What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
WOORDENSCHAT VRIJE TIJD - DAG 5 - ROZE
Woorden
Thema 12: Vrije tijd
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
ISK
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woorden
Thema 12: Vrije tijd
Slide 1 - Slide
de
kleren
de
kleding
zin:
Ik doe mijn kleren aan.
zin:
Ik doe mijn kleren uit.
zin:
Ik koop mijn kleren vaak in een tweedehandswinkel.
Slide 2 - Slide
het
koekje
kleine gebakken lekkernij bij de thee of koffie
het
koekje -
de
koekjes
zin:
Ik ga vanmiddag koekjes bakken.
zin:
Ik vind gemberkoekjes erg lekker.
Slide 3 - Slide
het
kwart
1/4
25%
het
kwart - de kwart
en
het
kwartier (tijd)
zin:
Er is nog maar een
kwart
over van alle koekjes.
zin:
Het is
kwart
voor elf.
Slide 4 - Slide
de
leraar
man die lesgeeft
de
docent
de
leraar - de lerar
en
zin:
De
leraar
zoekt zijn bril.
zin:
De
leraar
wijst naar het woord.
Slide 5 - Slide
de
lerares
vrouw die lesgeeft
de
docente
zin:
De lerares schrijft op het bord.
zin:
Mijn dochter wil later lerares worden.
Slide 6 - Slide
willen
graag doen of hebben
werkwoord
ik
wil -
wij
willen
zin:
Mijn zoon
wil
een fiets voor zijn verjaardag.
zin:
De leerlingen
willen
naar huis.
Slide 7 - Slide
lijken
een beetje hetzelfde zijn
werkwoord
ik lijk - wij lijken
zin:
Mijn buurvrouw
lijkt
op koningin Maxima .
zin:
Honden
lijken
vaak op hun baasje.
Slide 8 - Slide
Ik doe met mijn buurman
een ................. wie het eerst klaar is.
5
A
kleren
B
wedstrijd
C
kwart
D
leraar
Slide 9 - Quiz
5
Welke kleren draag jij nu?
Slide 10 - Mind map
Goed of fout?
A - De lerares heeft haar koffie op.
B - De leraar is haar pen kwijt.
4
A
A - fout B - goed
B
A - goed B - goed
C
A - fout B - fout
D
A - goed B - fout
Slide 11 - Quiz
Maak een goede zin:
Gebruik het werkwoord: willen
5
Slide 12 - Open question
Wat is goed?
5
A
Een kwart is 1/4.
B
Ik eet een kwart van mijn koekje op.
C
Zij is een kwart lang.
D
Een kwart uur is 15 minuten.
Slide 13 - Quiz
Maak een goede zin:
Gebruik:
werkwoord - willen / koekje / jij
5
Slide 14 - Open question
Goed of fout:
A - Ik eet een koekje van haar.
B - Zijn koekje is van hem.
5
A
A - goed B - fout
B
A - fout B - fout
C
A - fout B - goed
D
A - goed B - goed
Slide 15 - Quiz
5
Wat hoort er niet bij?
koekje
Slide 16 - Drag question
More lessons like this
Dag 5 - thema 11
February 2024
- Lesson with
20 slides
Dag 5
February 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
ISK
Vrije Tijd
January 2023
- Lesson with
53 slides
080424 Vroeger-nu
April 2024
- Lesson with
17 slides
NT2
Basisschool
Groep 1
Herhaling examen Pasen 2024
March 2024
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
tweekleuren zandkoek
December 2024
- Lesson with
16 slides
by
digital instruction - support
Koken
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Stap-voor-Stap instructies
Vrije tijd - 26/9
January 2025
- Lesson with
38 slides
NT2
Buitengewoon secundair onderwijs
HERHALING Alfa WS_ Grammatica
May 2021
- Lesson with
15 slides
Alfa
Hoger onderwijs