stijlfiguren les 2 3A

Stijlfiguren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Stijlfiguren

Slide 1 - Slide

Woordspeling
Eindrijm
Alliteratie
Tegenstelling

Sommige mensen hebben hun buik vol van gezond eten.
De duiker was diep gezonken.
De koddige kater
Verrassend Volledig, Verbazend Voordelig (Action)
Ik heb voor goed geld slechte spullen gekocht.
Dat is oud nieuws.

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Video

De economie is als een plantje. Je moet het water geven, maar de premier kwam met zo'n snoeischaar. 
U geeft raad als bier.
De Nederlandse economie is als een fietser die enkel overeind blijft als hij steeds harder gaat fietsen


Beeldspraak is het onverharde landweggetje richting gratis media-aandacht
Er is een partij die op deze manier gratis bier uitdeelt.

 

Slide 4 - Slide

J

Slide 5 - Slide

Vergelijking en metafoor 
Je gebruikt een vergelijking als er een overeenkomst is tussen twee of meer personen of zaken. Tussen de delen van een vergelijking staan vaak de woorden als, zoals of gelijk
Bij een metafoor gebruik je geen vergelijkingswoord. Personen of zaken worden dan met elkaar gecombineerd zonder de woorden als, zoals of gelijk.

Slide 6 - Slide

“Voor zich zag hij Het Overlook, spottend ver weg, dat vanuit de vele ramen naar hem leek te staren alsof het een wedstrijd was waar het slechts matig in geinteresseerd was. (…) Voor het eerst viel het hem op hoeveel de ramen op ogen leken. Ze weerspiegelden de zon, maar hielden hun eigen duisternis binnen.” 
De telefoon slaapt op de lessenaar. 
Onze stalen deuren beschermen je tegen inbrekers.
Deze wet zal oplichters doen struikelen. 

Slide 7 - Slide

Personificatie
In een personificatie (of verpersoonlijking) worden dieren of levenloze voorwerpen als een persoon voorgesteld of krijgen ze menselijke eigenschappen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Geef een voorbeeld
van een vergelijking.

Slide 10 - Mind map

Noteer een metafoor?

Slide 11 - Mind map

Hij huilde een zwembad vol tranen.
A
Hyperbool
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Alliteratie

Slide 12 - Quiz

De verse koekjes verleiden je met hun geur.
A
Hyperbool
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Alliteratie

Slide 13 - Quiz

Hij duurde eeuwen voor hij klaar was.
A
Hyperbool
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Alliteratie

Slide 14 - Quiz

Ga naar 
https://bit.ly/stijlfiguren3A 

Slide 15 - Slide

Geef een voorbeeld van een ...

Slide 16 - Slide