Woordenschat

Woordenschat
Beginner
1 / 17
next
Slide 1: Slide
TaalISK

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat
Beginner

Slide 1 - Slide

1️⃣ Wat neem je mee in een rugzak?

Slide 2 - Open question


2️⃣ Je gebruikt een paraplu als het...
A
regent
B
warm is
C
donker is
D
sneeuwt

Slide 3 - Quiz

3️⃣ Een mug kan jou ____.
A
bijten
B
lastigvallen
C
prikken
D
kriebelen

Slide 4 - Quiz

4️⃣ Wat doe je met een tandenborstel?
A
Je wast je handen
B
Je kamt je haren
C
Je poetst je tanden
D
Je maakt de wc schoon

Slide 5 - Quiz

5️⃣ Hoe noem je een insect dat soms steekt en waar je een muggenstift voor gebruikt?

Slide 6 - Open question

6️⃣ Een trein rijdt op...
A
de weg
B
het spoor
C
het fietspad
D
het water

Slide 7 - Quiz

7️⃣ Een vakantie is een tijd zonder ____.

Slide 8 - Open question

8️⃣ Je pakt een koffer of tas in. Dit noem je ____.
A
inpakken
B
verliezen
C
teruggeven
D
stilzitten

Slide 9 - Quiz

9️⃣ Je bent iets kwijt. Wat doe je?
A
je zoekt het
B
je gooit het weg

Slide 10 - Quiz

1️⃣0️⃣ Een vliegtuig vliegt door de ____.

Slide 11 - Open question

1️⃣2️⃣ Hoe noem je een klein dier dat kan steken, met een zwarte en gele kleur?

Slide 12 - Open question

1️⃣3️⃣ Na de reis kom je weer ____.
A
weg
B
terug

Slide 13 - Quiz

1️⃣4️⃣ Wat kan gebeuren als je ziek wordt in de auto of trein?
A
je krijgt reisziekte
B
je krijgt pauze
C
je krijgt een rugzak

Slide 14 - Quiz

1️⃣5️⃣ Wat is prettig als het warm is?
A
schaduw
B
dikke jas
C
dichte raam
D
water

Slide 15 - Quiz

1️⃣6️⃣ Je doet iets in een envelop en stuurt het naar iemand. Hoe noem je dat?
A
opsturen
B
meenemen
C
teruggeven
D
niks

Slide 16 - Quiz

1️⃣7️⃣ Als het heel warm is, geeft de zon veel ____.

Slide 17 - Open question