Leesvaardigheid signaalwoorden

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doelen
Ik weet hoe (zinnen en) alinea's met elkaar verbonden kunnen zijn.
Ik weet welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen.
Ik kan signaalwoorden herkennen in de tekst.

Pagina 157

Slide 2 - Slide

Op welke vier manieren kunnen alinea's met elkaar verbonden zijn?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

timer
1:00
Welke signaalwoorden ken je?

Slide 6 - Mind map

Uitspraak - opsomming
Uitspraak - tegenstelling
Uitspraak - voorbeeld
niet alleen ... maar ook
bijvoorbeeld
daar staat tegenover
Maar
Ook
bovendien
daarentegen
Integendeel
Zoals

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Noteer de drie signaalwoorden die worden genoemd in deze tekst in je schrift.

Slide 9 - Slide

Noteer de tekstverbanden achter de signaalwoorden.

Slide 10 - Slide

Noteer de delen van de twee opsommingen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Afsluiting:
wat wil je onthouden van deze les?

Slide 15 - Mind map

Doelen
Ik weet hoe (zinnen en) alinea's met elkaar verbonden kunnen zijn.
Ik weet welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen.
Ik kan signaalwoorden herkennen in de tekst.

Pagina 157

Slide 16 - Slide

Opdracht 1, p. 202
Vraag 2
A
Onderwerp aankondigen
B
Kort grappig of bijzonder verhaaltje vertellen (anekdote)
C
Een of meer vragen stellen
D
De aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

Slide 17 - Quiz

Opdracht 1, p. 202
Vraag 6a

Slide 18 - Open question

Opdracht 1, p. 202
Vraag 6b

Slide 19 - Open question

Opdracht 1, p. 202
Vraag 6c

Slide 20 - Open question

Opdracht 1, p. 202
Vraag 7

Slide 21 - Open question

Opdracht 1, p. 202
Opdracht 10
A

Slide 22 - Quiz

Opdracht 2, p. 204
Vraag 2a
A
Signaalwoord
B
Verwijswoord
C
Aankondigende zin(nen)
D
Herhaling

Slide 23 - Quiz

Opdracht 2, p. 204
Vraag 3a
A
Signaalwoord
B
Verwijswoord
C
Aankondigende zin(nen)
D
Herhaling

Slide 24 - Quiz