HAVO4 - Rechtspraak en straffen

Rechtspraak en straffen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
maatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Rechtspraak en straffen

Slide 1 - Slide

Wat ik doe: Ik heet de leerlingen welkom en benoem dat we het vandaag gaan hebben over rechtspraak en straffen. Voordat ik verder ga met mijn inleiding, ben ik benieuwd of jullie weten wie deze man is. Vul maar in! (volgende dia).
Wie is deze man?
Beroep? Naam?

Slide 2 - Open question

Wat ik doe: Ik vraag ze de naam en/of beroep invullen van deze man: Derk Wiersum. Na het goede antwoord vraag ik aan de klas wat er met hem is gebeurd en wat ze weten van de zaak over Wiersum. Op die manier controleer ik de voorkennis. 
2

Slide 3 - Video

Wat ik doe: Ik bekijk met de leerlingen de video waarin advocaten hun licht laten schijnen op de uitspraak van de rechter in de zaak Wiersum. Daarin worden verschillende doelen genoemd om te straffen. Na elke advocaat gaat de video over in een vraag, waarin de leerlingen het doel van strafoplegging volgens de advocaat benoemd. 
00:49
Welke reden om te straffen benoemt de advocaat hier?
A
Wraak en vergelding
B
Afschrikking
C
Voorkomen van eigenrichting
D
Resocialisatie

Slide 4 - Quiz

Leerdoel: De leerling kan benoemen van welk doel van strafoplegging sprake is in een bepaalde casus (in dit geval de casus van Derk Wiersum).

Wat ik doe:
Ik leg uit dat volgens Oscar Hammerstein afschrikking het doel is van straffen. Daarom vindt hij ook dat er levenslang moet worden opgelegd, immers zou dat meer afschrikken. 

Tijd over: benoemen dat 30 jaar gevangenisstraf ook als zwaarder kan worden gezien dan levenslang. In Nederland is het zo dat je na 25 jaar mag vragen om vrijlating. Dat was eerst niet zo, maar volgens Europees recht moet een gevangene altijd uitzicht hebben op vrijlating, waardoor deze regel is ingevoerd. Het zou bij levenslang dus zo kunnen zijn dat de daders worden vrijgelaten, nu zitten ze echt 30 jaar vast (min eventuele voorwaardelijke invrijheidsstelling van 2 jaar, dus 28 jaar)   
02:00
Wat is volgens Peter Plasman het doel van de strafoplegging van 30 jaar?
A
Wraak en vergelding & afschrikking
B
Afschrikking en resocialisatie
C
Vergelding, afschrikking en bescherming van de samenleving
D
Wraak en vergelding & resocialisatie

Slide 5 - Quiz

Leerdoel: De leerling kan benoemen van welk doel van strafoplegging sprake is in een bepaalde casus (in dit geval de casus van Derk Wiersum).

Wat ik doe:
Ik leg uit dat Peter Plasman denkt dat afschrikking niet werkt, immers gaat een crimineel niet eerst kijken hoeveel straf hij krijgt voor een misdaad. Volgens Plasman is Wraak en vergelding en daarnaast het beschermen van de samenleving het doel. 

Tijd over: Uitleggen dat rationele keuzetheorie bestaat, die zegt dat criminelen een afweging maken tussen enerzijds de baten (wat levert een misdaad mij op) en de kosten (hoelang moet ik vast zitten). Als de kosten meer zijn dan de baten, voeren ze de misdaad niet uit. Peter Plasman hangt deze theorie dus niet aan. 
Doel van straffen
Wraak en vergelding
'Oog om oog, tand om tand' 
Misdaad mag niet lonen 
Afschrikking
Misdaad levert straf op, dus pleeg geen misdaad
Voorkomen van eigenrichting
Speel geen eigen rechter!
Resocialisatie
Heropvoeding (tbs of anti-agressietraining)
Beveiliging van de samenleving
Zolang de dader vastzit, kan hij geen nieuwe misdrijven plegen 

Slide 6 - Slide

Leerdoel: De leerling kan benoemen van welk doel van strafoplegging sprake is in een bepaalde casus (in dit geval de casus van Derk Wiersum).

