H3L54 - 3HD - Vrijdag- Grammatica zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom 3HD : )

Planning van dit uur

• Stillezen
• Uitleg
• Zelfstandig werken: maak Test Jezelf van 3.7 Grammatica zinsdelen

Aan het einde van deze les

• kan je een bijzin herkennen;
• kan je een beknopte bijzin herkennen. 

Nederlands

Aankomende toetsen en opdrachten:

• Informatieve presentatie en discussie
• Repetitie hoofdstuk 3 (toetsweek begin april) 
• Fictie-opdracht 3: Zonder titel (16 april) 

Zin: onderwerp en persoonsvorm

 o

Hij | loopt. 

Zin: onderwerp en persoonsvorm

Loopt. 

Zin: onderwerp en persoonsvorm

 o 

Hij.

Hoofdzin + hoofdzin

 o                        o

Hij | loopt || en | hij | praat.

Hoofdzin + bijzin

 o                             o

Hij | loopt || terwij | hij | hard | praat.

Beknopte bijzin

 o                 beknopte bijzin     

Hij | loopt || hard | pratend.

Breed grijnzend vertelde hij over zijn overwinning. 

o       wg     vw   o            bwb        wg       wg

Ik | denk || dat | ik | dit weekend | ga | wandelen. 

Het groene gedeelte is een bijzin, want:

1. De bijzin begint met een voegwoord 
2. In de bijzin kunnen er woorden tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan
3. Je kunt de hele bijzin vervangen door één woord ('dat')

Hoofdzin + bijzin

Beknopte bijzin

• Bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm

Na even gewacht te hebben, || renden | we | het weiland | over. 

Beknopte bijzin

• Om te + infinitief (hele werkwoord)
  Om het allemaal niet erger te maken, ging ik maar weg. 

• Tegenwoordig deelwoord
  Schuilend onder de paraplu pakte ze alvast haar fietssleutel. 

• Voltooid deelwoord
  Aangekomen in het vakantiehuis inspecteerde ze eerst de slaapkamers. 

Wat moet je weten en kunnen op de toets? (havo)

• Theorie over samengestelde zinnen
• Bijzinnen herkennen
• Beknopte bijzinnen herkennen
• Eén zin helemaal ontleden