Nova Thema 5: Bewegen

Nova Thema 5: Bewegen
De lessen in een nieuw jasje
Fysiek & online les
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nova Thema 5: Bewegen
De lessen in een nieuw jasje
Fysiek & online les

Slide 1 - Slide

Wat is de bedoeling?

In lokaal 002 krijg je les van de docent

1. instructie
2. quizvragen
3. opdracht
 

In de aula (online) gaan de leerlingen zelf aan de slag

1. zelfstandig werken
2. practicum
Bekijk het opdrachtenblad

Slide 2 - Slide

We gaan aan de slag!

Leerlingen in lokaal 002 loggen in op hun LessonUp app

Leerlingen in de aula (online) starten met werken aan Bs 5.1
Nova klassencode: 481067

Slide 3 - Slide

Wat is beweging?
Wat weet je al?
Kun je voorbeelden noemen?
Kun je beweging onderzoeken?


Slide 4 - Slide

Beweging
= Afstand afleggen in een bepaalde tijd

Slide 5 - Slide

5.1 Bewegingen vastleggen
Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat je op een stroboscopische foto ziet en hoe je zo’n foto maakt.
2. Je kunt benoemen welke twee dingen je moet weten om uit een stroboscopische foto de gegevens voor een afstand-tijddiagram te halen.
3. Je kunt een afstand-tijdtabel invullen.
4. Je kunt op een afstand-tijddiagram bij een tijdstip de bijbehorende afstand aflezen, en omgekeerd.

Slide 6 - Slide

Een stroboscopische foto?
Wat is het?
Wat heeft het met beweging te maken?

Slide 7 - Slide


Stroboscopische foto

Een foto waarop je beweging vastlegt

Uit de foto kun je berekenen hoelang de beweging duurt

Nodig: Donkere ruimte en stroboscooplamp
1. Je kunt uitleggen wat je op een stroboscopische foto ziet en hoe je zo’n foto maakt.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video


Wat heb je nodig?

1. De afstand tussen elke foto
2. De tijd van de ene foto naar de volgende foto

2. Je kunt benoemen welke twee dingen je moet weten om uit een stroboscopische foto de gegevens voor een afstand-tijddiagram te halen.

Slide 10 - Slide

Informatie uit een stroboscopische foto

Slide 11 - Slide

Afstand-tijdtabel
3. Je kunt een afstand-tijdtabel invullen.

Slide 12 - Slide

Afstand-tijddiagram
4. Je kunt op een afstand-tijddiagram bij een tijdstip de bijbehorende afstand aflezen, en omgekeerd.

Slide 13 - Slide

Afstand-tijddiagram
4. Je kunt op een afstand-tijddiagram bij een tijdstip de bijbehorende afstand aflezen, en omgekeerd.

Slide 14 - Slide

Tijd voor de quizvragen!
Pak je telefoon erbij

Slide 15 - Slide

Hoe is de snelheid van de beweging?
Snel
Langzaam

Slide 16 - Drag question

Je ziet de stroboscopische foto van een rollende bal. De stroboscoop gaf om de 0,1 s een flits.
Hoeveel tijdsverschil zit er tussen de eerste en de laatste opname?
A
0,5 s
B
0,6 s
C
0,7 s
D
0,8 s

Slide 17 - Quiz

Kevin heeft een video-opname van een vallende bal. Hij wil een afstand-tijdtabel maken van deze valbeweging.
Wat moet Kevin weten om dat te kunnen doen?
A
hoeveel beelden er zijn gemaakt per seconde
B
uit hoeveel beelden de opname bestaat
C
vanaf welke afstand de opname gemaakt is
D
wat de schaal van de videobeelden is

Slide 18 - Quiz

Hoelang duurt de beweging
op de foto?
Tijd tussen 2 flitsen is 0,25 sec
A
1 sec
B
2 sec
C
0,25 sec
D
2,25 sec

Slide 19 - Quiz

Waarom 1 seconde?

Slide 20 - Slide

Top snelheid: 44 km/h
100 m in 9,58 s

Slide 21 - Slide

5.2 Gemiddelde snelheid
Leerdoelen
1. Je kunt de formule voor gemiddelde snelheid toepassen.
2. Je kunt een gemiddelde snelheid in m/s omrekenen naar km/h.
3. Je kunt de formule van gemiddelde snelheid omwerken zodat je er de afgelegde afstand of de benodigde tijd mee kunt berekenen.

Slide 22 - Slide

Hier komt een sleepvraag
Pak je telefoon erbij

Slide 23 - Slide

Opdracht: Sleep de onderste vier componenten op de  
                     juiste plaats in de tabel.

Slide 24 - Drag question

De formule voor gemiddelde snelheid



In deze les gebruiken we voor afstand de eenheden meter en kilometer, voor tijd gebruiken we de eenheden seconden en uren

Slide 25 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atlete loopt de 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid.

Gegeven                                                                                   / mag je lezen als 'per'
Gevraagd
Uitwerking:                                                                            

 = 100 meter/10,8  seconden = 9,3 meter/seconden
1. Je kunt de formule voor gemiddelde snelheid toepassen.

Slide 26 - Slide

Een rekenvoorbeeld
Een atlere loopt 100 meter in 10,8 seconden, bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegeven
Gevraagd
Uitwerking:                                                                            

 = 100 meter/10,8  seconden = 9,3 meter/seconden = 9,3 m/s

Slide 27 - Slide

Van m/s naar km/h
Waarschijnlijk zegt de snelheid in meters per seconden je niet zo veel. Om snelheid uit te drukken gebruiken we vaak kilometers per uur


Slide 28 - Slide

2. Je kunt een gemiddelde snelheid in m/s omrekenen naar km/h.
9,3
Hoeveel?

Slide 29 - Slide

Ik fiets met 15 km/h naar school, daar doe ik een uur over. Hoeveel km moet ik fietsen?

Slide 30 - Slide

Opdracht
Open Google Maps op je telefoon en kies een bestemming in NL
Kies ook een vervoersmiddel (fiets of auto)
Schrijf op: duur & afstand van de route
Voorbeeld: thuis naar dNT 29 min en 8,2 km fietsen
Bereken de gemiddelde snelheid

Slide 31 - Slide