Vraag en aanbod van geld

Vraag naar en aanbod van geld
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vraag naar en aanbod van geld

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
Doelen van de les.
Mededeling
Uitleg over banken en financiële instellingen + herhaling
Aan de slag
Afsluiting van de les

Slide 2 - Slide

Deadline
- deel je website met je docent
- deadline 16 april 17.00 uur

Slide 3 - Slide

Lesdoelen 
Vraag naar en aanbod van geld
 Je weet hoe een bank werkt
 Je weet wat spaarrente en kredietrente is.
 Je weet wie de vragers en aanbieders van geld zijn.
 Je kunt voorbeelden geven van financiële instellingen en weet hoe ze werken.

Slide 4 - Slide

Waar moet je aan denken bij een bank?

Slide 5 - Mind map

3

Slide 6 - Video

00:37
Hoe noem je deze vorm van ruil?
A
indirecte ruil
B
directe ruil

Slide 7 - Quiz

01:48
Welke rente is hoger, de rente die je ontvangt voor je spaargeld, of de rente die je betaalt voor je lening?
A
spaarrente
B
kredietrente

Slide 8 - Quiz

03:53
Wat kan je met je bankpas doen?

Slide 9 - Open question

De bank
De bank kan verschillende dingen voor je doen als consument:
  • je kunt er sparen en beleggen;
  • je kunt geld lenen;
  • je kunt een betaalrekening afsluiten met een pinpas, eventueel een creditcard;
  • je kunt verzekeringen afsluiten;
  • je kunt geld omwisselen voor een andere valuta.

Slide 10 - Slide

rol van de bank
Het geld wat gespaard wordt bij de bank, wordt weer uitgeleend. De bank betaalt de spaarders rente, en ontvangt van de leners rente. De rente die de bank ontvangt is hoger, zo verdient de bank geld.

Slide 11 - Slide

Beleggen
  • Je kunt je geld beleggen i.p.v. op een spaarrekening zetten. 

  • Je steekt je geld dan bijvoorbeeld in aandelen, waarbij je verwacht dat ze meer waard zullen worden. 

  • Je kunt ook geld verliezen wanneer de koers gaat dalen. 

Slide 12 - Slide

Waarom wil de bank dat jij spaart?

Slide 13 - Open question

Welke bank zorgt in Nederland voor de verspreiding van euromunten en eurobankbiljetten?
A
ING Bank
B
ABN AMRO
C
De Nederlandse bank
D
De nationale bank

Slide 14 - Quiz

Wat zijn de voor-en nadelen van beleggen?

Slide 15 - Open question

Financiële instellingen
  • Dit zijn instellingen die over heel veel geld beschikken. 
  • Met het geld proberen ze geld te verdienen. (beleggen)
  • Maar de bank leent eigenlijk geld van de spaarders.

Slide 16 - Slide

Verzekeringsmaatschappij
  • Verzekeringsmaatschappijen hebben veel geld van alle verzekerden.
  • Met dit geld proberen ze geld te verdienen.
  • Dit doen ze door dit geld te beleggen.
  • Het geld is dus eigenlijk voor het uitkeren van schade.

Slide 17 - Slide

pensioenfondsen
  • je werkzame leven spaar je voor je pensioen
  • Pensioenfondsen hebben dus heel veel geld "te leen".
  • Met dit geld proberen ze geld te verdienen.
  • Zo kunnen ze later de pensioenen betalen 

Slide 18 - Slide

Beleggen
Financiële instellingen beleggen dus in het groot:
- door geld uit te lenen
- aandelen te kopen 
- door het bouwen van woningen, winkels(centra) bedrijventerreinen. 
- Deze gebouwen worden dan verhuurd of verkocht.
 

Slide 19 - Slide

Aan de slag
- Check het werkpad!
- Maak de opdrachten uit het werkdoel en vooral:
- Test jezelf!

Slide 20 - Slide

Als de rente heel hoog is gaan meer mensen sparen
dat is zo
dat is niet zo

Slide 21 - Poll

Als mensen meer gaan sparen, wat doen consumenten dan niet meer?

Slide 22 - Open question

Als consumenten minder uitgeven wat betekent dat voor de winkels en fabrieken?

Slide 23 - Open question

Als bedrijven minder geld verdienen, wat betekent dat voor de werkloosheid?

Slide 24 - Open question