3GR Argo Tekst 27 Deel 3

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Tekst 27

Deze les gaat over regel 

23 t/m 31 van deze tekst.

De tekst gaat over het verhaal van Orpheus en Euridike.

Lees de inleiding in je Tekstboek op blz. 98 en het eerste deel van de tekst!

Instructie

• Neem tekst 27 erbij.
  
• Deze LessonUp gaat over het laatste gedeelte van de tekst, vanaf regel 23.
• Je hoeft niet alles letterlijk te vertalen, de vragen in deze LessonUp leiden je door de tekst.
• Zo af en toe moet de je vertaling van een zin invullen of is er een open vraag. Je docent kijkt dit voor je na.

Instructie

• Als je losse woorden invult, zet er dan geen punt achter.
• Als je een zin opschrijft, begin dan met een hoofdletter en eindig met een punt.
• Als je een antwoord fout hebt, probeer het dan nog eens en bedenk of je snapt waarom dat het goede antwoord is.
• Veel succes!

Wie heeft Orpheus in regel 1 t/m 22 NIET overtuigt met zijn gezang?

1. Acheron
2. Charon
3. Kerberos
4. Hades

regel 23 σιγῶν
In welke regel uit het voorafgaande is gezegd dat dit zo moest?

1. regel 18-19
2. regel 19
3. regel 20
4. regel 21-22

regel 23 κατὰ τοὺς τοῦ θεοῦ λόγους
Welke twee eisen waren dit?

regel 25 ἀπάτην ἔδεισεν
Waarvoor is Orpheus bang?

1. dat de verkeerde vrouw achter hem aanloopt
2. dat er geen enkele vrouw achter hem loopt

regel 25 ἀπάτην ἔδεισεν
In welke regel is die angst verdwenen?

regel 25-26 Geef de Nederlandse vertaling van ἅτε ... t/m ... ποδῶν.

regel 25-26 ἅτε ... t/m ... ποδῶν
Wat is de verklaring hiervoor?

1. er loopt een schim achter Orpheus
2. er loopt niemand achter Orpheus
3. Eurydike zweeft door de lucht als een engel
4. Eurydike heeft pantoffels aan

Vertaal: Ὀλίγου οὖν τὴν ὁδὸν τελέσας

regel 28 ἥμαρτεν
Welk Grieks tekstelement geeft de INHOUD hiervan weer?

1. εἶδε μὲν ἤδη τὸ φῶς, οὔπω δ’ ἀνῆλθεν εἰς αὐτό
2. τὸν γὰρ ἔρωτα καὶ τὸν φόβον οὐκέτι κατέχων
3. τὴν κεφαλὴν πρὸς τὴν Εὐρυδίκην ἔτραπεν
4. Εὐθὺς δὲ ὁ Ἅιδης αὐτὸν τὴν φίλην γυναῖκα ἀφεῖλεν εἰς ἀεί.

regel 28 ἥμαρτεν
Om welke REDEN doet hij dit? Geef de vertaling van het Griekse woord, dat de reden aanduidt.

In dit deel van de tekst komen vier participia voor. Welke is afwijkend?

1. σιγῶν (r.23)
2. ἀκούων (r.25)
3. τελέσας (r.27)
4. κατέχων (r.29)

Zet de afbeeldingen in de juiste volgorde.

1

2

3

4

Welke Griekse zin past het beste bij deze afbeelding?

1. Ὁ οὖν Ὀρφεὺς σιγῶν μὲν ἀναβαίνειν ἦρξεν
2. εἶδε μὲν ἤδη τὸ φῶς, οὔπω δ᾽ἀνῆλθεν εἰς αὐτό
3. τὴν κεφαλὴν πρὸς τὴν Εὐρυδίκην ἔτραπεν
4. ὁ Ἅιδης αὐτὸν τὴν φίλην γυναῖκα ἀφεῖλεν εἰς ἀεί

Hoe loopt het af met Orpheus?

Kapot van verdriet probeerde Orpheus zijn leven weer op te pakken maar dat lukte niet. Hij leidde steeds meer een terug getrokken leven vol van verdriet en nostalgie. Zijn gezang werd steeds somberder en was na een tijdje eigenlijk niet meer om aan te horen. Vandaag-de-dag zouden we zeggen dat hij, ingekeerd, eenzaam en zwaar depressief geworden was.

Hoe loopt het af met Orpheus?

Hij wilde niets meer van vrouwen weten in het algemeen en niet van nimfen in het bijzonder en als hij de liefde bedreef was dat met jongens. Een groep Maenaden, vrouwen die rituelen van de God Bacchus uitvoeren, kregen schoon genoeg van al dat geweeklaag. Ze vielen hem aan, verscheurden hem, en gooiden zijn ledematen in de rivier. Het hoofd bleef echter zingen en de lier bleef hoorbaar, ook toen dat hoofd uiteindelijk op het eiland Lesbos aanspoelde. Omdat het geweeklaag toch eens op moest houden, nam zijn vader Apollo de lier terug en beval om het hoofd te begraven.

EINDE

Deze tekst heb je nu afgerond. Heel veel succes met toetsweek 2!