CV les 4

Communicatieve vaardigheden
Les 3
kdrijver@novacollege.nl
1 / 22
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Communicatieve vaardigheden
Les 3
kdrijver@novacollege.nl

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Lesdoelen en check-in
  • Planning van dit blok
  • Quiz
  • Theorie betrekkingsniveau + casus
  • Oefening open en gesloten vragen
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je kan...
  • Je eigen kennis testen in een quiz
  • Uitleggen wat het inhoudsniveau en het betrekkingsniveau van communicatie is.
  • Oefenen met het stellen van open en gesloten vragen

Slide 3 - Slide

Hoe wakker ben je?
010

Slide 4 - Poll

Planning van dit blok
Week 1
20.1 ‘Het communicatieproces’
Week 2
20.2 ‘Communicatiedoelen’ 
20.3 ‘Communicatierichtingen’
20.4 'Communicatievormen'
Week 3
20.5 'Kernkwadranten
21.1 'Metacommunicatie'
Week 4
21.2 ‘Inhoudsniveau en betrekkingsniveau’
Open of gesloten?
Week 5
21.3 ‘Gelijkwaardig of ongelijkwaardig’
Week 6
21.4 ‘Ruis’
Week 7
21.5 ‘Aspecten van communicatie’
21.6 ‘verdieping: meer over het betrekkingsniveau’
Week 8
Oefenen
Planning van dit blok

Slide 5 - Slide

Wat is een voorbeeld van een communicatiedoel?
(er zijn meerdere antwoorden goed)
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Motiveren
D
Beïnvloeden

Slide 6 - Quiz

Iemand die een boodschap overbrengt noem je een:
A
Verstuurder
B
Ontvanger
C
Zender
D
Medium

Slide 7 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een medium?
A
e-mail
B
whats app
C
telefoon
D
coderen

Slide 8 - Quiz

Gebarentaal is een voorbeeld van
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 9 - Quiz

Wat is een referentiekader?

Slide 10 - Open question

Radio is een voorbeeld van...
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie

Slide 11 - Quiz

De kernkwadrant van Ofman gaat over
A
Kernkwaliteit, valkuil, uitdaging, motivatie
B
Kernkwaliteit, valkuil, uitdaging, onzekerheid
C
Kernkwaliteit, valkuil, uitdaging, voorkeur
D
Kernkwaliteit, valkuil, uitdaging, allergie

Slide 12 - Quiz

Het doel van meta-communicatie is...

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Slide

Inhoud of betrekking?
Inhoudsniveau: de feiten. Het onderwerp van het gesprek. 
Verbale communicatie is daarbij van belang: de woorden, wat je zegt.

 
Betrekkingsniveau: Laat zien hoe je relatie tegenover elkaar is. 
Non-verbale communicatie is belangrijk (hoe je kijkt, de toon waarop je het zegt)

Slide 15 - Slide

Betrekkingsniveau
Term
Betekenis
Ga eens opzij!
Zelfdefinitie
Hoe zie je jezelf?
Ik ben iemand die jou kan vertellen dat je opzij moet.
Definitie van de ander
Hoe zie je de ander?
Jij bent iemand die voor mij opzij moet gaan als ik dat vraag.

Definitie van de relatie
Hoe zie je de relatie tussen jullie?
Wij zijn gelijkwaardig, of ik sta boven jou.

Slide 16 - Slide

Mieke zegt ‘Ja, maar het is hier altijd al zo rustig. Een leuke poster ophangen kan toch wel?’ 

Zelf definitie: ik wil het eigenlijk wat minder rustig, ik pas me al zo vaak aan 
de ander: jij wilt het steeds maar rustig hebben, jij wilt steeds je zin (= definitie van de ander)
de onderlinge relatie: we zijn eigenlijk gelijkwaardig, dan mogen we allebei wel eens kiezen (= relatiedefinitie).
Mieke zegt tegen Pieter ‘Ja, maar het is hier altijd al zo rustig. Een leuke poster ophangen kan toch wel?’

  • Zelf definitie: ik wil het eigenlijk wat minder rustig, ik pas me al zo vaak aan
  • Definitie van de ander: jij wilt het steeds maar rustig hebben, jij wilt steeds je zin
  • Relatiedefinitie: we zijn eigenlijk gelijkwaardig, dan mogen we allebei wel eens kiezen 

Slide 17 - Slide

Casus
Casus: Je zit in de klas. Eén van je klasgenoten zet het raam open, en je hebt het al zo koud. Je vraagt hem het raam dicht te doen

  • Verzin vijf heel verschillende manieren om deze vraag te stellen. Schrijf deze op.
  • Zet erachter wat de zelfdefinitie, definitie van de ander en definitie van de relatie in de verschillende zinnen is.

Slide 18 - Slide

Wat is het verschil tussen open en gesloten vragen?

Slide 19 - Open question

Open of gesloten?
Opdracht 1:
Rol A begint iets te vertellen over de afgelopen vakantie
Rol B stelt alleen maar gesloten vragen
Rol C schrijft op welke gesloten vragen er gesteld zijn

Opdracht 2:
B begint iets te vertellen over de afgelopen vakantie
A stelt alleen maar open vragen
Rol C schrijft op welke open vragen er gesteld zijn

Slide 20 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Open question

Lesdoelen
Je kan...
  • Je eigen kennis testen in een quiz
  • Uitleggen wat het inhoudsniveau en het betrekkingsniveau van communicatie is.
  • Oefenen met het stellen van open en gesloten vragen

Slide 22 - Slide