat gedrag te laten verminderen. In de reflectie-opdracht onderzoeken leerlingen hun eigenschappen en hoe die een plaats krijgen in concreet gedrag.

  1. Eddie wilde een betere vader zijn voor zijn zoon dan zijn vader voor hém was. Waarom wilde hij dat? 
  2. Eddie deed en hield Jamie op voetbal, terwijl Jamie daar niet goed in was. Waarom deed Eddie dat? 
  3. Wat denk je dat dat met Jamie heeft gedaan? 
  4. Waarom kreeg Jamie een computer met alles erop en eraan van zijn ouders? Welk gevoel van verantwoordelijkheid speelde bij hen mee op het moment dat ze hem de computer gaven? 
  5. Welk gevoel van verantwoordelijkheid speelt er nu bij hen?

Slide 2 - Slide

Klik op het kopje en bekijk het adolescence fragment die gaat over Jamie's ouders die met elkaar praten over waar het misschien is fout gegaan, en wat hun bijdrage kan zijn geweest.

Jamie zit al meer dan een jaar in de gevangenis. De rest van het gezin probeert het leven weer op te pakken, maar dat lukt niet goed. Verdriet, woede en schuldgevoel wisselen elkaar af. De vader en moeder van Jamie vragen zich af of ze wel goede ouders zijn geweest.

Kijk-en reflectievragen bij het fragment:
1. Eddie wilde een betere vader zijn voor zijn zoon dan zijn vader voor hém was. Waarom wilde hij dat? Antwoord: Zijn vader sloeg hem. Dat wilde hij zijn kind nooit aandoen.

2. Eddie deed en hield Jamie op voetbal, terwijl Jamie daar niet goed in was. Waarom deed Eddie dat? Antwoord: Hij wilde dat Jamie sterker zou worden.

3. Wat denk je dat dat met Jamie gedaan heeft? Antwoord: Jamie werd uitgelachen door de andere ouders. Eddie steunde hem niet, maar keek de andere kant op. Dat zal hem onzeker/verdrietig hebben gemaakt, dat zelfs zijn vader hem niet steunde.

4. Waarom kreeg Jamie een computer met alles erop en eraan van zijn ouders? Welk gevoel van verantwoordelijkheid speelde bij hen mee op het moment dat ze hem de computer gaven? Antwoord: Ze wilden hem geven waar hij blij van werd. Ze dachten dat de computer dat zou zijn.

5. Welk gevoel van verantwoordelijkheid speelt nu bij hen? Antwoord: Ze waren zelf onvoldoende aanwezig om zijn computergebruik in de gaten te houden. Ze realiseren zich pas nu met wat voor content Jamie in aanraking is geweest.
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je:

- reflecteren op welke manier “het spelen van een rol” invloed heeft op het contact tussen volwassenen en jongeren.

Dit betekent dat je kunt:

- uitleggen hoe de situatie bepaalt welke rol we spelen;

- beargumenteren waar de grens ligt tussen autonomie van een ouder en belang van een kind.


Slide 3 - Slide

Leerdoel:
Na deze les kun je reflecteren op welke manier “het spelen van een rol” invloed heeft op het contact tussen volwassenen en jongeren.
Succescriteria:
Je kunt uitleggen hoe de situatie bepaalt welke rol we spelen;
Je kunt beargumenteren waar de grens ligt tussen autonomie van een ouder en belang van een kind.

Jongeren en volwassenen kunnen geen vrienden zijn.
Volgens de Spaanse filosoof Savater moeten ouders, leraren en andere volwassenen niet de vriend van jongeren willen zijn. Jong zijn, dat is iets voor jongeren. Het hoogst haalbare is dat je redelijk goed overweg kunt met elkaar. Dat houdt ook in dat je als jongere zin hebt om een volwassene de nek om te draaien


Slide 4 - Slide

Vraag door:
- Wat is het voordeel als een ouder of docent niet een vriend van je is?
- Wat is het nadeel als een ouder of docent niet een vriend van je is?
- Hoe vind je het als een ouder of docent zich gedraagt alsof hij/zij net zo oud is als jij?
Opwarmer
Kun je je een moment herinneren dat je een ouder, docent of andere volwassene  de nek had willen omdraaien? 

In welke situatie was dat?

Waarom maakte het gedrag van diegene je zo boos?


