U4) herhaling: Past Simple & Present Perfect

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

English (unit 4 - past simple vs. present perfect) 

Wat weet je nog over de Past Simple?

Past Simple

Wanneer gebruik je de Past Simple?

• Vorm: werkwoord + ED of onregelmatige vorm (2e rijtje)
• Gebruik: Bij activiteiten/gebeurtenissen in het verleden die afgelopen zijn
• Vaak staat er bij wanneer (tijdsbepaling) iets gebeurde.

I broke my arm in 2020.

I travelled to Australia last summer.

Wat weet je nog over de Present Perfect?

Present Perfect

Present perfect vs past simple

Present perfect	Past simple
have/has + voltooid deelwoord	werkwoord + ed (of onregelmatig)
Acties die zijn begonnen in het verleden die nu nog doorlopen/waar je nu nog resultaat van merkt	afgelopen acties in het verleden
signaalwoorden: For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since	signaalwoorden: yesterday, last week, three days ago, in 2010, etc.

Wanneer gebruik je de  Present perfect ?

Vorm: Have of has + voltooid deelwoord (+ED of derde rijtje)
Gebruik:   

• Sinds wanneer iets aan de gang is / hoe lang iets duurt
• Iets vroeger is gebeurt maar je weet niet meer wanneer

• Als iets een korte tijd geleden is gebeurt (let op signaalwoorden)

She has worked there since 2012.      (ze werkt er nog steeds)

I have just finished my homework.     (just geeft aan - kort geleden)

Yesterday he _____ (arrive) from the airport at 8:00 pm.

1. arrived
2. have arrived
3. has arrived

I _____ (lose) my keys - can you help me look for them?

1. lost
2. have lost
3. has lost
4. losed

Last weekend, my family and I _____ (go) on a ski holiday to Austria.

1. have gone
2. went
3. has gone

We .... (start) working as a shelf stacker last summer.

She ..... (work) here since I graduated school.

I ... (know) her since 2015.