This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
5.6 Straffen of voorkomen
Slide 1 - Slide
Wat zijn voorbeelden van hoofdstraffen?
A
Gevangenisstraf en geldboete.
B
Een taakstraf en inbeslagname rijbewijs.
C
Een geldboete en een schikking.
D
Seponeren en een gevangenisstraf.
Slide 2 - Quiz
Uit welke 3 hoofdstraffen kan een rechter kiezen?
Slide 3 - Open question
TBS is een voorbeeld van...
A
Hoofdstraf
B
Bijkomende straf
C
Speciale maatregel
Slide 4 - Quiz
Linkse partijen leggen de nadruk op preventieve maatregelen tegen criminaliteit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Rechtse partijen leggen de nadruk op het handelen vóór het delict.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Een bijkomende straf heeft als doel het gedrag van de dader te verbeteren.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Welk van de volgende woorden hoort niet in het rijtje thuis? celstraf - preventie - repressie en vergelding
Help
Een antwoord hoort er niet bij want de andere drie hebben te maken met straffen nadat het misdrijf heeft plaatsgevonden.
A
celstraf
B
preventie
C
repressie
D
vergelding
Slide 8 - Quiz
Een rechter kan in plaats van gevangenisstraf iemand ook veroordelen tot tbs.
Welk misdrijf komt het meest in aanmerking voor een tbs-veroordeling?
A
Een directeur van een bedrijf heeft de belasting voor miljoenen euro’s opgelicht.
B
De politie treft er voor 18 miljoen euro aan xtc-pillen aan bij iemand thuis.
C
Iemand heeft een overval gepleegd en heeft daar spijt van.
D
Een zoon doodt zijn beide ouders.
Slide 9 - Quiz
Waar staat de afkorting tbs voor?
Slide 10 - Open question
Als de officier van justitie besluit te seponeren, betekent dit niet automatisch dat de verdachte onschuldig is. Leg dit uit.
Slide 11 - Open question
De 30-jarige Bert is een echte ‘draaideurcrimineel’. Na de zoveelste winkeldiefstal komt hij bij de officier van justitie en die zegt: “Bert, ik heb het proces-verbaal goed doorgelezen en mijn besluit staat vast: ik ga je zaak vervolgen.”
Dit betekent dat Bert:....
A
de officier een boete moet betalen.
B
naar huis mag.
C
naar de rechtbank moet.
D
naar Halt gestuurd wordt.
Slide 12 - Quiz
Hieronder staat een uitspraak van een rechter.
Gaat het bij deze uitspraak om een
hoofdstraf, bijkomende straf of maatregel?
De uitspraak: Twee jaar tbs met dwangverpleging.
A
hoofdstraf
B
bijkomende straf
C
speciale maatregel
D
geen van allen
Slide 13 - Quiz
Hieronder staat een uitspraak van een rechter.
Gaat het bij deze uitspraak om een hoofdstraf, bijkomende straf of maatregel?
De uitspraak: Een boete van 750 euro.
A
hoofdstraf
B
bijkomende straf
C
speciale maatregel
Slide 14 - Quiz
Welk begrip past bij de omschrijving? 'Criminaliteit onderdrukken'
Slide 15 - Open question
Welk begrip past bij de omschrijving? 'een geschreven politieverslag over het misdrijf en de verdachte'
Slide 16 - Open question
Welk begrip past bij de omschrijving? 'Alle officieren van justitie samen'
Slide 17 - Open question
Welk begrip past bij de omschrijving? 'strafrecht voor jongeren tussen 12 en 18 jaar die een zwaar misdrijf plegen'
Slide 18 - Open question
Welk begrip past bij de omschrijving? 'het gepleegde delict kan de dader niet worden aangerekend vanwege een psychische stoornis'