This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
K4 (speciale) Relativiteit
Ga naar Lessonup
Slide 1 - Slide
K4. Relativiteit
'Tijd is relatief'
'Massa is energie'
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Postulaten
Voor waarnemers die met constante snelheidten opzichte van elkaar bewegen, geldt dat:
"De natuurkundige wetten hetzelfde zijn." (Galileï, 1638)
Beweging en snelheid zijn relatief!
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Postulaten
Voor waarnemers die met constante snelheidten opzichte van elkaar bewegen, geldt dat:
"De natuurkundige wetten hetzelfde zijn." (Galileï, 1638)
"De lichtsnelheid in vacuüm hetzelfde is." (Einstein, 1905)
Slide 6 - Slide
Wat volgt er uit het postulaat dat de lichtsnelheid constant is voor alle waarnemers?
Slide 7 - Open question
Gedachtenexperiment: Lichtklok in de trein
afleiding gamma (in opg.5), de factor waarmee lengte of tijd moet aanpassen
Slide 8 - Slide
Lichtklok en constante lichtsnelheid: c = s / t = constant
In de trein / voor Anita duurt het op en neer gaan van de lichtstraal een tijd t = s/c = 2d/c.
Op het perron / voor Bruce duurt het langer:
Het licht moet een grotere afstand afleggen...met dezelfde snelheid c.
Hoeveel langer, welke factor, wordt afgeleid in opgave 7: De relativistische factor 𝛾. (doen we volgende les)
Anita:
Bruce:
Slide 9 - Slide
Relativistische factor 𝛾:
c = 2,9979 .108 m/s (lichtsnelheid)
Als v gelijk is aan 90% van de lichtsnelheid:
v = 0,90 c
v/c = 0,90
𝛾 = 2,29 (geen eenheid!)
γ=√1−c2v21
γ=√(1−0,902)1
Slide 10 - Slide
Referentiestelsels
Ruststelsel: het referentiestelsel van een waarnemer die niet beweegt ten opzichte van een proces, afstand of voorwerp.
Bewegend stelsel: het referentiestelsel van een waarnemer die met constante snelheid beweegt ten opzichte van een proces, afstand of voorwerp.
Beweging is relatief!
Slide 11 - Slide
We beschouwen de treincoupé waar Anita in zit. Wie bevindt zich in het ruststelsel van de coupé?
A
Anita
B
Bruce
Slide 12 - Quiz
Eigentijd en tijdrek
Voor een waarnemer die beweegt t.o.v. een proces duurt dat proces een factor 𝛾 langer dan voor een waarnemer in het ruststelsel van het proces.
Δtb = 𝛾 Δte
De tijd in een ruststelsel noemen we de eigentijd te.
Dit verschijnsel heet tijdrek.
De tijd líjkt niet alleen verschillend te zijn voor beide waarnemers, maar is dat ook echt!
Slide 13 - Slide
Eigenlengte en lengtekrimp
Voor een waarnemer die beweegt t.o.v. een lengte is die lengte een factor 𝛾 korter in de bewegingsrichting, dan voor de waarnemer in het ruststelsel van de lengte.
Lb = Le/𝛾
De lengte in een ruststelsel noemen we de eigenlengte Le.
Dit verschijnsel heet lengtekrimp
De lengte líjkt niet alleen korter zijn voor de bewegende waarnemer, maar is dat ook echt!
Slide 14 - Slide
Wie bevindt zich in het bewegende stelsel t.o.v. de trein?
A
Anita
B
Bruce
C
de klok
Slide 15 - Quiz
Voor wie is de trein korter?
A
Anita
B
Bruce
C
voor beiden hetzefde
Slide 16 - Quiz
Voor wie is de trein hoger?
A
Anita
B
Bruce
C
voor beiden hetzelfde
Slide 17 - Quiz
Maak opg. 1, 2, 4, 7
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Het raadsel van de Muonen
We weten van experimenten dat de gemiddelde levensduur van een muon 2,2 μs is.
Bovenin de atmosfeer (op 10 km hoogte) ontstaan muonen met een snelheid v = 0,999 c richting aarde.
Een muon kan gedurende zijn leven gemiddeld maar s = v . t = 660 m afleggen en dus nooit het aardoppervlak bereiken ... maar we meten ze wel op aarde! Hoe kan dit?!
Slide 20 - Slide
Vanuit aarde gezien: tijdrek
In het referentiestelsel van de aarde beweegt het muon met 0,999 c en legt een afstand van 10 km af.
Het leven van een muon is een proces dat in het ruststelsel van het muon plaatsvindt, met een eigentijd te = 2,2 μs.
Wij op aarde meten een tijdsduur die een factor 𝛾 = 22,4 groter is.
De levensduur van het muon rekt voor ons uit tot 22,4 . 2,2 μs = 49 μs.
In die tijd kan het muon wel 10 km afleggen.
Slide 21 - Slide
Vanuit het muon gezien: lengtekrimp
In het referentiestelsel van het muon beweegt de aarde + atmosfeer met een snelheid van 0,999 c naar hem toe. Bedenk: beweging is relatief! Het muon beweegt dus t.o.v. de "lengte" van de atmosfeer.
De eigenlengte van de atmosfeer is Le = 10 km
Voor de muon is die lengte een factor 𝛾 = 22,4 korter! De lengte krimpt tot Lb = 10.000/22,4 = 440 m
Het muon ziet een gekrompen atmosfeer met lengte Lb = 440 m, die hem met 0,999 c voorbij raast. Het aardoppervlak kan hem ruimschoots bereiken binnen zijn gemiddelde levensduur van 2,2 μs
Slide 22 - Slide
Muonen
Slide 23 - Slide
HW
1a
Het vliegtuig is in stilstand gemeten 15 m. Dus de eigenlengte Le = 15 m.
Voor de waarnemer op aarde beweegt het vliegtuig met snelheid 0,50 c en dus neemt deze waarnemer de gekrompen lengte Lb waar.
Bereken: 𝛾 = 1 / √ (1 - 0,502) = 1,154
Bereken Lb = Le / 𝛾 = 15 / 1,154 = 12,99 = 13 m
Slide 24 - Slide
HW
1b
Er geldt nog steeds dat Le = 15 m.
Lb = 7,5 m
Lb = Le/𝛾 --> 𝛾 = 2,0
𝛾 = 1 / √ (1 - (v/c)2) = 2,0
Hoe bereken je hieruit v op een handige manier?
Slide 25 - Slide
1b. Bereken v uit 𝛾
Houdt berekeningen overzichtelijk met de hulpvariabele ꞵ = v / c:
𝛾 = 1 / √ (1 - ꞵ2) ->
2,0 = 1 / √ (1 - ꞵ2) kwadrateren ->
4,0 = 1 / (1 - ꞵ2) 'switch': delen door 4,0 en vermenigvuldigen met 1-ꞵ2 ->
1 - ꞵ2 = 1 / 4,0 herschrijven ->
ꞵ2 = 1 - 1 / 4,0 = 0,75
ꞵ = 0,886
v = 0,886 c (Omzetten naar m/s hoeft niet, je mag c laten staan)