Slide 5 - Slide

Laat ruimte voor het gevoel van de leerling. Probeer helder te krijgen wat de leerling boos maakte.
Vraag door of de leerling weet welke beweegreden de volwassene had in die situatie, bijvoorbeeld met:
- Welke reden denk je dat de ouder of docent gehad heeft om zo te reageren tegen jou?
- Wat zou jij gedaan hebben als de rollen waren omgedraaid en jij de volwassene was?

Je speelt altijd een rol
Dat betekent echter niet dat je niet “echt” bent. Het betekent dat je je gedrag aanpast aan de omgeving en mensen met wie je bent.

Je gedraagt je anders tussen vrienden, dan tegen de baas van je bijbaantje. Tegen je ouders gedraag je je wellicht anders dan tegen je grootouders. 

Cabaretier Raoul Heertje heeft over dit onderwerp een boek geschreven en vertelt erover in een talkshow


Slide 6 - Slide

Slide 5 & 6 gaan over het spelen van een rol. Dat hoeft niet per se slecht of onecht te zijn. In verschillende contexten gedraag je je anders.
Neem twee situaties in gedachten waarin jij je verschillend gedraagt. 

Leg uit welk gedrag je in beide omgevingen laat zien. 

Wat zou er gebeuren als je het gedrag van de ene omgeving gaat laten zien in de andere? Hoe zouden anderen reageren?


Slide 7 - Slide

Klik op het kopje Mediafragment en bekijk het fragment van Pauw & Witteman waarin het spreken van rollen besproken wordt. 
Kern van het antwoord:
Er zijn uitgesproken en onuitgesproken verwachtingen hoe je je in bepaalde contexten gedraagt. Als die verwachtingen niet uitkomen, kunnen mensen verbaasd of boos worden.

Welk gedrag verwacht jij van een docent?

Slide 8 - Mind map

Vraag door:
- Waarom vind je dit gedrag belangrijk van een docent?
- Wat gebeurt er als een docent dit gedrag niet laat zien?
- Wat is echt noodzakelijk en wat prettig, maar niet noodzakelijk gedrag?

Kijkvragen:
1. Wat wil de docent in het begin van het fragment duidelijk maken aan de leerling? Hoe doet hij dat?
2. In de loop van het fragment wil hij nog steeds hetzelfde, maar hij maakt dat op een andere manier duidelijk. Welke manier is dat?


Slide 9 - Slide

Klik op het kopje mediafragment en bekijk het fragment.

Kern van het antwoord:
1. Hoefnagels gaat complimenten geven en probeert Abigail te laten inzien wat ze allemaal wel goed kan. Abigail heeft steeds een tegenargument en praat zichzelf zo de put in. Ze heeft en houdt een negatief zelfbeeld.
2. Hoefnagels gebruikt de omgekeerde psychologie. Hij zegt dat het allemaal niet goed gaat en begint een bank te zoeken waar Abigail lekker op kan liggen, omdat toch niets lukt.. Abigail gebruikt daarop nu weer tegenargumenten, maar die zijn juist positief naar haar eigen kunnen .Daardoor wordt haar zelfbeeld positiever.



Tom (11 jaar) en zijn moeder eten alleen rauw voedsel. Zijn moeder gelooft dat gekookt voedsel eten mensen ziek maakt. 
 
Kijkvragen:
1. Wat is je eerste gevoel na het kijken van dit fragment?
2. Komt Tom op jou gelukkig over?
3. Mag een ouder een kind verplichten om tarwegras te drinken? 

Slide 10 - Slide

Klik op het kopje Mediafragment en bekijk het fragment uit de documentaire Rauw.

Bij veel mensen riep (het gedrag van) de moeder felle reacties op. Het is belangrijk om door te vragen als die felle reacties ook bij de leerlingen optreden.. Zo kunnen leerlingen beter rationaliseren wat er gebeurt en komen ze in hun oordelen op een dieper niveau dan alleen de termen “raar” en “belachelijk”.
Vraag door:
- Kunnen we alleen op basis van onze inschatting “of Tom gelukkig overkomt” een oordeel geven over of het goed/niet goed is wat de moeder doet?
Als een ouder een kind NIET mag verplichten om tarwegras te drinken:
- Op basis waarvan mag een ouder dat niet verplichten?
- Wat maakt dat dat anders is dan verplichten je boterham te eten?
Als een ouder een kind WEL mag verplichten om tarwegras te drinken:
- Op basis waarvan mag een ouder dat verplichten?
- Mag een ouder een kind alles verplichten te eten, als hij/zij gelooft dat dat gezonder is?

