N2 - 3TL - 5.1 deel 3

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H5: Chemische reacties 

5.1 Reacties en reactieproducten 3

Leerdoelen

Je kunt verbrandingsproducten voorspellen. 

Je kunt een aantal reagentia noemen. 

Planning

Voorkennis terughalen

Verbrandingsproducten

Opdracht 1 & 2 maken
Reagentia 
Opdracht 3, 4, 5 maken 

Voorkennis terughalen

Welke stof is geen oxide?

1. CO
2. C​2​​H​6​​
3. H​2​​O
4. CO​2​​

Welke stoffen ontstaan er als je de stof koper laat oxideren?

1. CO2 en H2O
2. CuO
3. CaO
4. H2O

Maaike verbrandt het gas propaan. Het gas dat vrijkomt leidt zij door helder kalkwater. Het wordt troebel. Welk gas heeft zij aangetoond?

1. Koolstofmonoxide
2. Koolstofdioxide
3. Zwaveldioxide
4. Water

Reacties met zuurstof

Verbranding 

Bij een verbranding of oxidatie ontstaan verbrandingsproducten.
Dit zijn oxiden van de stof die je verbrandt. 

Dus 

2 Mg + O2 --> 2 MgO
2 Ca + O2 --> 2 CaO 

CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O 

Reagentia 

Wit kopersulfaat wordt blauw in contact met water. Wit kopersulfaat is een reagens voor water.

Helder kalkwater wordt troebel in contact met koolstofdioxide. Helder kalkwater is een reagens voor koolstofdioxide. 

Naam reagens	Wat zie je ?	Welke stof toon je aan?
Wit kopersulfaat	Wit kopersulfaat wordt blauw.	Water
Gloeiend stukje hout	Hout gaat feller gloeien.	Zuurstof
Helder kalkwater	Kalkwater wordt troebel.	Koolstofdioxide
Vlammetje	Je hoort 'plop'	a

Overzicht reagentia 

Neem dit overzicht over in je schrift. 

Oefenen 

Maak de opdrachten 1 t/m 3 van 4.3 

Oefenen 

Maak opdracht 5 en 6.

Maak de opdrachten alleen. 
Je mag om hulp vragen. Doe dit fluisterend.   

Klaar? 1. Probeer opdracht 7 en 8.
 2. Oefen de elementen met het spelletje op Classroom. 

Oefenen 

Maak de opdrachten 1 t/m 3 van 4.3 

Opdrachten bespreken

Kijk de opdrachten na en verbeter waar nodig. 

Steek je vinger op als je iets wilt zeggen.

KORTE PAUZE

KORTE PAUZE

Oefenen 

Maak de opdrachten 1 t/m 3 van 4.3 

Oefenen 

Maak opdracht 7 t/m 9.

Maak de opdrachten alleen. 
Je mag om hulp vragen. Doe dit fluisterend.   

Klaar? 1. Probeer opdracht 10.
2. Oefen de elementen met het spelletje op Classroom. 

Oefenen 

Maak de opdrachten 1 t/m 3 van 4.3 

Opdrachten bespreken

Kijk de opdrachten na en verbeter waar nodig. 

Steek je vinger op als je iets wilt zeggen.

Hoe was jouw werkhouding deze les?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