H3.1 Wetten en regels

H3 'Wat mag wel en wat mag niet'


cursus 3.1 'Wetten en regels'


Tijdvak 7:

Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 'Wat mag wel en wat mag niet'


cursus 3.1 'Wetten en regels'


Tijdvak 7:

Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 3.1
  •  Je weet het verschil tussen rechten en plichten.


  • Je kunt uitleggen welke 3 personen tijdens een rechtzaak een belangrijke rol spelen.

 

  • Je kunt het verschil tussen strafrecht en burgerlijk (civiel) recht uitleggen.


  • Extra: Je kunt uitleggen wanneer iemand TBS (terbeschikkingstelling)  krijgt.

Slide 2 - Slide

Planning

  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 3 - Slide

Wat is volgens jullie een recht en een plicht?

Slide 4 - Open question

Wat gebeurt er als je een wet overtreed?

Slide 5 - Open question

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).
Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.
Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.
Tijdens de instructie ben je stil!
Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

Je doet mee met de uitleg.
Je maakt aantekeningen als dat nodig is.
Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Slide 6 - Slide

Zelfstandig / Instructie volgen
3) Uitleg kijken:
  • Log in op Itslearning / vak: GsAk (Vir/Gri) / Bronnen / Filmpjes / Filmpjes 2 kader.
  • Bekijk de 3 filmpjes van H3 c1 (ong. 10 min.)
  • Schrijf van elk filmpje  een korte samenvatting op bij je aantekeningen.
  • Je maakt dezelfde opdrachten als degene die de instructie volgen.
  • Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden.

Slide 7 - Slide

Misdaad en straf
  • Iedereen in Nederland moet zijn rechten en plichten kennen.


  • Je rechten en plichten zijn vastglegd in wetten.


  • een overtreding van de wet is een strafbaar feit.


  • een ernstige overtreding is een misdaad of misdrijf.

Slide 8 - Slide

Wie spelen er volgens jullie een belangrijke rol in een rechtszaak? Noem er 2.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Een strafrechtzaak
  • Officier van justitie: probeert te bewijzen dat de verdachte schuldig is.


  • Advocaat: verdedigt de verdachte.


  • Rechter: onderzoekt of de verdachte schuldig is en bepaalt de straf.

Slide 11 - Slide

Ter afsluiting
  • Gedogen:
  • Niets doen tegen een wetsovertreding.


  • Terbeschikkingstelling (TBS):
  • Verplichte opname van een veroordeelde misdadiger in een psychiatrische kliniek.


  • Hoger beroep:
  • Een rechtszaak opnieuw laten voorkomen bij een hogere rechter.

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maken:
  • Cursus 3.1 blz. 92 t/m 97 opdr. 2, 3, 4, 6, 7, 9, 12,
  • Begrippen en betekenissen


Klaar:

  • Alle blauwe opdr.
  • Verdieping blz. 118, 119
  • Topografie blz. 120, 121

Slide 13 - Slide

Evaluatie Lesdoelen 3.1
  •  Je weet het verschil tussen rechten en plichten.


  • Je kunt uitleggen welke 3 personen tijdens een rechtzaak een belangrijke rol spelen.

 

  • Je kunt het verschil tussen strafrecht en burgerlijk (civiel) recht uitleggen.


  • Extra: Je kunt uitleggen wanneer iemand TBS (terbeschikkingstelling)  krijgt.

Slide 14 - Slide