Examentraining 8 januari 2021

Welkom
Management - Examentraining


1 / 31
next
Slide 1: Slide
LeidinggevenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom
Management - Examentraining


Slide 1 - Slide

Een logistiek manager heeft ontslag genomen. De directie vervangt hem per direct door een interim manager. Wat voor beslissing is dit?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch

Slide 2 - Quiz

Op welk managementlaag worden beslissingen genomen op beleidsniveau?
A
Operationeel
B
Tactisch
C
Strategisch

Slide 3 - Quiz

Een producent van make up krijgt de vraag om naast het standaardassortiment ook natuurlijke make up te produceren. Op welk managementniveau moet hierover worden beslist?
A
Operationeel, want daar wordt bepaald wat er wordt verkocht.
B
Tactisch, want daar wordt bepaald hoeveel afnemers organisatie kan bedienen
C
Strategisch, want daar wordt bepaald of er een andere markt kan worden benaderd.

Slide 4 - Quiz

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij elke medewerker slechts één chef kent?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 5 - Quiz

Medewerkers worden betrokken bij besluitvorming in een organisatie. Medewerkers krijgen de ruimte om zich te ontwikkelen en de onderlinge relatie is belangrijk. Van welke organisatiecultuur is hier sprake en leg je antwoord?
A
machtscultuur
B
personencultuur
C
taakcultuur
D
geen van allen

Slide 6 - Quiz

De cultuur van een organisatie bepalen de stijl van leidinggeven. De cultuur kan machtsgericht, taakgericht, persoonsgericht of mensgericht zijn.
Wat houdt mensgericht in? De leidinggevende geeft aandacht aan

A
De medewerkers en aan de manier waarop zij samenwerken
B
Het werkproces en aan de manier waarop de klanten worden benaderd
C
Het werkproces en aan het verkoopproces

Slide 7 - Quiz

Bij een klein bedrijf bepaalt de directrice alles. De medewerkers zijn lovend over haar. Wat voor cultuur is dit?
A
mensgerichte cultuur
B
taakcultuur
C
personencultuur
D
machtscultuur

Slide 8 - Quiz

Bij welke leiderschapsstijl laat de manager bijna alles over aan de medewerkers?

Slide 9 - Open question

Leiderschap waarbij de leidinggevende advies vraagt aan zijn medewerkers maar uiteindelijk zelf beslist.
Van welke leiderschapsstijl is hier sprake?

Slide 10 - Open question

Geef in onderstaande situaties aan van welke management by-techniek sprake is:
A. Jij krijgt als leidinggevende een zogenoemd target. Je moet een bepaalde omzet zien te halen. Als je je target niet haalt, is dat niet goed voor je carrière.
B. Als manager help je regelmatig zelf mee, je coacht en stuurt de medewerkers.
C. Alleen als het echt nodig is, kom je als manager tevoorschijn en neem je de leiding.

Slide 11 - Open question

Medewerkers worden betrokken bij besluitvorming. Ruimte om te ontwikkelen en onderlinge relatie is belangrijk.
Van welke organisatiecultuur is er sprake?

Slide 12 - Open question

Geef een voorbeeld van een formeel overleg.

Slide 13 - Open question

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij er speciale medewerkers zijn die leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 14 - Quiz

Hoe heet de organisatiestructuur waarbij medewerkers eigenlijk altijd in wisselende samenstellingen samenwerken met collega’s van andere afdelingen?
A
lijnorganisatie
B
lijn-staforganisatie
C
projectorganisatie
D
matrixorganisatie

Slide 15 - Quiz

Een vestigingsmanager ziet dat een medewerker al voor de tweede keer te laat komt op zijn werk. Ook medewerkers die roken komen te laat terug van pauze. Het valt de vestigingsmanager op dat dit iedere dag gebeurt. De filiaalmanager wil ervoor zorgen dat de discipline wordt verhoogd. Welke leiderschapsstijl is hiervoor geschikt?
A
directieve leiderschapsstijl
B
laisser-faire
C
consultatieve leiderschapsstijl
D
democratische leiderschapsstijl

