Les 2. bezittelijk voornaamwoord

Mevrouw de Cuba
¡Bienvenidos!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Mevrouw de Cuba
¡Bienvenidos!

Slide 1 - Slide

La clase de hoy 
La meta de la clase: het doel van les
-Het kunnen herkennen en vervoegen van het bezittelijk voornaamwoord 
- Het kunnen begrijpen en toepassen van de frases clave 

Actividades: Grammaticale regels!!
- Jullie oefenen met de bijvoeglijk naamwoord
- Jullie oefenen met de bezittelijk voornaamwoord 
- Jullie oefenen met de frases clave 

Slide 2 - Slide

SO
Bron D - bezittelijk voornaamwoord
Bron E - Frases clave SP-NL/ NL -SP
Bron J- Ir a + infinitief 
5.1 SP - NL en 5.4 NL - SP 

Slide 3 - Slide

¿Qué? E Hablar y Escribir - ejercicio 12 t/m 14
¿Cómo? Individualmente 
¿Tiempo? 15 minutos 
¿Meta? practicar con las frases clave 
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Repaso

Slide 5 - Slide

Het lidwoord
                 >de / het                     > een
                  Bepaald                                  Onbepaald 
enkel.
meerv.
mann.
EL
LOS
vrouw.
LA
LAS
enkel.
meerv.
mann.
UN
UNOS
vrouw.
UNA
UNAS

Slide 6 - Slide

Los artículos
  • De, het, een zijn Nederlandse lidwoorden 

  • In het Spaans zijn er mannelijke en vrouwelijke lidwoorden 

  • In het Spaans zijn er lidwoorden voor enkelvoud en voor meervoud

  • Een bepaald lidwoord is: de / het 

  • Een onbepaald lidwoord is: een / een paar / enkele 

  • De Spaanse bepaalde lidwoorden (de/het) zijn: el, la, los, las.

  • De Spaanse onbepaalde lidwoorden (een/eenpaar) zijn: un, una, unos, unas

Slide 7 - Slide

Wat weet je nog over het meervoud?
klinker + -s
medeklinker + -es
het lidwoord moet ook in het meervoud gezet worden

Slide 8 - Slide

Mannelijke en vrouwelijke zelfstandig naamwoorden?
Hoe maak je daar meervoud van in het Spaans?
1. We beginnen bij de lidwoorden die we voor meervoud gebruiken:
Dat wordt LOS of LAS als het om een bepaald lidwoord gaat.
Gaat het om een onbepaald lidwoord gebruiken we UNOS of UNAS.

2. Dan maken we van een zelfstandig nw in enkelvoud, meervoud:
 vb: EL NIÑO wordt in het meervoud LOS NIÑOS
       LA NIÑA wordt in het meervoud LAS NIÑAS
 
en: EL TREN wordt in het meervoud LOS TRENES
      LA REACCIÓN wordt in het meervoud LAS REACCIONES




Slide 9 - Slide

Het voegwoord en 'y/e'
En...

Ons woordje 'en' is in het Spaans 'y':
'Juan y María' (Jan en Maria).


Maar 'y' verandert in 'e' wanneer het wordt gevolgd door een i-klank.
'Holanda e Inglaterra' (Nederland en Engeland).
'La señora tiene hijas e hijos' (De mevrouw heeft dochters en zoons.)

Slide 10 - Slide

Los posesivos 

Slide 11 - Slide

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'jij'?
A
jouw
B
hunne
C
mijn
D
hun

Slide 12 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'wij'?
A
jullie
B
ons
C
hun
D
jouw

Slide 13 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'zij'?
A
mijn
B
ons
C
haar
D
zijn

Slide 14 - Quiz

Los posesivos

Wat zijn bezittelijk voornaamwoorden? 

bezittelijk voornaamwoorden

Slide 15 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden
enkelvoud
meervoud
mi libro
mis libros
tu  ...
tus   ...
su...
sus...
nuestro amigo
nuestra amiga
nuestros amigos
nuestras amigas

vuestro...
vuestra...
vuestros...
vuestras...
su...
sus...
Bezittelijk voornaamwoorden

Slide 16 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 17 - Slide

  • Je kijkt naar het zelfstandig naamwoord wat achter het bezittelijk voornaamwoord staat. 
  • Is het zelfstandig naamwoord meervoud, dan is ook het bezittelijk voornaamwoord meervoud.
  • Bij nuestro/-s en vuestro/-s verandert het in nuestra/-s en vuestra/-s als het zelfstandig naamwoord wat erachter komt vrouwelijk is. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'jullie' in het Spaans?
A
su
B
nuestro
C
vuestro
D
mi

Slide 20 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'onze' in het Spaans?
A
tu
B
su
C
mi
D
nuestro

Slide 21 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'hun' in het Spaans?
A
su
B
mi
C
nuestro
D
tu

Slide 22 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'zijn' (enkelvoud) in het Spaans?
A
mi
B
tu
C
su
D
nuestro

Slide 23 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord voor 'jouw' in het Spaans?
A
tu
B
él
C
yo
D
nosotros

Slide 24 - Quiz

¡A trabajar! 
¿Qué? D gramática ejercicio 9, 10 y 11
¿Cómo? Individualmente 
¿Tiempo? 20 minutos 
¿Meta? practicar con los posesivos 
timer
20:00

Slide 25 - Slide

WRTS

Slide 26 - Slide