This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Geneesmiddelenkennis
Toepassing van een geneesmiddel
28 mei 2021
Slide 1 - Slide
Planning
Herhaling vorige les
Behandelingsmethoden
Toedieningsvormen/weg
Slide 2 - Slide
Herhaling vorige les
Slide 3 - Slide
Wat weet je nog?
Slide 4 - Mind map
Welke 3 namen heeft een geneesmiddel?
Slide 5 - Open question
Wat betekent RVG?
Slide 6 - Open question
Wat betekent OTC?
Slide 7 - Open question
Wat betekent UAD
Slide 8 - Open question
Toepassing van een GNM
Slide 9 - Slide
Behandelmethoden
Er zijn verschillende redenen om gebruik te maken van een geneesmiddel.
- causale behandeling;
- symptomatische behandeling en palliatieve behandeling;
- substitutiebehandeling;
- preventieve of profylactische behandeling;
- diagnostisch gebruik.
Slide 10 - Slide
Causale behandeling
Slide 11 - Open question
Symptomatische behandeling
Slide 12 - Open question
Substitutiebehandeling
Slide 13 - Open question
Preventieve / profylactische therapie
Slide 14 - Open question
Diagnostisch gebruik
Slide 15 - Open question
Toedingsvormen/ wegen
Lokale toediening
systematische toediening
Slide 16 - Slide
Lokale toediening
Geneesmiddel is direct op de plaats van werking te brengen
- cutaan
- per inhalatie
- neusspray
- oogdruppels
- oordruppels
- vaginaal
Slide 17 - Slide
Systemisch
Is via het bloed
Eerst opnamen bloed -> naar plaats van werking
Pijnstiller -> mond -> maag -> darmen -> bloed -> lever -> bloed
Slide 18 - Slide
Toedieningsvormen
Oraal
Rectaal
Parenteraal
Slide 19 - Slide
Kauwtabletten
Vallen niet in water uiteen. Een kauwtablet moet gekauwd worden en daarna worden doorgeslikt.
Slide 20 - Slide
MSR-tabletten (enteric coated)
Zijn voorzien van een maagsapbestendige laag. Het maagsap dringt niet door die laag heen, waardoor deze tabletten in zijn geheel in de darmen terechtkomen.
Slide 21 - Slide
Dragees
Dragees zijn als het ware ‘aangeklede’ tabletten. Ze zijn met behulp van een bepaalde procedure voorzien van verschillende laagjes van een of andere stof.
Slide 22 - Slide
Smelttabletten
Smelttabletten hoeven niet in z’n geheel doorgeslikt te worden, maar vallen in de mond uiteen. Dat heeft een voordeel bij kinderen of volwassenen die slecht kunnen slikken.
Slide 23 - Slide
Sublinguale tabletten
Onder de tong smelten. Slijmvlies van de mond opgenomen en komt zo direct in het bloed. De werking begint dus snel. Tijdelijk de leverpassage omzeilen-> minder afbraak geneesmiddel.
Slide 24 - Slide
Capsules
Capsules bestaan uit twee op elkaar passende dopjes met geneesmiddel in poedervorm erin.
Slide 25 - Slide
Dranken/druppels
Dranken zijn vloeistoffen waarin het geneesmiddel al dan niet in opgeloste vorm aanwezig is.
Druppels (guttae) voor oraal gebruik kunnen gemengd met water worden ingenomen.
Slide 26 - Slide
Parenteraal
Injectie
Infuus
Voordeel (snel in het bloed). Meer risico’s: foutje is moeilijk te herstellen