2D §12.2 Ademhalen

EVEN HELEMAAL ANDERS!
Wij hebben geleerd hoe we aantekeningen bij een tekst kunnen maken (belangrijke studievaardigheid).
Deze les: korte uitleg met LessonUp!
GEEN HUISWERK deze les, maar wel na uitleg samenvatting maken.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

EVEN HELEMAAL ANDERS!
Wij hebben geleerd hoe we aantekeningen bij een tekst kunnen maken (belangrijke studievaardigheid).
Deze les: korte uitleg met LessonUp!
GEEN HUISWERK deze les, maar wel na uitleg samenvatting maken.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Thema 12 - Dieren en planten
§12.2 - Ademhalen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Thema 12 - Dieren en planten
  • §12.1 - Eten;
  • §12.2 - Ademhalen;
  • §12.3 - Vervoer;
  • §12.4 - Kou en hitte;
  • SO begrippen + Samenvatten;
  • PW H12.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
§12.1 - Eten
Herhaling

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Een koe heeft...
A
Plooikiezen.
B
Knipkiezen.
C
Knobbelkiezen.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een varken heeft...
A
Plooikiezen.
B
Knipkiezen.
C
Knobbelkiezen.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een leeuw heeft...
A
Plooikiezen.
B
Knipkiezen.
C
Knobbelkiezen.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is plantaardig materiaal moeilijker te verteren dan dierlijk voedsel?

Slide 8 - Open question

De cellen hebben een celwand.
Een kat heeft een...
A
Lang darmstelsel.
B
Middellang darmstelsel.
C
Kort darmstelsel.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Een geit heeft een...
A
Lang darmstelsel.
B
Middellang darmstelsel.
C
Kort darmstelsel.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een mens heeft een...
A
Lang darmstelsel.
B
Middellang darmstelsel.
C
Kort darmstelsel.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waar kunnen planten glucose in omzetten?
A
Zetmeel, eiwitten, zuurstof.
B
Zuurstof, eiwitten, vetten.
C
Zetmeel, eiwitten, vetten.
D
Zetmeel, zuurstof, vetten.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar? Fotosynthese vindt 24 uur per dag plaats.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Camouflage van een dier is een aanpassing aan de leefomgeving.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Dit is een voorbeeld van...
A
Camouflage.
B
Mimicry.
C
Beide.
D
Geen van beide.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Thema 12 - Dieren en planten
§12.2 - Ademhalen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze paragraaf
Ik kan vertellen over ademhalen:

- Insecten;
- Vissen;
- Planten.

timer
5:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Insecten
  • Zij ‘ademen’ door achterlijf korter en langer te maken;
  • Spieren trekken samen, achterlijf wordt korter, lucht gaat naar buiten;
  • Spieren ontspannen, achterlijf wordt langer, lucht wordt naar binnen gezogen;
  • De buizen waar de lucht doorheen gaat heten tracheeën. Deze vertakken in het hele lichaam;
  • Een gat waardoor de lucht naar binnen en buiten gaat heet een stigma.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vissen
  • Kieuwen - beschermd door kieuwdeksel;
  • Kieuwen hebben ook een kieuwboog en kieuwplaatjes.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vissen
Hoe ademt de vis?
  1. Bek gaat open, kieuwdeksels zijn dicht > water is binnen;
  2. Kieuwdeksels gaan open, bek gaat dicht > water stroomt via kieuwplaatjes naar buiten > kieuwplaatjes halen zuurstof uit water;
  3. De bloedvaatjes in kieuwplaatjes: heel dun, zuurstof kan er door, water niet;
  4. Koolstofdioxide via kieuwplaatjes het water in.



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zuurstof
Nodig voor verbranding (glucose + zuurstof -> water + koolstofdioxide).
Glucose verbranden voor energie.
Het afval (water en koolstofdioxide) ademen we (zoogdieren) uit via de longen.



Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Planten
  • Planten gebruiken ook zuurstof voor verbranding van glucose;
  • Overdag : fotosynthese;
  • Koolstofdioxide + water > zuurstof + glucose;
  • Deel zuurstof zelf gebruikt;
  • De rest gaat door huidmondjes naar buiten.


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoe heten de openingen in het achterlijf van een insect?
A
Stigma's.
B
Tracheeën.
C
Kieuwen.
D
Longen.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Vissen ademen met...
A
Kieuwen.
B
Longen.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Planten: Vindt verbranding overdag plaats?
Vindt fotosynthese overdag plaats?
A
Verbranding niet, fotosynthese wel.
B
Verbranding wel, fotosynthese niet.
C
Verbranding wel, fotosynthese wel.
D
Verbranding niet, fotosynthese niet.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


Zuurstof is nodig voor...
A
Vertering.
B
Verbranding.
C
Ademhaling.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Aan het werk! Tot 11:35!
Je maakt een samenvatting van §12.2
Onderdelen:
- Hoe ademt een insect?
- Hoe haalt een vis zuurstof uit het water?
- Hoe komen planten aan zuurstof?
- Hoe gaat gaswisseling precies?
LET OP! Begrippen + bolletjes (opsomming!).
Loop je vast? Vinger opsteken!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions