ZEO les 4 (officieel les 3)

ZEO
les 4 (officieel les 3)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ZEOMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

ZEO
les 4 (officieel les 3)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag
  • Even herhalen 
  • cognitieve ontwikkeling kleuter

Slide 2 - Slide

Hoeveel moet een kleuter minimaal drinken op een dag?
A
5 tot 7 bekertjes (ongeveer 1 liter)
B
3 tot 5 bekertjes (ongeveer 0,5 liter)
C
7 tot 10 bekertjes (ongeveer 1,5 liter
D
zoveel het kind zelf aangeeft.

Slide 3 - Quiz

Hoeveel ml zuivel daarvan op een dag?

A
ongeveer 4 bekertjes
B
hoeft niet perse
C
ongeveer 2 bekertjes
D
mag zoveel als het kind wil

Slide 4 - Quiz

Wat was ook alweer de fijne motoriek?

A
alle bewegingen die een kind maakt
B
De bewegingen die het kind als eerst maakt
C
uitvoeren van acties om bijvoorbeeld te rennen of springen
D
uitvoeren van acties om voorwerpen te pakken, te gebruiken en los te laten.

Slide 5 - Quiz

Wat voor voorbeelden kun je geven bij de grove motoriek?

Slide 6 - Open question

Wat zou een verantwoordt tussendoortje kunnen zijn?
A
LIGA koekjes
B
banaan
C
appeltje
D
roze koek

Slide 7 - Quiz

cognitieve ontwikkeling
- Kleuters beschikken over een intrinsieke motivatie om iets nieuws eigen te maken
Intrinsieke motivatie: Alles wat van binnenuit komt en iemand motiveert tot een bepaald gedrag

- Kleuters houden van ordelijkheid en duidelijkheid (structuur en taakgericht)
- Ze sorteren graag voorwerpen, geven aan wat er bij hoort en wat niet etc.

Slide 8 - Slide

leren door te doen
- Eerst kijken en dan nadoen
- Herhaling is belangrijk

Slide 9 - Slide

geef een voorbeeld van intrinsieke motivatie

Slide 10 - Open question

Een kleuter gaat af op wat hij ziet

Slide 11 - Slide

Fantasie denken
- Een kleuter neemt zijn gedachten als waarheid
- Een kleuter fantaseert om zichzelf gerust te stellen
- Een kleuter fantaseert om een oplossing te vinden voor iets wat hij niet begrijpt
- Een kleuter fantaseert om een onmogelijke wens toch een beetje te vervullen (dagdromen)
- Een kleuter fantaseert om zijn eigen, nog zwakke ik te versterken (opscheppen)

Slide 12 - Slide

Jokken
(hangt samen met fantasie denken)
Kleuters spreken zonder opzet onwaarheden

Slide 13 - Slide

taalontwikkeling
Een kleuter gaat steeds meer taal gebruiken, het wordt een communicatiemiddel
De meeste 4-jarige kinderen kunnen goed verstaanbaar praten in korte, eenvoudige zinnen
Veel fouten hebben betrekking op werkwoordsvormen
“Deze had ik gekoopt” of “Ik had me gevallen”

Slide 14 - Slide

sociale vaardigheden
Een kleuter kan anderen helpen, meeleven en iets delen met anderen. Een kleuter speelt graag met anderen. Vooral rollenspellen zijn favoriet!


In de kleuterfase krijgen de meeste kinderen hun eerste vriendjes.

Kleuters nemen gedrag van elkaar over, vooral van mensen die ze aardig vinden

Kleuters willen er graag bij horen



Slide 15 - Slide

noem een voorbeeld van een rollenspel van kleuters

Slide 16 - Open question

Hoe kan jij als (G)PM'er bijdragen aan het zelfbeeld van een kind?

Slide 17 - Open question

Huiswerk!
werk de begrippen uit:
- Zelfbeeld
- Opgeblazen zelfbeeld
- Narcisme
- Innerlijk geweten
- Sensitiviteit
- Gender- identiteit
- Genderspecifiek gedrag
Lees de bijbehorende theorie uit het boek: Ontwikkeling en Activiteiten, en dan thema 9 Ontwikkeling van de kleuter.



Slide 18 - Slide

indeling presentaties/activiteit
Zie it's learning

Slide 19 - Slide