H4 Elektriciteit

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4 

Elektriciteit

4.1 Leerdoelen

• Je kunt apparaten noemen die werken op batterijen
• Je kunt de plus en de min van de batterij aanwijzen
• Je kunt de spanning van een staafbatterij benoemen
• Je kunt de spanning van een penlite-batterij benoemen
• Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt
• Je kunt uitleggen hoe een platte batterij is opgebouwd

Wat werkt NIET op batterijen?

1. Mobiele telefoon
2. Laptop
3. Rekenmachine
4. Televisie

Wat werkt NIET op elektriciteit?

1. Mobiele telefoon
2. Televisie
3. Koelkast
4. Gasfornuis

De plus van deze batterij zit

1. links
2. rechts

Welke batterij is dit?

1. platte batterij
2. penlite
3. knoopcel
4. blokbatterij

Welke batterij is dit?

1. platte batterij
2. penlite
3. knoopcel
4. blokbatterij

Deze batterij geeft

1. 1,5 Volt
2. 4,5 Volt
3. 9 Volt

Als ik deze 3 batterijen in serie schakel leveren ze samen

1. 4,5 V
2. 3 V
3. 9 V

Een oplaadbare batterij kan je vaker gebruiken.

1. waar
2. niet waar

Als de werkzame stoffen in een batterij op zijn is de batterij leeg.

1. waar
2. niet waar

Batterijen moet je weggooien bij

1. GFT
2. Papier en karton
3. Glas
4. Klein chemisch afval

Een oplaadbare batterij geeft minder spanning dan een penlite-batterij.
Hoeveel minder?

1. 0,3 Volt
2. 0.2 Volt
3. 0,5 Volt
4. 0.4 Volt

Wat is de spanning van 5 in serie aangesloten AA batterijen?

4.2 Leerdoelen

• Je kunt voordelen en nadelen noemen van enkele spanningsbronnen.
• Je kunt uitleggen wat een generator is.
• Je kunt benoemen welke spanning er op een stopcontact staat
• Je kunt omschrijven hoe elektriciteit bij jou thuis komt
• Je kunt beschrijven welke spanning veilig is.

Een voordeel van een dynamo is

1. dat hij nooit leeg gaat
2. dat je altijd moet blijven fietsen
3. dat je zwaarder moet trappen
4. dat hij rond is

In een stroomkring heb je een spanningsbron nodig.
Welke van de volgende apparaten is een spanningsbron?

1. accu
2. lampje
3. schakelaar
4. stroomdraad

Een generator is een spanningbron

1. waar
2. niet waar

Een fietsdynamo geeft een spanning van

1. 1,5 V
2. 3 V
3. 6 V
4. 9 V

Een dynamo van 6 Volt geeft een gevaarlijke spanning

1. waar
2. niet waar

Een generator die meer dan 24 Volt geeft, levert een veilige spanning

1. waar
2. niet waar

De spanning op een stopcontact is

1. 320V
2. 230V
3. 23V
4. 220V

Wat is FOUT?
De elektriciteit die uit het stopcontact komt,

1. wordt gemaakt in een elektriciteitscentrale.
2. wordt gemaakt met windmolens.
3. wordt gemaakt met zonnepanelen.
4. wordt uit de grond gehaald.

4.3 Leerdoelen

• Je kunt beschrijven in welke richting de elektrische stroom door een stroomkring loopt.
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een gesloten stroomkring en een onderbroken stroomkring.
• Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn.
• Je kunt een voorbeeld geven van een geleider en van een isolator.
• Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt onderbreken en sluiten. 
• Je kunt uitleggen wat een schakelschema is. 
• Je kunt de belangrijkstensymbolen toepassen in een schakelschema. 

Dit is een?

1. open stroomkring
2. gesloten stroomkring

Dit is een?

1. Schakelaar
2. Lampje
3. Spanningsbron

Dit is een?

1. Schakelaar
2. Lampje
3. Spanningsbron

Dit is een?

1. Lampje
2. Schakelaar
3. Spanningsbron

Dit is een?

1. Open stroomkring
2. Gesloten kring

Wat zijn allemaal geleiders?

1. plastic, rubber, glas
2. plastic, glas, koper
3. koper, zilver, steen
4. koper, water, ijzer

Sommige stoffen laten elektrische stroom gemakkelijk door, andere stoffen laten elektrische stroom niet of slecht door. Zet de namen van de onderstaande stoffen in het juist vak.

ISOLATOR

GELEIDER

Grafiet

Hout

zuiverwater

koper

plastic

ijzer