Slide 16 - Quiz

kenmerken?
Van welke leiderschapsstijl is sprake als deze voldoet aan de volgende kenmerken?
*advies vragen aan medewerkers *waardering van medewerkers *leidinggevende behoudt eigen verantwoordelijkheid bij nemen van beslissingen

A
autocratisch leiderschapsstijl
B
consultatieve leiderschapsstijl
C
democratische leiderschapsstijl
D
laisser faire

Slide 17 - Quiz

Het overdragen van een taak, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van een daartoe bevoegde medewerker aan een ondergeschikte medewerker. De
eindverantwoordelijkheid blijft bij de bevoegde medewerker is

A
instrueren
B
overtuigen
C
overleggen
D
delegeren

Slide 18 - Quiz

De vestigingsmanager wil taken delegeren aan het hoofd commercie. De vestigingsmanager vraagt het hoofd commercie namens hem om naar het overleg van het managementteam te gaan. Is dit een taak die de vestigingsmanager mag delegeren aan het hoofd commercie.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Een beginnende logistiek medewerker heeft geen ervaring is het verzamelen van orders maar wel gemotiveerd om dit op te pakken. Welke leiderschapsstijl pas je toe? Coachen, delegeren of instrueren?
A
coachen
B
delegeren
C
instrueren

Slide 20 - Quiz

Een vestigingsmanager wordt aangestuurd door de verkoopdirecteur. Deze directeur laat de filiaalmanager vrij in het aansturen van zijn team. Hij grijpt alleen in bij negatieve resultaten.
Hoe heet deze manier van management dat door de regiomanager wordt uitgevoerd?

A
Management by delegating
B
Management by exeption
C
Management by walking around
D
Management by objectives

Slide 21 - Quiz

10. De logistiek manager is in gesprek met een logistieke teamleider. Een Een logistiek manager zegt: ‘Ik hoorde over een discussie die je met een medewerker had. Deze medewerker was boos omdat je hem aansprak dat hij zijn werk niet op tijd af had. Toen ontstond een kleine ruzie. Probeer volgende keer een discussie te voorkomen.

De logistieke teamleider reageert: “Prima zal ik doen”
Welke type gesprek is dit?
A
tell and sell
B
tell and listen
C
problem solving

Slide 22 - Quiz

Een leidinggevende vertelt in een gesprek aan de medewerker dat hij veel fouten maakt en vaak te laat komt. De leidinggevende vraagt wat er aan de hand is. De medewerker vertelt dat hij voor een ziek kind zorgt. Ook heeft hij lichamelijke klachten doordat het werk fysiek zwaar is. De leidinggevende vraagt wat hij zelf als oplossing ziet. De medewerker geeft aan dat hij graag zorgverlof wil opnemen. De leidinggevende wil dat hij ook naar de bedrijfsarts gaat. Wat voor gesprek is dit?:
A
tell and sell
B
tell and listen
C
problem solving

Slide 23 - Quiz

Een beginnende logistiek medewerker heeft geen ervaring is het verzamelen van orders maar wel gemotiveerd om dit op te pakken. Welke leiderschapsstijl pas je toe? Coachen, delegeren of instrueren? Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open question

Op welke gronden van de AWGB wet mag je niet discrimineren. Benoem er 4

Slide 25 - Open question

Heeft een uitzendkracht een arbeidsovereenkomst met een bedrijf?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Geef drie voorbeelden van externe werving

Slide 27 - Open question

Stel, een medewerker heeft een lager niveau dan de opleiding. Wat zet je in om hem alsnog aan te nemen?
A
referenties
B
proeftijd
C
capaciteitentest
D
medische keuring

Slide 28 - Quiz

Noem drie onderdelen die worden geregeld in een cao

Slide 29 - Open question

Een bedrijf neemt een logistiek teamleider aan. De teamleider krijgt een proeftijd van twee maanden en een tijdelijke aanstelling van twee jaar. Mag dit?

Slide 30 - Open question

Een directeur beoordeelt een manager. Hij geeft in het gesprek aan dat hij na het sollicitatiegesprek enorm enthousiast was en dit onveranderd is. Hij heeft geen feedback aan het personeel gevraagd over zijn managementvaardigheden. Van welke beoordelingsfout is hier sprake? Leg je antwoord uit.

Slide 31 - Open question