Wat ik doe: Ik leg uit dat er 5 verschillende doelen zijn van strafoplegging. Ik behandel deze per 'hotspot'. 
Wraak en vergelding: In Nederland vinden de meeste mensen dat misdaad niet mag lonen. Als je een ander leed aan doet, moet dat vergolden worden.
Afschrikking: Om mensen te weerhouden van een misdaad plegen, leggen we een straf op. Daarnaast willen we voorkomen dat de dader in de toekomst in herhaling valt. De dader (in de toekomst) of burger maakt dan dus een afweging over of zijn straf het waard is om de misdaad te plegen. 
Voorkomen van eigenrichting: In een rechtsstaat bepaalt de rechter wie straf krijgt. Zo proberen we te voorkomen dat mensen zelf wraak nemen op anderen. Denk pedojagers die zelf het recht in eigen handen nemen
Resocialisatie: Dit is een ander woord voor heropvoeding. We proberen het gedrag van criminelen te verbeteren in bijv. een tbs-kliniek of door een anti-agressie training. 
Beschermen van de samenleving: Door iemand vast te zetten, kan hij geen misdaden meer plegen. Vooral bij zware delicten proberen we door lange straffen mensen uit de samenleving te houden. Denk hierbij aan iemand als Willem Holleeder. Echter werkt dit niet altijd. Denk aan Taghi, die voor het oppakken van zijn advocaat, nog steeds misdaden kon plegen. Althans daar verdenkt de politie hem van. 
Legt vast in:
Heeft als taak:
onderzoek klaar?:
leidt onderzoek van:
onderdeel van:
Drie opties:
Seponeren
Transactie of strafbeschikking
vervolgen
Officier van justitie
OM
Politie
Proces-verbaal 
Informatie verzamelen

Slide 7 - Drag question

Wat ik doe: Ik leg uit dat we een soort mindmap maken van de vorige les door de woorden naar de goede plek te slepen. Als ze dit goed hebben gedaan, kunnen ze een screenshot maken, waardoor ze een soort samenvatting hebben. Tegelijkertijd activeer ik weer de voorkennis en leg ik uit dat we het vandaag gaan hebben over de stap vervolgen. 
Zitting = openbaar!
  • Soms niet
  • Denk eens terug aan de definitie van een rechtsstaat. Waarom is het belangrijk voor een rechtsstaat dat zittingen openbaar zijn? 

Slide 8 - Slide

Leerdoel: De leerling kan uitleggen hoe de openbaarheid van zittingen samenhangt met het doel van de rechtsstaat door gebruik te maken van de term machtsmisbruik. 

Wat ik doe:
Ik leg uit dat als het komt tot een zitting (het moment dat de rechter de zaak gaat behandelen), deze vaak openbaar is. Niet altijd, omdat in sommige gevallen de verdachte wordt beschermd, bijv. omdat deze minderjarig is. Ik stel de vraag waarom een zitting openbaar moet zijn in een rechtsstaat. Ik geef ze even de tijd om daar over na te denken, waarna ik via het rad bepaal wie antwoord mag geven. Als het goede antwoord niet wordt gegeven leg ik zelf uit dat een rechtsstaat 'een rechtssysteem is waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur'. Door openbare zittingen kan iedereen controleren of de rechtszaak eerlijk verloopt, waardoor machtsmisbruik wordt voorkomen.
Verloop rechtszaak: voor de zitting
  • Recht op een advocaat (pro-Deoadvocaat)
  • Dagvaarding van OvJ: beschuldiging, plaats en tijd van zitting. 

