Rekenen met Entree 2

Rekenen met Brian
Nu met rekenmachine :) zorg dat je kan uitleggen wat je hebt gedaan om aan een antwoord te komen.
Fouten maken is goed! leer ervan. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Rekenen met Brian
Nu met rekenmachine :) zorg dat je kan uitleggen wat je hebt gedaan om aan een antwoord te komen.
Fouten maken is goed! leer ervan. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Even inkomen,

Wat past het best bij jou?
A
Rekenen op 1F is makkelijk
B
Rekenen op 2F is moeilijk
C
Rekenen op 1F is moeilijk
D
Rekenen op 2F is Makkelijk

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het juiste antwoord?
69 - 41 = ?

A
55
B
28
C
27
D
38

Slide 3 - Quiz

Het getal 5,72 bestaat uit:
- 5 helen
- 7 tienden
- 2 honderdsten
Een marathon is 42195 m. Hoeveel km is dit?
A
4,2195 km
B
42,195 km
C
421,95 km
D
4219,5 km

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Afronden op één cijfer achter de komma.
5,579 wordt
A
5,5
B
5,6
C
5,55
D
5,7

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De verhouding 5 : 15 hoort bij...
A
1:2
B
1:3
C
1:4
D
1:5

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Breuken bestaan uit...
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
Vier cijfers

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

283 - 99 =

Welke berekening is goed?
A
283 - 100 + 1=
B
283 - 100 -1 =

Slide 8 - Quiz

Je maakt van 99 een rond getal: 100. Als je 100 van 283 aftrekt, heb je er 1 te veel afgetrokken. Die moet je er dan later weer bij optellen.
Welke berekening doe je het eerst?
62 + ( 14 - 6 ) : 2 =
A
62 + 14
B
6 : 2
C
14 - 6

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Rekenvolgorde:
Schema: rekenvolgorde:

Je werkt van links naar rechts, in de volgorde:
Stap 1: haakjes wegwerken
Stap 2: machtsverheffen en worteltrekken
Stap 3: vermenigvuldigen en delen
Stap 4: optellen en aftrekken








Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke berekening doe je het eerst?
73 - 35 x 2 =
A
73-35
B
35x2

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

130 km/u=
A
36,1 m/s
B
468 m/s
C
2166,67 m/s

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

(5 -2) + 4 x 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

287 + 130 =
270 + ... + 130 = ...

Wat hoort op de puntjes?
A
27 en 367
B
78 en 325
C
17 en 417
D
17 en 325

Slide 15 - Quiz

130 kan je makkelijk van 230 aftrekken. Je splitst daarom 255 in 230 en 25.
Wat is de rekenvolgorde?
A
Vermenigvuldigen, haakjes, delen, plus en min
B
Van links naar rechts rekenen
C
Delen, vermenigvuldigen, haakjes , plus en min
D
Haakjes, vermenigvuldigen, delen, plus en min

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Tijd voor Feedback, Wat heb je geleerd, welke Tip en Top heb je voor mij na deze les?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions