Hoofdstuk 1: Dieren houden

MBO-niveau 1 entreeopleiding
Zone.college Doetinchem


Door: mevrouw Duits
1 / 64
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 64 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

MBO-niveau 1 entreeopleiding
Zone.college Doetinchem


Door: mevrouw Duits

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1: Dieren houden

Slide 2 - Slide

Onderwerpen
  • Leerdoelen
  • Soorten dieren
  • Het houden van dieren
  • Afsluiting 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • De student kan de vijf soorten dieren opnoemen
  • De student kan de betekenis van de vijf soorten dieren geven 
  • De student kan uitleggen hoe een dier op de juiste manier gehouden wordt

Slide 4 - Slide

Soorten dieren
  • Gezelschapsdieren
  • Recreatiedieren
  • Productiedieren
  • Wilde dieren
  • Proefdieren 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat is volgens jullie een gezelschapsdier?

Slide 7 - Open question

Gezelschapsdieren
  • Voor gezelschap
  • Leuk als huisdier
  • Kost geld
  • Verzorgen
  • Gezelschapsdieren: hond, kat, vogel, vis, knaagdier 

Slide 8 - Slide

Wat is volgens jullie een recreatiedier?

Slide 9 - Open question

Recreatiedieren
  • Dienst leveren
  • Denk aan: paardrijden, hulphond, show
  • Te vinden op bijvoorbeeld een kinderboerderij, dierentuin of een manege 
  • Recreatiedieren: paard, hond, dolfijn, vis

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat is volgens jullie een productiedier?

Slide 12 - Open question

Productiedieren
  • Gebruik voor het verkrijgen van een dierlijk product
  • Denk aan: melk, vlees, eieren, wol, huid
  • Productiedieren: koe, varken, kip, schaap, geit 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is volgens jullie een wild dier?

Slide 15 - Open question

Wilde dieren
  • Leven in het wild
  • Geen verzorging van de mens nodig
  • Redden zichzelf, maar kunnen elkaar helpen waar nodig
  • Bedreigde diersoorten
  • Wilde dieren: leeuw, zebra, giraffe, nijlpaard 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat is volgens jullie een proefdier?

Slide 18 - Open question

Proefdieren
  • Gebruik voor onderzoek om behandelmethoden of geneesmiddelen te testen
  • Dieren worden er speciaal voor gefokt
  • Dieren worden ziek gemaakt om medicijnen of andere middelen te kunnen testen
  • Proefdieren: muis, rat, cavia's, konijnen, apen 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Test
De volgende 5 vragen gaan over de vijf soorten dieren. Kies bij elke omschrijving het juiste soort dier.

Slide 21 - Slide

Een koe is een:
A
Gezelschapsdier
B
Productiedier
C
Wild dier
D
Recreatiedier

Slide 22 - Quiz

Een leeuw is een:
A
Wild dier
B
Proefdier
C
Productiedier
D
Recreatiedier

Slide 23 - Quiz

Een hond is een:
A
Proefdier
B
Recreatiedier
C
Wild dier
D
Gezelschapsdier

Slide 24 - Quiz

Een rat gebruikt in een laboratorium is een:
A
Proefdier
B
Gezelschapsdier
C
Productiedier
D
Recreatiedier

Slide 25 - Quiz

Een ezel op de kinderboerderij gebruikt om mee te wandelen:
A
Gezelschapsdier
B
Productiedier
C
Recreatiedier
D
Wild dier

Slide 26 - Quiz

Opdracht 1
  • Strux boek pagina 5 

Slide 27 - Slide

Opdracht 1
Keuze uit:
Melkkoe - Goudvissen in kom thuis - Rodeostier - Paard in manege - Papegaai in Artis - Zebra - Geit op school - Melkgeit - Berner sennenhond - Schaap op een kinderboerderij - Orangoetan - Kat op een boerderij - Drugshond - Dolfijn in Dolfinarium
Gezelschapsdier
Productiedier
Wild dier
Recreatiedier

Slide 28 - Slide

Gezelschapsdier
Productiedier
Wild dier
Recreatiedier
Goudvissen in kom thuis
Melkkoe
Zebra
Rodeostier
Berner Sennenhond
Melkgeit
Orangoetan
Paard in manege
Kat op een boerderij
Papegaai in Artis
Geit op school
Schaap op een kinderboerderij
Drugshond
Dolfijn in Dolfinarium

Slide 29 - Slide

Het houden van dieren
  • Verzorging
  • Leefomgeving
  • Huisvesting
  • Ontlasting 

Slide 30 - Slide

Wat voor dier(en) houdt jij thuis?

Slide 31 - Open question

Verzorging
  • Natuurlijk gedrag vertonen (voortplanting, voedsel, rust)
  • Juiste kennis en vaardigheden
  • Zieke en gewonde dieren meteen verzorgen
  • Goede huisvesting
  • Voldoende voer en water
  • Voldoende verse lucht en zuurstof 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Hoe gaat het verzorgen van het dier bij jou thuis?