Alleen rauw voedsel eten
1. Waar ligt de grens tussen de vrijheid hebben als ouder om je eigen keuzes te maken en indoctrinatie?

2. Heeft een kind recht om gekookt eten te eten als hij dat wil? Waarom? 






Slide 11 - Slide

Vraag door:
- Mag een ouder bepalen wat voor sport jij wel of niet mag doen? Waarom?
- Mag een ouder bepalen wat jij voor geloof aanhangt? Waarom?
- Mag een ouder een kind verbieden een smartphone te hebben? Waarom?
- De meeste mensen in Nederland eten (ook) gekookt voedsel. Dat is dus het meest gangbaar. Betekent dat ook dat het een recht is?
- Wat is het verschil tussen een wijdverbreide gewoonte en een recht?

Alleen rauw voedsel eten
Vier jaar later - als Tom 15 is - blijkt zijn groei ernstig achter te lopen. In de vervolgdocumentaire komt een dokter aan het woord die zegt dat Tom te weinig essentiële voedingsstoffen binnenkrijgt. Zijn groeicurve is vergelijkbaar met een ernstig ondervoed kind in Afrika. Bureau Jeugdzorg start een spoedprocedure om Tom uit huis te plaatsen, formeel omdat hij al twee jaar niet naar school gaat. 

1. Wanneer vind jij dat de staat mag ingrijpen in het leven van ouders en kinderen? 
2. Is niet naar school gaan het enige criterium? 
3. Of mag het ook als ouders hun kind onderwerpen aan een slechte opvoeding?
4.  En hoe bepaal je dat? 

Slide 12 - Slide

Vraag door:
De moeder gelooft dat rauw voedsel gezonder is en dat gekookt voedsel mensen ziek maakt.
a. Stel dat dit niet waar is. Mag de moeder haar kind dan alleen rauw voedsel geven?
b. Stel dat dit wel waar is. Mag de moeder haar kind dan alleen rauw voedsel geven?
c. Stel dat het niet te bepalen is of dat waar is. Mag de moeder haar kind dan alleen rauw voedsel geven?
Bredere context:
Je kunt de vraag ook kaderen in een bredere context van de vrijheid van godsdienst (artikel 6 van de grondwet). Leerlingen kunnen zo hun mening vormen over de grenzen tussen vrijheid van godsdienst van de ouders en vrijheid van godsdienst van hun kind:
Er zijn ouders die heel gelovig zijn en willen dat hun kind ook heel gelovig is. Daarom moeten hun kinderen zich houden aan strenge regels die gebaseerd zijn op dat geloof, bijvoorbeeld:
- wat ze wel/niet mogen eten;
- mee moeten naar een (bepaalde) kerk/moskee/tempel/syngagoge;
- niet mogen omgaan/een relatie mogen hebben met mensen die dat geloof niet hebben;
- gehoorzaam moeten zijn aan mensen die een belangrijke rol spelen in het geloof van de ouders;
-niet zelf mogen kiezen welke kleding ze dragen;
-niet zelf een middelbare school mogen kiezen;
a. Stel dat dit geloof niet waar is. Mogen ouders dit hun kind verplichten?
b. Stel dat dit geloof wel waar is. Mogen ouders dit hun kind verplichten?
b. Stel dat het niet te bepalen is of dat waar is. Mogen ouders dit hun kind verplichten?
Deze vragen raken aan artikel 18 van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens over het recht op vrijheid van gedachte.
Verder lezen: https://www.uu.nl/onderwijs/universele-verklaring-van-de-rechten-van-de-mens-75-jaar/artikel-18-godsdienstvrijheid
Reflectie-opdracht 1
Vraag je ouders thuis waar ze toen ze je opvoedden over twijfelden als het over regels gaat. Hoe hebben ze dat aangepakt?

Neem die input mee naar school en maak in een groepje een podcast van pubers aan ouders. Bespreek daarin:
1. Wat zijn de verschillen tussen de ouders?
2. Welke dilemma's hebben ze?
3. Hoe zouden jullie die oplossen?
4. Sluit af met een aantal tips. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

More lessons like this