Slide 9 - Slide

Wat ik doe: Ik leg uit dat je na je aanhouding direct recht hebt op een advocaat die in de gaten houdt of de politie en het OM zich aan de regels houden en je tijdens een zitting verdedigt. Inez Weski, de advocaat op de foto, is één van de advocaten van Taghi. Heb je geen genoeg geld, dan krijg je een pro-Deoadvocaat. pro-Deo betekent letterlijk 'voor God' en daarmee wordt bedoeld dat de dienst (bijna) geheel gratis wordt aangeboden. Ook krijg je als verdachte een dagvaarding opgestuurd, waarin staat waarvan je wordt beschuldigd en waar en wanneer de zitting plaatsvindt. 

Tijd over: Ik kan schuiven met de afbeeldingen op de dia en inzoomen op de dagvaarding. Daarom zou je die dagvaarding kunnen lezen en beter bekijken met de klas. 
Opening
De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte en noemt zijn rechten. 
1
Aanklacht
De OvJ leest het strafbare feit voor waar de verdachte van beschuldigd wordt. 
2
Onderzoek
Rechter ondervraagt verdachte
Advocaat/OvJ ondervraagt getuigen en deskundigen
3
Requisitoir
OvJ probeert schuld aan te tonen 
Vraagt rechter om een straf: 'de eis' 
4
Pleidooi
De advocaat verdedigt de verdachte
5
Laatste woord
Verdachte mag nog spreken
6
Vonnis
De rechter bepaalt of er schuld is (en de straf)
7

Slide 10 - Slide

Leerdoel: De leerling kan de zeven stappen van een zitting onderscheiden.

Wat ik doe: Ik leg uit dat dit een plattegrond is van een rechtszaal. Vooraan zit(ten) de rechter(s). Voor ingewikkelde of zware strafzaken is er een meervoudige strafkamer. Dan zijn er drie rechters. Dit is ook zo in het geval van de zaak van Taghi. 
Opening: De rechter opent de zitting, controleert de persoonsgegevens van de verdachte en noemt zijn rechten op.
Aanklacht: Vervolgens mag de OvJ, die links van de rechters zit, de aanklacht voorlezen: waar wordt de verdachte van beschuldigd. Dit stond ook in de dagvaarding. 
Onderzoek: Vervolgens begint het onderzoek, waarin de rechter de verdachte ondervraagt en de OvJ en advocaat getuigen en deskundigen mogen ondervragen. Die zitten tegenover de OvJ. 
Requisitoir: Na het onderzoek probeert de OvJ aan te tonen dat de verdachte schuldig is. Hij vraagt dan de rechter om de verdachte een bepaalde straf op te leggen. Dit noemen we de eis. 
Pleidooi: De advocaat kan dit verhaal ontkrachten in zijn pleidooi. Daarin verdedigt hij de verdachte. 
Laatste woord:  Tot slot kan de verdachte ook zelf zijn onschuld benadrukken in 'het laatste woord'. Hij kan ook zijn excuses aanbieden en spijt getuigen of aangeven welke schade de verdachte ondervindt aan een eventuele straf.
Vonnis: De rechter heeft als laatste de taak om alle bewijzen en argumenten af te wegen en te komen tot een eindoordeel: het vonnis. Daarin staat of de rechter vindt dat de schuld van de verdachte is bewezen en zo ja, wat de straf is die de verdachte daarvoor krijgt. 
Verloop rechtszaak: na de zitting
  • OvJ of veroordeelde is het niet eens met het vonnis: in hoger beroep bij het gerechtshof
  • In cassatie bij Hoge Raad: onderzoek naar toepassing recht.  

Slide 11 - Slide

Leerdoel: De leerling kan uitleggen wat mogelijke vervolgstappen zijn na het vonnis van de rechter met behulp van de begrippen 'gerechtshof', 'hoger beroep', 'in cassatie' en 'Hoge Raad'. 

Wat ik doe: Ik leg uit dat als de OvJ of de veroordeelde het niet eens is met het vonnis van de rechter, deze in hoger beroep kunnen bij het gerechtshof. Deze gaat dan opnieuw kijken naar de feiten en behandelt de zaak opnieuw. In het geval van de moordenaars van Derk Wiersum wordt ook in hoger beroep gegaan, omdat de veroordeelde vinden dat ze onterecht zijn veroordeeld, want ze zouden onschuldig zijn. 
Als je het na het hoger beroep opnieuw niet eens bent met het vonnis, dan kan je in cassatie gaan bij de Hoge Raad. Deze gaan niet opnieuw kijken naar de feiten, maar kijken enkel of het recht juist is toegepast. Is het bijv. terecht dat een bepaalde getuige niet is gehoord. 

