les 2 Duits B1 getallen, maanden, dagen, tijden 1

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Willkommen im Deutschunterricht 2



Zeiten & haben + sein
op tafel:
Textarbeitsbuch 2
etui
snelhechter 

Wat doen wij in deze les:
- Je weet wat je moet oefenen voor volg. week 
 - Stille startopdracht 
- klassikaal oefenen
- klassikaal herhalen "zijn" & "hebben"
- oefenen voor de SO


tijden & hebben + zijn

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Regels in de les
  • Je hebt het boek (   ), je opgeladen laptop, een snelhechter en je etui aan het begin van de les op tafel!
  • Als je iets wilt zeggen of vragen, steek je de vinger op
  • Bij een tweede waarschuwing over jouw gedrag in de klas, ga jij met een opdracht voor 5 minuten naar de gang.
  • Bij een derde waarschuwing over jouw gedrag in de klas, wordt jij naar het leerlingenloket verwezen.

Slide 4 - Slide

Lesdoel
  1. Je kunt stil opdrachten maken en je vinger opsteken als je vastloopt.
  2. Je weet weet "hebben&zijn" de basisvormen in het Duits
  3. Je weet dat het benomen van tijden net zo is als in het Nederlands 

Slide 5 - Slide

STILLE START
Begin jij in stilte aan de opdracht
  1. Lees Textarbeitsbuch 2 (TAB 2) blz.19, 
    Aufgabe 4 Uhrzeiten Leer de uitdrukkingen!
  2. Maak 2B - Schrijf onder de vragen de digitale kloktijd.
                                                                                             8:15

timer
10:00
stil


Slide 6 - Slide

tijden in het Duits - Ken jij deze?
  • vier Uhr
  • Viertel nach vier
  • halb fünf
  • Viertel voor fünf

Slide 7 - Slide

spreek de tijd goed uit 
  • Viertel vor drei mittags
  • 14:45
  • halb vier mittags
  • 15:30
  • sieben Uhr abends
  • 19:00
  • Mitternacht
  • 0:00
  • Viertel nach zehn morgens
  • 10:15
  • zehn Minuten nach acht morgens
  • 8:10
  • Viertel vor neun abends
  • 20:45

Slide 8 - Slide

AAN DE SLAG 1
Begin jij in stilte aan de opdracht
  1. TAB 2 blz. 126 Aufgabe  3
  2. TAB 2 blz. 128 Aufgabe 8
  3. TAB 2 blz. 129 Aufgabe 11
  4. TAB 2 blz. 130 Aufgabe 12
timer
15:00
stil


Slide 9 - Slide

Herhaling (?) zijn = sein (persoonsvormen tt)

Slide 10 - Slide

Herhaling (?) hebben = haben (persoonsvormen tt)

Slide 11 - Slide

Terugblik - hebben wij dit bereikt?
Kun jij de kloktijden een beetje?
Herhaling van "haben" & "sein"
Weet jij wat jij moet oefenen voor volgende week?

Volgende week: SO W&G 1 


Slide 12 - Slide

Luisteroefening TAB blz. 92
Lees de uitleg zinnen mee.
Luister naar het fragment en kruis R = richtig (juist) of F = falsch (fout) aan.






Wij vergelijken dit meteen! Verbeter de antwoorden, die je nog niet goed hebt. 
Dan maken wij samen 1B!
Schritt 11 Aufgabe 1

Slide 13 - Slide

Luisteroefening TAB blz. 94
Lees de uitleg zinnen mee.
Luister naar het fragment en kruis A, B, of C aan.
Wat wordt omgeroepen?






Wij vergelijken dit meteen! Verbeter de antwoorden, die je nog niet goed hebt.

Schritt 11 Aufgabe 3

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

alfabet

Slide 16 - Slide