2.3 Prijs en 2.5 plaats

Doelen
  • Prijs
  • Prijsstellingen
  • Prijsrange
  • Psychologische prijzen
  • Plaats
  • Adres
  • Distributie
  • Herhaling product
1 / 48
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Doelen
  • Prijs
  • Prijsstellingen
  • Prijsrange
  • Psychologische prijzen
  • Plaats
  • Adres
  • Distributie
  • Herhaling product

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Wo 12-11 Huisvesting/Marketing mix
  • Ma 17-11 Product/Plaats/promotie
  • Wo 19-11 Personeel/marktsegmenten
  • Ma  24-11 Persona/Influencer
  • Wo 26-11 Digital marketing/dienstenmarketing/e-commerce
  • Ma 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Shampoo valt op basis van koopgewoontes onder
A
Convenience goods
B
shopping goods
C
Specialty goods

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Een vakantie met de caravan naar Zuid-Frankrijk valt op basis van koopgewoontes onder
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

En een kanotocht in Spitsbergen?
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


Hoeveel moeite ben je bereid te doen voor het aanschaffen van een pak pannenkoekmix? 1 = geen moeite, 10 = er alles voor over hebben
110

Slide 6 - Poll

This item has no instructions


En voor de eenmalige vakantie van jouw leven?
110

Slide 7 - Poll

This item has no instructions


En een citytrip?
110

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Als een aanbieder zijn product aanbiedt voor €99,99 in plaats van €100,00, dan is dit een voorbeeld van
A
Vraag georiënteerde prijszetting
B
Kostprijs georiënteerde prijszetting
C
Concurrentie georiënteerde prijszetting
D
Psychologische prijszetting

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Een product kent 3 eigenschappen. Welke eigenschap heeft 'animatie op een camping'?
A
fysieke eigenschappen (kernproduct)
B
toegevoegde eigenschappen
C
afgeleide eigenschappen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke prijszetting zal hotelketen Fletcher nu hanteren?
A
Vraag georiënteerd
B
Kosten georiënteerd
C
Concurrentie georiënteerd

Slide 11 - Quiz

Door corona is er een trend ontstaan dat Nederland weer massaal ontdekt wordt. Er is nu meer vraag dan aanbod waardoor de prijzen zijn gestegen.
Product is tastbaar of niet-tastbaar. Waar valt 'ons product' onder?
A
Tastbaar
B
Niet tastbaar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


Een product heeft fysieke, toegevoegde en afgeleide eigenschappen. Bijvoorbeeld een Iphone: Het toestel is het fysieke product, de garantie/verzekering is het toegevoegde product en 'de appel' het afgeleide product. Onder welke categorie valt dan de bungalow of hotelkamer tijdens een verblijf

A
fysiek
B
toegevoegd
C
afgeleid

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een toegevoegde eigenschap zijn van het product 'lang weekend' bij bijvoorbeeld Landal/Roompot/Topparken?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een shopping good?
A
Kleding van een bekend merk
B
Supermarkt levensmiddelen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn convenience goods?
A
Producten die routinematig worden gekocht
B
Producten met unieke eigenschappen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Prijs

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Prijs
  • Prijs = de som van alle waarden die de consument inlevert (ruilt) voor het gebruik van een product of dienst
  • Wat is de klant bereid om te doen om het product te krijgen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat ben je bereid te betalen voor een pak pannenkoekenmix?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Wat ben je bereid te betalen voor een smartphone?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Hoe lang ben je bereid om te reizen voor een pak pannenkoekenmix?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Hoelang ben je bereid te reizen voor een smartphone?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

3 soorten prijszetting
  • Vraaggeoriënteerde prijszetting
  • Kostengeoriënteerde prijszetting
  • concurrentiegeoriënteerde prijszetting

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Concurrentie georiënteerde prijsvorming

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Concurrentie geörienteerd

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Een roltrap...
  • Er is geen roltrappenwinkel...
  • Er zullen hooguit 2 leveranciers/fabrikanten gevraagd worden
  • De prijs wordt bepaald op de kosten van het maken en installeren van de roltrap

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welke prijszetting zal de recreatieve sector nu hanteren?
A
Vraag georiënteerd
B
Kosten georiënteerd
C
Concurrentie georiënteerd

Slide 28 - Quiz

Door corona is er een trend ontstaan dat Nederland weer massaal ontdekt wordt. Er is nu meer vraag dan aanbod waardoor de prijzen zijn gestegen.
Praktijk...
  • Geïntegreerde prijszetting
  • Combinatie van bereidheid, concurrentie, kostprijs

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Prijsrange
  • Minimale prijs
  • maximale prijs
  • Paragraaf 2.3.3 niet (komt terug bij promotie)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Psychologische prijzen
  • € 5,00 of €4,99?
  • In horeca vaak 'ronde bedragen'
  • Psychologische prijzen lastig bij betaling

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Als een aanbieder zijn product aanbiedt voor €99,99 in plaats van €100,00, dan is dit een voorbeeld van
A
Vraag georiënteerde prijszetting
B
Kostprijs georiënteerde prijszetting
C
Concurrentie georiënteerde prijszetting
D
Psychologische prijszetting

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is een prijs van €99,99 geen vraag georiënteerde prijszetting?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Plaats

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Plaats
  • Vestigingsplaats
  • Inrichting
  • distributie = keuze verkoopkanaal

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Waar ligt over het algemeen een vestiging van Ikea?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Inrichting
  • Exterieur
  • Interieur

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Psychologie Ikea
'Here the trick is that because the lay-out is so confusing you know you won't be able to go back and get it later, so you pop it in your trolley as you go past.'

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat is vestigingsplaats van bungalowparken?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Waarom zijn bungalowparken verder van een bebouwde kom gevestigd?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Inrichting Kruidvat
Inrichting Apple flag store
Naast 'buitenkant' ook 'binnenkant'

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Distributie

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Strategische distributie
  • Directe distributie (rechtstreekse levering)
  • Indirecte distributie (via een tussenpersoon)
  • Internet wordt steeds belangrijker als distributie kanaal

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Duale distributie
  • Zowel direct als indirect
  • Maar ook via internet
  • Via internet door tussenpersonen
  • voorbeeld hotel: rechtstreeks aan de balie, via telefoon, via internet, via internet via tussenpersoon (booking.com)

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions