Leerjaar 1_IB_FR_P2_MYP2Leerjaar1 - Cours 7 20250619 revision

1 / 36
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
Enlevez votre manteau. 
Mettez votre téléphone portable dans votre sac à dos.
Écouteurs dans vos sacs à dos.
Posez vos sacs à dos par terre.
Gardez votre ordinateur portable fermé dans votre sac à dos.
Mettez votre matériel scolaire sur la table.
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welkom bij VAK
Unit 3: Qu'est-ce que tu fais pendant la journée?/
What do you do all day?
Learner Profile: ....
Reflective/ Reflectief
ATL: ....
Organisation/ Reflection
Related concepts: ....
Communities; Time & Place

- Communities are groups that exist in proximity defined by space, time or relationship. 
- Time and place: they refer to the absolute or relative position of people, objects and ideas. 'Time, place and space' focuses on how we construct and use our understanding of location ("where" and "when").
Key concept: ....
Culture encompasses a range of learned and shared beliefs, values, interests, attitudes, products, ways of knowing and patterns of behaviour created by human communities. The concept of culture is dynamic and organic.
Statement of Inquiry : We use language with the purpose to express our culture through our daily routines, as part of a community, adapting to time and place.
Global context: ....
Personal and cultural expression.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Leerdoelen opstellen/ Objectifs d’apprentissage
  • Herhaling/ Révision
  • Reflectie en leerdoelen check/ Réflexion et vérification des objectifs d'apprentissage

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Overzicht periode 3
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
C'est quoi une routine?
What is a routine?
Vocabulaire
Quelle est ma routine?
What is my routine?

Verbes pronominaux.
Quelle heure est-il?
What time is it?

Les jours de la semaine.
Lire l'heure.
Pourquoi mesure-t-on le temps? 
Why do we measure time?

Les caractéristiques d'un article.
P.O.
Quel est ton emploi du temps?
What is your schedule?

Faire et aller
Les repas
F.A.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Overzicht periode 3
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
PO/SA
Est-il important d'avoir une routine?
Is it important to have a routine?


Verbes - IR (choisir, partir)
Futur Proche
Adverbes de fréquence
Couleurs et aliments
Révision/
Content review

Examen/
Test

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je sais parler de ma routine au présent et au futur proche. / I can talk about my routine (present and future).
  • Je sais dire quoi, quand et à qu'elle heure j'ai des activités pendant la semaine./ I can say what, when, and at what time I have activities during the week.
  • Je comprends un texte en français./ I understand a text in French.

 
 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vocabulaire
Routine

Slide 8 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

REGARDER des séries à la télé.
JOUER AUX jeux vidéo.
VISITER DES musées.
CUISINER
PEINDRE
DORMIR

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

FAIRE de la gym. 
ÉCOUTER de la musique.
LIRE
NAGER
DESSINER
MANGER

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

          Verbes pronominaux

          Reflexieve werkwoorden
Reflexive verbs

S'appeler/ Zich noemen (Ik heet)
Se laver/ Zich wassen/ To wash oneself
S'habiller / Zich aankleden/ To get dressed




Рефлексивні дієслова. Приклади: називатися, митися, одягатися.
Refleksif Fiiller. Örnekler: adlandırılmak, yıkanmak, giyinmek.

Slide 11 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

          Verbes pronominaux

Les verbes pronominaux sont des verbes qui s'accompagnent d'un pronom réfléchi.
Рефлексивні дієслова (reflexive verbs) в українській мові використовуються з рефлексивними займенниками "ся" або "сь", що вказує на те, що дія виконується над самим собою. Наприклад: митися (to wash oneself), одягатися (to dress oneself), просипатися (to wake up). Також є дієслова, що виражають взаємні дії, як зустрічатися (to meet each other).
Türkçede refleksif fiiller, fiilin sonuna -n veya -l gibi özel ekler eklenerek ya da "kendi" zamiri kullanılarak yapılan fiillerdir. Bu fiiller, eylemin kişinin kendisine yapıldığını belirtir. Örnekler: yıkanmak (kendini yıkamak), giyinmek (kendini giydirmek), uyanmak (uyanmak).