Voor vragen: Waar kijkt de Hoge Raad naar (website)
- Een wet of regel is verkeerd uitgelegd
- Er is geen hoor- en wederhoor toegepast
- Er zijn belangrijke vragen of aspecten weggelaten of niet behandeld
- De uitspraak van het gerechtshof is niet goed of begrijpelijk genoeg onderbouwd
- Het gerechtshof heeft onterecht een getuige geweigerd te horen

Voor vragen: Wat is de uitkomst van in cassatie gaan (website).
Er kunnen 3 uitkomsten zijn:
- De Hoge Raad bepaalt dat de uitspraak niet geldig is en dat het gerechtshof het strafproces opnieuw moet doen. Of dat een deel van het strafproces opnieuw moet.
- De Hoge Raad bepaalt dat de uitspraak van het gerechtshof niet geldig is. De Hoge Raad doet daarna zelf een nieuwe uitspraak.
- De Hoge Raad bepaalt dat de zaak niet geschikt is voor cassatie. Dit heet niet-ontvankelijk verklaren. Na deze uitkomst kan de straf uitgevoerd worden.
Eén tegen honderd!
  • Iedereen bordjes met A, B, C. 
  • Bij fout antwoord, ga je zitten. 
  • Eén leerling voor de klas.
  • Bij fout antwoord, kies ik een nieuw iemand die nog staat.

Slide 12 - Slide

Wat ik doe: Ik leg uit dat we één tegen honderd gaan spelen. Iedereen krijgt een bordje van mij met daarop A, B of C. Je gaat staan en ik stel een vraag. Hou je bordje omhoog met het juiste antwoord volgens jou, maar wel met de letter naar jou gericht. Eén leerling staat voor de klas en geeft zijn antwoord, daarna draaien jullie je bordjes om. Heb je een fout antwoord dan ga je zitten en gaat het spel gewoon door. Heeft de leerling voor de klas het foute antwoord, dan doet iedereen weer mee en kiezen we een nieuw iemand om voor de klas te komen die het antwoord wel goed had (die nog staat). Degene die aan het einde van het spel voor de klas staat, heeft gewonnen. 
Drie soorten hoofdstraffen
  Vrijheidsstraffen            taakstraffen                      geldboetes 

Slide 13 - Slide

Leerdoel: De leerling kan onderscheid maken tussen hoofdstraffen en bijkomende straffen en de drie soorten hoofdstraffen benoemen. 

Wat ik doe:
Ik leg uit dat de rechter drie hoofdstraffen kan opleggen: vrijheidsstraffen, zoals in het geval van de moordenaars van Wiersum. Het maximale wat kan worden opgelegd in levenslang. Ook kan de rechter taakstraffen opleggen, zoals een bedreiger van Rutte kreeg. Tot slot kan de rechter kiezen voor een geldboete. Dit kan bijna oplopen tot een miljoen euro. De rechter kan daarbij vervangende hechtenis opleggen: voor elke 50 euro die je niet betaalt, moet je een dag gevangenisstraf uitzitten. 
Bijkomende straf

  • Straf die te maken heeft met het gepleegde delict
  • voorbeelden: stadionverbod, intrekking rijbewijs, beroepsverbod. 

Slide 14 - Slide

Leerdoel: De leerling kan onderscheid maken tussen hoofdstraffen en bijkomende straffen en de drie soorten hoofdstraffen benoemen. 

