Enkelvoudige Herhalingszinnen - grammatica zinsdelen

Grammatica zinsdelen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen

Slide 1 - Slide

Hij was onverwachts naar Parijs gegaan.

PV = ....

Slide 2 - Open question

Het Gronings dialect kon hij niet goed verstaan.

PV =
OW = ....

Slide 3 - Open question

Op de Mont Ventoux raakte deze bekende wielrenner in ademnood.

PV =
OW =

Slide 4 - Open question

Marianne zou altijd biologische producten gekocht hebben.

WG =

Slide 5 - Open question

De hond van de buren heeft vannacht uren liggen blaffen.

WG =

Slide 6 - Open question

De patient heeft zijn medicijnen ingeslikt.
A
Werkwoordelijk gezegde (WG)
B
Naamwoordelijk gezegde (NG)

Slide 7 - Quiz

De patient is ziek.
A
Werkwoordelijk gezegde (WG)
B
Naamwoordelijk gezegde (NG)

Slide 8 - Quiz

Na de aanslag waren veel reizigers in de war.
A
Werkwoordelijk gezegde (WG)
B
Naamwoordelijk gezegde (NG)

Slide 9 - Quiz

Karel Appel is een schilder.

NG =

Slide 10 - Open question

Op die leeftijd kreeg hij zijn eigen platencontract aangeboden.
LV =

Slide 11 - Open question

Laura heeft hem haar steun toegezegd.

MV =

Slide 12 - Open question

Truus wachtte op haar vriend.

Wat is het zinsdeel: ´op haar vriend´?
A
Bijwoordelijke bepaling (BW)
B
Voorzetselvoorwerp (VV)

Slide 13 - Quiz

Die mooie auto heb ik gekocht.
Wat is hier de bijvoeglijke bepaling (BIJV. BEP.)?

Slide 14 - Open question

De directeur van de school moest helaas zijn leerlingen het slechte nieuws mededelen.
De directeur van de school moest helaas zijn leerlingen

het slechte nieuws mededelen.

Slide 15 - Slide