Slide 34 - Open question

Leefomgeving
  • De plek waar het dier leeft
  • Leefomgeving: bos, zee/meer, woestijn, heide, gras

Slide 35 - Slide

Waar leeft het dier bij jou thuis?

Slide 36 - Open question

Huisvesting
  • Eten, liggen en lopen
  • Voldoende ruimte om vrij te bewegen
  • Niet kunnen ontsnappen
  • Bescherming tegen het weer, roofdieren en gezondheidsrisico's
  • Het dier kan niet gewond raken door materiaal

Slide 37 - Slide

Huisvesting
  • Materialen en bodembedekking niet schadelijk voor het dier
  • Makkelijk schoonmaken en ontsmetten
  • Licht en duister sluiten aan bij de natuurlijke behoeften van het dier
  • Ruimte en materialen zijn aangepast aan de behoeften die het dier van nature heeft
  • Voldoende en geschikte nestruimte (dracht en zogen) 

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Wat voor huisvesting heeft het dier bij jou thuis?

Slide 40 - Open question

Opdracht
In het dierlokaal kies je een diersoort. Je gaat hiervan de leefomgeving en de huisvesting bekijken.

Slide 41 - Slide

Opdracht
  1. Ga naar het dierlokaal
  2.  Kies een willekeurig dier uit
  3. Schrijf op wat de leefomgeving van dit dier is
  4. Schrijf op hoe de huisvesting van dit dier is
  5. Schrijf op wat jij anders zou doen aan de leefomgeving en de huisvesting van dit dier

Slide 42 - Slide

Opdracht - nabespreking
  • Welk dier heb je gekozen?
  • Wat is de leefomgeving van dit dier?
  • Hoe ziet de huisvesting eruit van dit dier?
  • Wat zou jij anders doen aan de leefomgeving en huisvesting van dit dier? 
  • Wat heb je geleerd van deze opdracht?
  • Hoe vond je de opdracht?

Slide 43 - Slide

Ontlasting
  • Mest of uitwerpselen
  • Unieke drollen
  • Koe: vlaai
  • Paard: vijg
  • Geit: kleine bolletjes

Slide 44 - Slide

Test
Van welk dier is de afgebeelde ontlasting?

Slide 45 - Slide


A
Koe
B
Paard
C
Geit
D
Ontlasting van een ander dier

Slide 46 - Quiz


A
Koe
B
Paard
C
Geit
D
Ontlasting van een ander dier

Slide 47 - Quiz


A
Koe
B
Paard
C
Geit
D
Ontlasting van een ander dier

Slide 48 - Quiz

Ontlasting -vervolg
  • Soorten mest: vaste mest/stalmest, vloeibare mest/ drijfmest 
  • Stalmest is droger dan drijfmest

Slide 49 - Slide

Vaste mest/stalmest
  • Bestaat uit: ontlasting en stro en/of zaagsel 
  • Stro en zaagsel nemen goed de urine op
  • Mestsoorten: kippenmest, rundveemest, geitennest, nertsenmest, konijnenmest

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Vloeibare mest/drijfmest
  • Mengsel van vaste mest en vloeibare mest van dieren
  • Ander woord voor vloeibare mest: drijfmest, gier of aalt
  • Gier is een ander woord voor urine 
  • Aalt is een ander woord voor vocht

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Hoe ziet de ontlasting eruit van jouw dier?

Slide 54 - Open question

Afsluiting
  • Leerdoelen
  • Vijf soorten dieren
  • Het houden van dieren, waaronder verzorging, leefomgeving, huisvesting en ontlasting 

Slide 55 - Slide

Leerdoelen
  • De student kan de vijf soorten dieren opnoemen
  • De student kan de betekenis van de vijf soorten dieren geven
  • De student kan uitleggen hoe een dier op de juiste manier gehouden wordt

Slide 56 - Slide

Test
Om te kijken hoever jullie zijn met de leerdoelen, komt hier nog een test met een aantal open vragen.

Slide 57 - Slide

Benoem de vijf soorten dieren?

Slide 58 - Open question

Wat wordt er bedoeld met leefomgeving?

Slide 59 - Open question

Noem 2 punten die belangrijk zijn bij de huisvesting van een dier:

Slide 60 - Open question

Noem van de ontlasting de 2 soorten mest die er bestaan:

Slide 61 - Open question

Afsluiting - evaluatie
  • Wat heb je onthouden tijdens de lessen van dit hoofdstuk dieren houden?
  • Wat heb je geleerd tijdens de lessen van dit hoofdstuk dieren houden?
  • Wat neem je mee vanuit de lessen voor jezelf, maar ook op je stagebedrijf of in de toekomst?

Slide 62 - Slide

Afsluiting - evaluatie
  • Hoe vonden jullie dat ik het heb gedaan? 
  • Tips/tops

Slide 63 - Slide

Afsluiting - vooruitblik
  • Hoofdstuk 2: Productiedieren 

Slide 64 - Slide