Wat ik doe: Ik leg uit dat er soms ook een bijkomende straf kan worden opgelegd. Dit is een straf die te maken heeft met het delict, zoals een stadionverbod. Wellicht herinneren leerlingen zich nog dat een jongetje van 13 het veld oprende tijdens een WK-kwalificatiewedstrijd van Nederland om op de foto te gaan met Depay. Deze jongen kreeg zo'n verbod.
Voorwaardelijke straffen 

Slide 15 - Slide

Wat ik doe: Ik leg uit dat soms een deel van de straf voorwaardelijk is. Dat wil zeggen dat de rechter een bepaalde proeftijd oplegt, waarin de dader niet opnieuw de fout in moet gaan. Doet hij dat wel dan moet hij die straf alsnog uitzitten. 
Strafrechtelijke maatregel
  • Schade van misdrijf herstellen (schadevergoeding)
  • samenleving beschermen (tbs) 

Slide 16 - Slide

Leerdoel: De leerling kan uitleggen wat het doel is van een strafrechtelijke maatregel.

Wat ik doe: Ik leg uit dat de rechter ook een strafrechtelijke maatregel kan opleggen. Dit kan als doel hebben om de schade van het misdrijf te herstellen. Dan moet je denken aan bijv. een schadevergoeding. De agent die zich racistisch had uitgelaten tijdens een arrestatie, moest naast een geldboete, ook een schadevergoeding betalen aan de man in kwestie. 
Ook kan het doel van een strafrechtelijke maatregel zijn om de samenleving te beschermen. Dan kan je denken aan het opleggen van tbs. Tbs staat voor terbeschikkingstelling. Dit legt de rechter vaak op als de dader tijdens het plegen van een misdrijf psychisch in de war was, zoals bijv. een psychose in het voorbeeld. We zeggen dan dat je niet of verminderd toerekeningsvatbaar bent, waardoor je niet of deels verantwoordelijk bent voor je daden. Dit leggen we op met resocialisatie als doel. Door behandelingen proberen we iemand weer onderdeel te laten worden van de samenleving. Een belangrijk onderdeel is dan ook het verlof tijdens een tbs-behandeling. 
Verlof incidenten

Slide 17 - Slide

Wat doe ik: Ik leg uit dat er veel discussie is over Tbs-behandelingen. Het gaat met het verlof nog wel eens mis. Eén van de heftigste incidenten is de moord op een bejaarde man door Wilhelm S. Hij was op verlof, ontsnapte aan zijn begeleider en sloeg op een boot een 73-jarige man dood met een asbak en hamer. 
Opdracht
Tijd: 10 minuten; Hoe: in groepjes van 4.
Hulp:  Artikelen.
Uitkomst: Een gezamenlijke mening over tbs: is het een goed of slecht systeem?
Wat: Iedereen krijgt individueel een artikel over tbs. Zoek de argumenten voor of tegen het systeem van tbs op en noteer deze op je papier. Wissel de argumenten uit en vorm een gezamenlijke mening over het systeem van tbs 
Klaar?: Ga opzoek naar argumenten voor- of tegen het invoeren van de doodstraf. 
stopwatch
00:00

Slide 18 - Slide

Leerdoel: De leerling kan beargumenteren waarom tbs wel of niet een falend systeem is.  

Wat doe ik: Ik leg de opdracht uit. In groepjes van 4 ga je aan de slag met een opdracht. Je krijt individueel een artikel waaruit je de argumenten voor of tegen het tbs-systeem moet halen of afleiden Schrijf deze op je eigen deel van het a3-papier van je groep. Wissel deze argumenten als groep uit met elkaar en vorm vervolgens als groep een mening over het tbs-systeem. Is het een goed systeem of faalt het systeem juist? 

Mogelijke bronnen: 

Huiswerk!
  • Zoek argumenten voor en tegen de invoering van de doodstraf. 
  • Vereiste: gebruik minstens 1 keer data (tabel of grafiek), dus geen onderbuikgevoelens!

Slide 19 - Slide

Wat ik doe: Ik leg uit dat de leerlingen in de volgende les gaan discussiëren over invoering van de doodstraf. Daarvoor moeten zij zelf argumenten opzoeken thuis. Een vereiste is dat in één van je argumenten gebruik wordt gemaakt van een grafiek of tabel met data.