WRE 1HV - Cursus werkwoordspelling - Werkwoordsvormen en werkwoordstijden

N E D E R L A N D S
Welkom 1HV!
Voorbereiding les:
- Materiaal op tafel
- Starten met stil lezen
- Laptop kan in de tas blijven
timer
10:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

N E D E R L A N D S
Welkom 1HV!
Voorbereiding les:
- Materiaal op tafel
- Starten met stil lezen
- Laptop kan in de tas blijven
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 7 - Werkwoordspelling
1. Lesdoelen
2. Huiswerk nakijken
3. Herhaling - werkblad
4. Uitleg: werkwoordsvormen en werkwoordstijden
5. Zelfstandig werken
6. Afsluiten

Slide 2 - Slide

  • Je leert werkwoordsvormen en werkwoordstijden herkennen
  • Je leert werkwoordsvormen en werkwoordstijden gebruiken
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken
Havo: opdracht 6 en 7 (blz. 259)
Vwo: opdracht 3 en 5 (blz. 259)

Vwo: tijdens nakijken havo, kunnen jullie vast de theorie doorlezen op blz. 260 en opdracht 1 proberen te maken.

Slide 4 - Slide

Zelfstandig werken
Wat:
Maak het werkblad.
Hoe:
Zelfstandig. Zet de antwoorden op het antwoordenblad.
Hulp:
De 4 B's (poster whiteboard)
Tijd:
10 minuten. Daarna kijken we het na.
Klaar:
Kiezen uit:
- Lezen in je leesboek 
- Oefenen in de online trainer met Cursus 7 Werkwoordspelling
ZELFSTANDIG WERKEN
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Weglatingsstreepje
blz. 254-255.
§11 Werkwoordsvormen
en werkwoordstijden
Hoe je een werkwoord spelt, hangt af van de werkwoordsvorm en de werkwoordstijd. Je hebt in deze cursus vijf werkwoordsvormen geleerd. 

Slide 6 - Slide

Uitlegfilmpje!

Slide 7 - Slide

Werkwoordsvormen
Je hebt geleerd dat werkwoorden verschillende vormen kunnen hebben. Hier staan ze nog eens op een rijtje:
  • infinitief (het hele werkwoord, de wij-vorm): werken, lopen.
  • persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt): werk, loop.
  • persoonsvorm verleden tijd (pvvt): werkte, liep.
  • voltooid deelwoord (vd): gewerkt, gelopen.
  • onvoltooid deelwoord (ovd): werkend, lopend. 

Slide 8 - Slide

Werkwoordstijden
Er zijn verschillende werkwoordstijden

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
    Eva kijkt naar het journaal. Sam arriveert op tijd.
  • Onvoltooid verleden tijd (ovt):
    Eva keek naar het journaal. Sam arriveerde op tijd.
  • Voltooid tegenwoordige tijd (vtt):
    Eva heeft naar het journaal gekeken. Sam is op tijd gearriveerd.
  • Voltooid verleden tijd (vvt):
    Eva had naar het journaal gekeken. Sam was op tijd gearriveerd.

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
Wat:
Havo: opdracht 2, 3 en 6 (blz. 260-261)
Vwo: opdracht 1, 2 en 3 (blz. 260-261)
Hoe:
Zelfstandig. Zet de antwoorden in je schrift.
Hulp:
De 4 B's 
Tijd:
Tot de laatste vijf minuten van de les.
Klaar:
Kiezen uit:
- Lezen uit leesboek
- Oefenen in de online methode, cursus 7 werkwoordspelling. Je kunt de trainer gebruiken of oefentoetsjes maken.
ZELFSTANDIG WERKEN

Slide 10 - Slide



In 2021 werd de Nederlandse Gebarentaal (NGT) officieel erkend als moedertaal van de dovengemeenschap.

Een schietgebedje doe je vliegensvlug en meestal in geval van nood.

Lykele Muus gaat een van de rollen spelen in de nieuwe sinterklaasfilm.



Slide 11 - Slide

Werkwoordstijden
Er zijn verschillende werkwoordstijden

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
    Eva kijkt naar het journaal. Sam arriveert op tijd.
  • Onvoltooid verleden tijd (ovt):
    Eva keek naar het journaal. Sam arriveerde op tijd.
  • Voltooid tegenwoordige tijd (vtt):
    Eva heeft naar het journaal gekeken. Sam is op tijd gearriveerd.
  • Voltooid verleden tijd (vvt):
    Eva had naar het journaal gekeken. Sam was op tijd gearriveerd.

Slide 12 - Slide