Bazı fiiller ise karşılıklı eylemleri ifade eder, yani iki veya daha fazla kişi arasında yapılan eylemleri belirtir. Örneğin: birbirini görmek (birbirini görmek).
Pronoms réfléchis: 
Ils indiquent que l'action du verbe est réalisée sur le sujet lui-même. 
Reflexive verbs are verbs that are used with a reflexive pronoun (myself, yourself, himself, herself, itself, ourselves, yourselves, themselves), indicating that the subject is performing the action on itself.

Slide 12 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Verbe pronominal= 
     sujet + pronom réfléchi + verbe au présent.
             (me, te, se, nous, vous, se)
Reflexive verb = 
subject + reflexive pronoun+ verb in the present
 
Exemple: se laver
Je me lave
Tu te laves

Slide 13 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Les pronoms réfléxis
Les verbes pronominaux sont des verbes qui s'accompagnent d'un pronom réfléchi.
Рефлексивні дієслова (reflexive verbs) в українській мові використовуються з рефлексивними займенниками "ся" або "сь", що вказує на те, що дія виконується над самим собою. Наприклад: митися (to wash oneself), одягатися (to dress oneself), просипатися (to wake up). Також є дієслова, що виражають взаємні дії, як зустрічатися (to meet each other).
Türkçede refleksif fiiller, fiilin sonuna -n veya -l gibi özel ekler eklenerek ya da "kendi" zamiri kullanılarak yapılan fiillerdir. Bu fiiller, eylemin kişinin kendisine yapıldığını belirtir. Örnekler: yıkanmak (kendini yıkamak), giyinmek (kendini giydirmek), uyanmak (uyanmak).

Bazı fiiller ise karşılıklı eylemleri ifade eder, yani iki veya daha fazla kişi arasında yapılan eylemleri belirtir. Örneğin: birbirini görmek (birbirini görmek).
Pronoms réfléchis: 
Ils indiquent que l'action du verbe est réalisée sur le sujet lui-même. 
Reflexive verbs are verbs that are used with a reflexive pronoun (myself, yourself, himself, herself, itself, ourselves, yourselves, themselves), indicating that the subject is performing the action on itself.

Slide 14 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Les jours de la semaine

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

      Les moments de la journée

Slide 17 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 18 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 19 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

     Quelle heure est-il?

Slide 20 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Exercice
timer
8:00

Slide 21 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Comment lire un texte:
How to read a text:
  • Regarde le titre du texte : il te donne une idée du sujet.
  • Observe les images (s’il y en a) : elles aident à comprendre.
  • Essaye de comprendre l’idée générale du texte.
  • Pose-toi la question : "De quoi parle ce texte ?"

  • Look at the title of the text: it gives you an idea of the topic.
  • Look at the pictures (if there are any): they help you understand.
  • Try to understand the general idea of the text.
  • Ask yourself the question: "What is this text about?"
  • Metnin başlığına bak: sana konuyla ilgili bir fikir verir.
  • Resimlere bak (varsa): anlamana yardımcı olurlar.
  • Metnin genel fikrini anlamaya çalış.
  • Kendine şu soruyu sor: "Bu metin ne hakkında?"
  • Подивися на заголовок тексту: він дає тобі уявлення про тему.
  • Подивися на зображення (якщо вони є): вони допомагають зрозуміти.
  • Спробуй зрозуміти загальну ідею тексту.
  • Задай собі питання: "Про що цей текст?"

Slide 22 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Exercice

Slide 23 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Instructie
La fréquence 
La fréquence - Pour donner une information sur la répétition d’une action dans le temps.
Frequency – to provide information about how often an action occurs over time."





Slide 24 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Le Futur Proche
De toekomende tijd

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Futur Proche

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Le Futur Proche /
De toekomende tijd
Zinsvolgorde wordt dan:
onderwerp + vorm van aller + heel werkwoord + rest van zin

Voorbeelden:
Je vais faire du shopping à Amsterdam. --> Ik ga winkelen in Amsterdam.
Il va acheter un nouveau pantalon. --> Hij gaat een nieuwe broek kopen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Exercice
timer
15:00

Slide 28 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Correction

Slide 29 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Correction

Slide 30 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Correction

Slide 31 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Correction

Slide 32 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Correction

Slide 33 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Correction

Slide 34 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Reflectie
Je sais parler de ma routine. / I can talk about my routine.
Je sais dire quoi, quand et à qu'elle heure j'ai des activités pendant la semaine./ I can say what, when, and at what time I have activities during the week.
Je comprends un texte en français./ I understand a text in French.

Slide 35 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions