Paragraaf 3

1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vandaag
- Terugblik op vorige week: Herhalingsblad en RTTI resultaat van het SO 
- Uitleg paragraaf 3
- Aan de slag met je eigen leerniveau 
- Afronden 

Slide 3 - Slide

Kijk je herhalingsblad van H2 na op studiewijzer van Magister

Slide 4 - Slide

Jullie worden per ingang van deze les gekoppeld aan eigen kleuren. Iedere kleur staat voor een vraag niveau van RTTI waar je wat lager op hebt gescoord in het SO. Jullie gaan hier in paragraaf 3 en 4 gericht op oefenen. 

Groen= reproductie
Geel = Toepassen 1
Rood = Toepassen 2
Paars = Inzicht

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Schrijf je kleuren op in je schrift

Slide 7 - Slide

• op welke manier een rivier bijdraagt aan de afbraak en opbouw van het landschap
• wat de kenmerken zijn van de Rijn in de Bovenrijnse Laagvlakte
• wat er bijzonder is aan de Middenrijn
• waarom en hoe een rivier meandert
• waardoor een delta ontstaat
Leerdoelen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat ga je doen?
Ga in duo's in de leestekst van paragraaf 3 op zoek naar kenmerken van beide natuurgebieden. Hoe zou je dit landschap kunnen herkennen als je het moet omschrijven of als je er bent? 
Werk de antwoorden uit in je aantekeningen schrift. Je hebt 5min. de tijd
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Aan de slag
1. Ga op je telefoon naar student.lessonup.io 
2. Log in met je Google account
3. Log in met de klassencode: iihri
4. Ga eerst oefenen met je kleurcode 
5. Klaar? Maak paragraaf 3 in je WB

Slide 14 - Slide

Lees de volgende teksten en bekijk het fragment 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video


Iemand doet twee uitspraken bij de afbeelding:
I In de bovenloop is de stroomsnelheid van de rivier hoog.
II in de benedenloop stroomt de rivier het snelst
A
Uitspraak I is juist en II is onjuist
B
Uitspraak I is onjuist en II is juist
C
Uitspraak I en II zijn onjuist
D
Uitspraak I en II zijn juist

Slide 18 - Quiz


Iemand doet twee uitspraken bij de afbeelding:
I In de bovenloop is de stroomsnelheid van de rivier hoog.
II in de benedenloop stroomt de rivier het snelst
A
Uitspraak I is juist en II is onjuist
B
Uitspraak I is onjuist en II is juist
C
Uitspraak I en II zijn onjuist
D
Uitspraak I en II zijn juist

Slide 19 - Quiz

De rivier is smal/breder/breedst in de bovenloop
A
Smal
B
Breder
C
Breedst

Slide 20 - Quiz

De rivier is ondiep/diep in de benedenloop
A
ondiep
B
diep

Slide 21 - Quiz

Een rivier kan in de benedenloop keien/stenen/grind/zand en klei meenemen
A
Keien
B
Stenen
C
Grind
D
Zand en klei

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Horst
Horst
Slenk

Slide 24 - Drag question

Slide 25 - Slide

Zet de afbeeldingen in de juiste volgorde
1
2
3
4

Slide 27 - Drag question

Bekijk de afbeelding

Slide 28 - Slide

Waarom zijn in dit gebied in de middeleeuwen veel kastelen gebouwd?

Slide 29 - Open question

Klaar met je opdrachten?
Ga aan de slag met alle opdrachten van paragraaf 3. 

Tip! Als je meer wilt oefenen, maak dan ook de herhaling! 
Tip! Als je meer uitdaging wilt, maak dan opgave 8 over het verval en het verhang. Let op: dit is geen leerdoel, je hoeft dit niet te leren voor het proefwerk

Slide 30 - Slide

Afronden
Waarom zijn in dit gebied in de middeleeuwen veel kastelen gebouwd?

Slide 31 - Slide