H11.1 Oppervlakte

Omtrek en oppervlakte
1 / 16
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Omtrek en oppervlakte

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 3 - Quiz

Wat is de omtrek?
  • Je kan ergens omheen meten! Oftewel, OMHEEN lopen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Formule OMTREK:
lengte+breedte+lengte+breedte= omtrek

Slide 6 - Slide

Wat is de
omtrek?
A
25 cm
B
10 cm
C
15 cm
D
20 cm

Slide 7 - Quiz

Wat is de omtrek van dit figuur?
A
11 m
B
19 m
C
20 m
D
22 m

Slide 8 - Quiz

Wat is de omtrek?
A
9m
B
25m
C
12m
D
62m

Slide 9 - Quiz

Oppervlakte

Slide 10 - Slide

Wat is de oppervlakte?
  • Je geeft aan hoe groot iets is
  • Lengte x Breedte
  •  Voorbeelden in huis/klas

Slide 11 - Slide

Wat is de
oppervlakte
van deze kamer?
A
10 m²
B
16 m²
C
20 m²
D
15 m²

Slide 12 - Quiz

Opp = lengte x breedte!
De lengte = van boven naar beneden.
Van top tot teen.

De breedte = van de ene zijkant naar de andere zijkant.
Van de ene hand naar de andere hand.


Slide 13 - Slide


Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?
A
2 m²
B
8 m²
C
30 m²
D
42 m²

Slide 14 - Quiz

Wat
is de
oppervlakte?
A
35
B
300
C
60
D
70

Slide 15 - Quiz


Wat is de oppervlakte van de hele verdieping?
A
2 m²
B
8 m²
C
30 m²
D
42 m²

Slide 16 - Quiz