Conversatieles woensdag 16 april

Conversatieles woensdag 16 april
De sprong van A2  naar B1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Conversatieles woensdag 16 april
De sprong van A2  naar B1

Slide 1 - Slide

 Thema 1 
Studie en beroep

Maak je dromen waar!

Slide 2 - Slide

Lesplan
1. Lezen  
2. Woordenschat/ Vocabulaire
3. Luisteren
4. Grammatica
5. Spreken

Slide 3 - Slide

Bijpraten
Hoe gaat het? / Hoe was je week?
Vertel over één ding wat je recent/pas hebt meegemaakt.
(maximaal 3 minuten)

Slide 4 - Slide

1. Lezen
Tekst oefening 2 bladzijde 10  (PDF)
Meer aanmeldingen voor de Nederlandse Universiteiten

Slide 5 - Slide

1. Lezen / De vragen
1. Met hoeveel procent is het aantal universitaire aanmeldingen gestegen?
2. Wat is volgens de VSNU de oorzaak van de sterke stijging?
3. Waarom willen jongeren langer doorleren?
4. Welke problemen verwachten de universiteiten? Waarom?
5. Hoe sterk is het aantal aanmeldingen voor het hbo gestegen?

Slide 6 - Slide

1. Lezen/ De antwoorden
1. Met 25 procent.
2. De economische crisis.
3. Omdat de kansen op de arbeidsmarkt toch slecht zijn.
4. Organisatorische en financiële problemen, want ze zijn niet goed voorbereid op
deze grote aantallen studenten.
5. 18 procent meer voorinschrijvingen. De definitieve cijfers zijn pas bekend in
oktober. 

Slide 7 - Slide

2. Woordenschat - Vocabulaire
Zoek de synoniemen

1. Inschrijvingen                                    6. Jonge mensen
2. Omhoog gaan                                   7. De banenmarkt
3. In vergelijking met                           8. De oorzaak is dat
4. De reden                                              9. Kort geleden
5. De grote toename                          10. Niet eerder dan

Slide 8 - Slide

2. Woordenschat - Vocabulaire
De antwoorden

1. Aanmeldingen                          6. Jongeren
2. Gestegen                                    7.  De arbeidsmarkt
3.  Ten opzichte van                    8. Dit komt doordat
4.  De oorzaak                                9.  Kort geleden
5. De forse stijging                     10. Pas


Slide 9 - Slide

3. Luisteren
Luisteren oefening 4 Interview Danielle
Transscript en gatentekst


Slide 10 - Slide

4. Grammatica
Perfectum - Voltooid deelwoord invullen.
R - Regelmatig
De andere zijn onregelmatig

Slide 11 - Slide

Waarom wilde Danielle weg uit Nederland?
A
Ze wilde een vaste baan vinden in een warm land.
B
Ze was niet zo gelukkig en wilde naar een warm land.
C
Ze wilde graag een wereldreis maken.

Slide 12 - Quiz

Wat heeft Danielle eerst gedaan?
A
Ze is met haar vriend mee gegaan naar Israël.
B
Ze is naar haar vader in Miami gegaan.
C
Ze heeft door Zuid- Amerika gereisd.

Slide 13 - Quiz

Waar heeft Danielle haar huidige vriend ontmoet?
A
In Israël
B
In Miami
C
In Colombia

Slide 14 - Quiz

Wat doet Danielle op dit moment?
A
Ze helpt haar vader in zijn makelaarskantoor.
B
Ze werkt als personeelsconsulent, net als in Nederland.
C
Ze werkt als makelaar, net als in Nederland.

Slide 15 - Quiz

Vindt Danielle carrière maken belangrijk?
A
Ja, dat staat bij haar op nummer één.
B
Nee, op dit moment vindt ze vrijheid belangrijker.
C
Nee, ze wil nu voor haar gezin zorgen.

Slide 16 - Quiz

Hoe zit Danielle haar toekomst?
A
Ze gaat binnenkort terug naar Nederland en dan wil ze graag carrière maken.
B
Ze gaat binnenkort trouwen en dan wil ze een gezin stichten.
C
Ze gaat binnenkort in Colombia wonen en dan wil ze voor kinderen zorgen.

Slide 17 - Quiz

4. Grammatica 
1. geworden – geregend – gehad – geleid – gevraagd
2. geweest – bezocht – gemaakt – gelopen – gehad – genomen – gedronken - gegaan
3. bereikt – gewonnen – genoten – gekeken – verloren 
4. begonnen – geopend – verteld - gewenst 

Slide 18 - Slide

5. Spreken
Studie 
1. Welke studie heb je gedaan?
2. Waarom heb je deze studie gekozen?
3. Wat vond je van de studie?
4. Welke studie wil je in de toekomst doen?

Slide 19 - Slide

5. Spreken
Beroep
1. Wat wilde je vroeger graag worden? Waarom?
2. Ben je het ook geworden?
3. Wat is nu je beroep en vind je het het leuk?
4. Welk beroep vind je bijzonder?
5. Welk beroep zou je niet willen doen?

Slide 20 - Slide

Hoe ging het vandaag?
Wat vond je leuk?
Wat vond je minder leuk?
Wat heb je geleerd?
Waar ga je verder oefenen?

Slide 21 - Slide