3tl 5.1

paragraaf 5.1
1 / 12
next
Slide 1: Slide
economieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

paragraaf 5.1

Slide 1 - Slide

Solliciteren & werken
- Als je ergens wilt gaan werken, moet je solliciteren. Dit doe je door je CV (Curriculum Vitae) te versturen naar het bedrijf.
- Op je CV beschrijf je je werkervaring, opleidingen en eventueel ook hobby's. 
- Werk kan zowel geschoold- als ongeschoold zijn. 
- Er is een verschil tussen fulltime (36-40 uur per week) en parttime (minder dan 36 uur per week) 

Slide 2 - Slide

Arbeidsovereenkomst & CAO
-Als je wordt aangenomen krijg je een arbeidsovereenkomst / arbeidscontract. 
- Hierin staan afspraken, waarbij de meeste uit de CAO komen.
- CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst), hierin staan de belangrijkste afspraken van een bepaalde bedrijfstak.
-Bedrijfstak, een groep soortgelijke beroepen (bv. onderwijs)
-De CAO wordt door vakbonden en organisatie van werkgevers gemaakt. 
- Vakbonden komen op voor de belangen van werknemers. Werknemers kunnen ook lid worden van een vakbond. 

Slide 3 - Slide

Arbeidsovereenkomst

Slide 4 - Mind map

 Arbeidsovereenkomsten
Vast contract, in je arbeidsovereenkomst staat geen einddatum. 
- Tijdelijk contract, in je arbeidsovereenkomst wel een einddatum. 
- Flexibel contract,  (Oproepkrachten + uitzendkrachten) mensen die flexibel ingezet kunnen werken, als het een bepaalde tijd erg druk is. 

Slide 5 - Slide

Ontslag
- Proeftijd, een periode van 1 of 2 maanden waarin zowel jij als je werkgever kan kijken of je geschikt bent voor de baan. 
- Wil je personeel buiten de proeftijd  ontslaan? Dan moet je toestemming hebben van het UWV of een rechter. 
- Stel dat een werknemer bijvoorbeeld geld van het bedrijf steelt, dan kan iemand ook ontslag op staande voet krijgen.

Slide 6 - Slide

contract van 1 jaar 
contract zonder einddatum
Alleen als het druk is
Vast contract
Tijdelijk contract
Flexibel contract

Slide 7 - Drag question

Bruto- & Nettoloon
- Brutoloon, loon inclusief inhoudingen (sociale premies & loonbelasting) 
- Sociale premies, voor de uitkeringen van werkloze en arbeidsongeschikte. 
- Loonbelasting, belasting die je afdraagt over je inkomsten
- Nettoloon, brutoloon - inhoudingen. Dit bedrag krijg je op je rekening gestort. 

Slide 8 - Slide

B--> best veel, N--> niet zo veel

Slide 9 - Slide

Het brutoloon is €500,-. De inhoudingen bestaan uit loonbelasting €50,- en sociale premies €25,-.
Bereken het nettoloon.

Slide 10 - Open question

Wetten
- Arbowetten, een wet die ervoor moet zorgen dat mensen veilig kunnen werken. 
- Arbeidstijdenwet, wet die aangeeft wanneer je mag werken en wanneer je verplicht rust moet krijgen. 
- Voor jongeren is een aangepaste versie van de arbeidstijdenwet

Slide 11 - Slide

Wettelijk minimumloon
- Minimumloon, bedrag dat je als volwassene (vanaf 23) minimaal moet verdienen. 
-Minimumjeugdloon, een bedrag dat jongeren minimaal moeten verdienen. Dit bedrag stijgt gelijkmatig.

Slide 12 - Slide