9/9

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

15/10/2020

I know how to use (used to ) in the English sentence

Used to

Om te zeggen dat iets vroeger gebeurde.

I used to have long hair
(but now I have short hair).

He used to smoke
(but now he doesn't smoke).

They used to live in India
(but now they live in Germany).

used to + hele werkwoord

Used to ......

'Used to' - 'vroeger'

Ik ging vroeger elke dag met plezier naar school, maar nu ......

I used to go to school with great joy, but now..........

Used to+hele werkwoord

Maak een zin met used to.
Wat deed jij vroeger, maar nu niet meer?

ontkenning +used to

Je kunt used to gebruiken in ontkennenede zinnen :

didn't + use to + het hele werkwoord

Let op!!

de d aan het eind van used to verdwijnt in ontkennende zinnen

I didn't use to like milk, but I do now.

We didn't use to hang out together.

vragen+used to

Je kunt used to in vragende zinnen gebruiken:

Did + use to + hele werkwoord

let op!!

de d aan het einde van used to verdwijnt in vragende zin

Did you use to play football?

Did he use to cycle to school everyday?

(Ontkenning)
I used to have a dog

question
Dan used to play baseball.

Vul in: Gebruik used to + hele ww
Luisteren- Mary ______ to music.

Let's practise

Student's book p 49