Herhalen spellingsregels 1.9 t/m 5.9

Beste leerling
Deze LessonUp biedt een herhaling van de stof die we in de lessen hebben besproken. Ook heb je met de stof geoefend door het maken van opdrachten. Het belangrijkste is: nakijken en verbeteren. Begrijp je waarom het het juiste antwoord is? Stel je vragen als dat niet zo is. Deze LessonUp is geen vervanging van je leerwerkboek en je gemaakte opdrachten, maar een hulpmiddel. Succes.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Beste leerling
Deze LessonUp biedt een herhaling van de stof die we in de lessen hebben besproken. Ook heb je met de stof geoefend door het maken van opdrachten. Het belangrijkste is: nakijken en verbeteren. Begrijp je waarom het het juiste antwoord is? Stel je vragen als dat niet zo is. Deze LessonUp is geen vervanging van je leerwerkboek en je gemaakte opdrachten, maar een hulpmiddel. Succes.

Slide 1 - Slide

Herhalen spelling
1.9: leestekens
2.9: hoofdletters
3.9: tussenletters in samenstellingen
4.9: trema, apostrof en accent
5.9: weglatingsstreepje en koppelteken


Slide 2 - Slide

1.9 Leestekens (p. 74/75)
De leestekens uit leerjaar 1 ken je vast al.
Neem de leertekst op p. 74 en 75 door.

Kun je bij elk leesteken een of meer situaties noemen wanneer je ze gebruikt?
Een punt gebruik je bijvoorbeeld aan het eind van de zin.

Slide 3 - Slide

1.9 Leestekens (p. 74)
komma=> opsomming, tussen twee pv's, tussen bn
Waar horen de komma's in onderstaande zinnen?

Toen ik dit weekend boodschappen deed was het water op.
Omdat Vitens had gemeld dat er een bacterie in het water zat wilde iedereen opeens water kopen.
Tip
Zet de zin in een andere tijd.

Slide 4 - Slide

1.9 Leestekens (p. 74)
komma=> opsomming, tussen twee pv's, tussen bn
Waar horen de komma's in onderstaande zinnen?

Toen ik dit weekend boodschappen deed, was het water op.
Omdat Vitens had gemeld dat er een bacterie in het water zat, wilde iedereen opeens water kopen.

Slide 5 - Slide

Zet alle leestekens (p. 75)


de conciërge zei ruim je rommel op
ik riep iedereen laat hier alles slingeren

Slide 6 - Slide

Zet alle leestekens
De conciërge zei: 'Ruim je rommel op.'
Ik riep: 'Iedereen laat hier alles slingeren!'


Een dubbele punt gebruik je dus als een citaat volgt. In welke situaties gebruik je nog meer een dubbele punt?

bij een opsomming
bij een uitleg/voorbeeld

Slide 7 - Slide

2.9 Hoofdletters (p. 148)
Plaats alle hoofdletters in onderstaande zinnen.

ik lees een boek over de tweede wereldoorlog waarin willem in hannover woonde 

hij was verliefd op elske die in den bosch woonde

Slide 8 - Slide

2.9 Hoofdletters
Ik lees een boek over de Tweede Wereldoorlog waarin Willem in Hannover woonde.

Hij was verliefd op Elske die in Den Bosch woonde.

(Tip: leer de regels van pagina 148 uit je hoofd. Hoeveel regels kun jij uit je hoofd opschrijven?)

Slide 9 - Slide

3.9 Tussenletters p. 220
Gaat om samenstelling zn met andere woordsoort.
  1. Je hoort de s => dorp & plein: dorpsplein. Je hoort de s niet goed => station & chef. Vervang 2e deel door woord je het wel hoort, stationsplein, dus ook stationschef.
  2. Eerste deel alleen meervoud op -en => en

Rest -e ertussen (zie uitzonderingen)

zn
zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Slide

Oefenen
dorp + plein
poes + mand
schaap + vacht
lade + blok
zon + schijn
Koning + dag
tarwe + brood

Slide 11 - Slide

Oefenen
dorp + plein               dorpsplein
poes + mand             poezenmand
schaap + vacht          schapenvacht
lade + blok                 ladeblok     (mv is laden / lades)
zon + schijn                zonneschijn
Koning + dag              Koningsdag
tarwe + brood            tarwebrood (tarwe heeft geen mv)

Slide 12 - Slide

4.9 Leestekens (p. 69/deel b)

Slide 13 - Slide

Oefenen: vul in 's, -s of '
De fiets van Lex                       Lex    fiets
Ik heb haar ook gevraagd.       Ik heb  r ook gevraagd.
Het regent vandaag                 t Regent vandaag.
De tas van Emma                    Emma      tas
De trui van Sven                      Sven      trui

Slide 14 - Slide

Oefenen
De fiets van Lex                       Lex' fiets
Ik heb haar ook gevraagd.       Ik heb  'r ook gevraagd.
Het regent vandaag                 't Regent vandaag
De tas van Emma                    Emma's      tas
De trui van Sven                      Svens     trui

Slide 15 - Slide

Leestekens (p. 69)
Leer de theorie uit je hoofd van trema, apostrof en accent.

Kijk goed naar alle voorbeelden en de oefeningen die we hebben gemaakt. Ook de dicteewoorden op pagina 71 zijn handig om te bestuderen. Daar worden alle regels toegepast.

Slide 16 - Slide

5.9 Weglatingsstreepje (p. 139)
Soms staan in een zin twee samenstellingen naast elkaar met daarin hetzelfde woord. Dan een deel vervangen door -

Ik houd van tomatensoep en groentesoep.
Ik houd van tomaten- en groentesoep.
Hij leest op maandagmiddag en maandagavond.
Hij leest op maandagmiddag en -avond.



Samenstelling wordt gevormd door twee of meer afzonderlijke woorden die samen één nieuw woord vormen.

Slide 17 - Slide

Koppelteken (p. 140)
  • wegens uitspraak of combi met cijfers/letters/tekens
  • als delen van de samenstelling gelijkwaardig zijn
doe-het-zelfzaak (winkel voor de doe-het-zelver)
gooi-en-smijtwerk (een ruwe manier van werken)
hang-en-sluitwerk (een bepaald soort ijzerwerk)

Geen samenstelling? Dan trema => hygiëne, ruïne, skiën
Overige regels ook goed leren.

Slide 18 - Slide

Oefen met deze opdrachten.
Les 1: A-boek
1.9: opdracht 10: leestekens en hoofdletters
2.9: opdracht 11: leestekens en hoofdletters
Les 2: B-boek
4.9: opdracht 10: trema, accent, apostrof 
5.9: opdracht 12b: weglatingsstreepje, koppelteken
(werkwoordspelling doen we niet, dus alleen spellingsdeel).
Kijk na en verbeter
Extra oefenen? Cambiumned.nl.

Slide 19 - Slide